006120900002

• Onafhankelijk beoordelen van de student. De prestatie van elke student beoordeelt u aan de hand van dezelfde normen en op gelijke wijze. Indien u voor of tijdens de examenperiode ook als begeleider van de student optreedt, spreekt u vooraf met de student af, op welke tijdstippen de beoordeling plaatsvindt en over welke werkprocessen het gaat. • U observeert het gedrag van de student tijdens de uitvoering van de werkprocessen. U beoordeelt het gedrag van de student op basis van de criteria bij de competenties in het beoordelingsformulier bij elk werkproces. Competent gedrag wordt beoordeeld met O-V-G. Bij een score O en/of G verantwoordt u dit in de kolom ‘Opmerkingen’ in het beoordelingsformulier. • Beroepsproducten beoordeelt u met O-V-G. De criteria die daarbij gelden, staan aangegeven bij het product in het beoordelingsformulier. Via een beroepsproduct worden tevens een of meer competenties bij een werkproces (mede) aangetoond. Bij een score O en/of G verantwoordt u dit in de kolom ‘Opmerkingen’ in het beoordelingsformulier. • U houdt en beoordeelt het beoordelingsgesprek dat de student bij werkproces 2.2moet voeren. Beoordeling vindt plaats op basis van de criteria die in de beoordelingsformulieren staan. Een beoordelingsgesprek wordt uitgevoerd volgens de STARR-methode, zie bijlage 4. Bij een score O en/of G verantwoordt u dit in de kolom ‘Opmerkingen’ in het beoordelingsformulier. • U beoordeelt de presentatie die de student bij werkproces 1.3 moet houden met O-V-G. De presentatie wordt beoordeeld op basis van de criteria die in het beoordelingsformulier staan. Bij een score O en/of G verantwoordt u dit in de kolom ‘Opmerkingen’ in het beoordelingsformulier. • U beoordeelt het reflectieverslag dat de student bij werkproces 2.3 moet leveren. Het reflectieverslag is geschreven in het format van bijlage 3. Het reflectieverslag wordt beoordeeld op basis van de criteria die in het beoordelingsformulier staan. Bij een score O en/of G verantwoordt u dit in de kolom ‘Opmerkingen’ in het beoordelingsformulier. • Samen met de andere beoordelaars voert u het vaststellingsgesprek. U komt tot een gezamenlijke beoordeling. Beoordelingen O en/of G verantwoordt u in de kolom ‘Opmerkingen’ van het betreffende beoordelingsformulier.

• U ondertekent de definitieve beoordelingsformulieren van de werkprocessen waarbij u als beoordelaar betrokken bent.

71 Hoofdstuk 10. Informatie voor de organisatie

Made with