006121230001
Actie/activiteiten De beoordelaar vraagt naar de activiteiten van de student: • Welke activiteiten had je gepland om de opdracht goed uit te voeren? • Welke activiteiten daarvan heb je uitgevoerd? • Welke handelingen heb je uitgevoerd? • Als er wijzigingen zijn gemaakt in de media-uiting, welke waren dat en op welke manier zijn deze doorgevoerd? Resultaat De beoordelaar vraagt naar de resultaten van de student: • Als er tijdens het maken wijzigingen zijn gemaakt in het product, welke waren dat en op welke manier zijn deze doorgevoerd? • Wie was (eind)verantwoordelijk voor de kwaliteit van het resultaat? • Hoe reageerde de opdrachtgever op het resultaat? • Heb je het gevraagde kwaliteitsniveau kunnen halen? • Waaruit blijkt dat je in je handelen de competenties hebt getoond? (gebruik de prestatie-indicatoren) Reflectie De student reflecteert op het eigen handelen: • Wat is gelukt? • Wat is niet gelukt? • Wat zegt het resultaat van de opdracht over jou als beginnend beroepsbeoefenaar? Toepassing De beoordelaar vraagt hoe de student de getoonde competenties in andere situaties zal toepassen.
117 Bijlage 4 Richtlijnen Beoordelingsgesprek
Made with FlippingBook