006121270001
Reflectieverslag : Je beoordelaar leest in je verslag waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en wat je precies gedaan hebt om tot het resultaat te komen. Beoordelingsgesprek : Je beoordelaar vraagt waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet en hij achterhaalt zo nodig wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd. Presentatie : Je legt uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet en wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd. In bijlage 2 staat omschreven wat de beoordelingsmethoden precies inhouden en hoe en door wie ze worden uitgevoerd. In bijlage 3 staat het formulier voor een reflectieverslag. In bijlage 4 staan de richtlijnen voor een beoordelingsgesprek. Beoordelen van producten De aangegeven producten moeten voldoen aan alle (eventueel wettelijke) eisen die de branche en/of de beroepspraktijk en/of de opdrachtgever stel. In de beoordelingsformulieren staat bij de producten aangegeven aan welke eisen ze moeten voldoen. O Onvoldoende Een product is onvoldoende wanneer niet wordt voldaan aan een of meer van de criteria bij het product. Voldoende Een product is voldoende wanneer wordt voldaan aan de criteria bij het product. V Producten worden beoordeeld met O – V – G .
G Goed Een product is goed wanneer het resultaat bovengemiddeld is.
Beoordelen van competenties Bij elk van de competenties bij een werkproces staat aangegeven welk competent gedrag van je wordt verwacht en wat het gewenste resultaat is.
Het gewenste resultaat is meestal een product of een dienst.
Voor de beoordeling van je gedrag, staan bij de competentie de eisen waaraan je moet voldoen. Dat zijn eisen die betrekking hebben op de gedrag en op de kennis en vaardigheden die je moet tonen.
11 Hoofdstuk 2. Informatie voor de student
Made with FlippingBook