0060067

Voorbereiden

In welke eenheid wordt de voeding bij het draaien aangegeven? Neem een proef in het praktijklokaal met een stuk rond materiaal bijvoorbeeld 11Sn Pb 30 dat je afdraait met en snedediepte van 2 mm en een voeding van ongeveer: 0,1 mm 0,2 mm 0,3 mm 0,4 mm 0,5 mm 0,6 mm Draai het werkstuk getrapt af zoals in de figuur is weergegeven. Vraag aan je praktijkopleider de ruwheid vergelijkingsmonsters (rugo-test) en bepaal de ruwheid die door deze verschillende voedingen veroorzaakt wordt. Zet bij elke voeding de gevonden ruwheidswaarde. Wat is de relatie tussen een hogere voeding en de oppervlakteruwheid van het werkstuk. In welke eenheid wordt ruwheid uitgedrukt?

Er zijn 5 oefeningen voor het draaien met een nauwkeurigheid van ± 0,1 mm. Je vindt ze op de tekeningen:

1. 100-101 2. 100-102 3. 200-103 4. 200-104 5. 300-106

Maak op bijlage 1 (zie achter in deze beroepstaak) de werkvoorbereiding voor deze werkstukken.

23