0060067

beroepstaak Draaien 1

oefeningen steken Houd de urenverantwoording bij voor deze opdracht.

1

Voorbereiding goed te kunnen, moet je natuurlijk wel weten op welke plaats die groef moet komen, met welke diepte enz. Als je de werkstukken gaat maken, heb je weer de tekening nodig. Je zult dan wel moeten weten wat de aanduidingen op de tekening betekenen. In het bijzonder moet je in dit geval de begrippen absolute en incrementele (ketting)maten begrijpen. Ook leer je wat ruwheidaanduidingen zijn. 1. Wat is het verschil tussen incrementele (kettingmaten) maatinschrijving en absolute (parallelmaten) maatinschrijving? Geef van elke maatinschrijving een voorbeeld 2. Geef een volledige omschrijving van deze tekens 3. Wat is volgens jou het verschil tussen in- en afsteken? 4. Kun je in- en afsteken met dezelfde beitel doen? Verklaar je antwoord. 5. Waardoor wordt bij het insteken de vorm van de groef bepaald? 6. Kun je een steekbeitel zo ver mogelijk laten uitsteken? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom dan niet? 7. Blijft de snijsnelheid bij het afsteken constant? Verklaar je antwoord. 8. Blijf het toerental het afsteken constant? Verklaar je antwoord. 9. Blijft de voeding het afsteken constant? Verklaar je antwoord. 10. Wat is de oorzaak van trillingen tijdens het steken? 11. Welke gevolgen hebben trillingen voor het product? 12. Welke oplossingen kun jij bedenken om deze trillingen tegen te gaan? 13. Er zijn 2 oefeningen voor het steken op de draaibank. Je vindt ze op de tekeningen:

100-201 100-202

Maak op bijlage 1 (zie achter in deze beroepstaak) de werkvoorbereiding voor deze werkstukken.

30