006121270001
10.4 Aanvul lende informat ie voor de beoordelaars
Als beoordelaar heeft u tijdens dit examenproject de onderstaande taken en verantwoordelijk- heden.
• Uzelf op de hoogte stellen van de wijze waarop de student zijn examinerende werkzaamheden uitvoert en van de beoordelingssystematiek die daarbij hoort. Deze beoordelingssystematiek staat beschreven in hoofdstuk 2, 6 en in de bijlagen 3 en 4.
• In overleg met collega’s vaststellen welke werkprocessen en competenties u gaat beoordelen.
• Uzelf op de hoogte stellen wanneer de student de examinerende werkzaamheden uitvoert. Competentiegericht beoordelen gebeurt voornamelijk via observatie tijdens het door de student uitvoeren van de werkzaamheden. • Uzelf, eventueel in overleg met collega’s, op de hoogte stellen wanneer de andere beoordelingmethoden, beoordelingsgesprek en presentatie(s) plaatsvinden. Dit is afhankelijk van het plan van aanpak van de student. • Onafhankelijk beoordelen van de student. De prestatie van elke student beoordeelt u aan de hand van dezelfde normen en op gelijke wijze. Indien u voor of tijdens de examenperiode ook als begeleider van de student optreedt, spreekt u vooraf met de student af, op welke tijdstippen de beoordeling plaatsvindt en over welke werkprocessen het gaat. • U observeert het gedrag van de student tijdens de uitvoering van de werkprocessen. U beoordeelt het gedrag van de student op basis van de criteria bij de competenties in het beoordelingsformulier bij elk werkproces. Competent gedrag wordt beoordeeld met O-V-G. Bij een score O en/of G verantwoordt u dit in de kolom ‘Opmerkingen’ in het beoordelingsformulier. • Beroepsproducten beoordeelt u met O-V-G. De criteria die daarbij gelden, staan aangegeven bij het product in het beoordelingsformulier. Via een beroepsproduct worden tevens een of meer competenties bij een werkproces (mede) aangetoond. Bij een score O en/of G verantwoordt u deze score in de kolom ‘Opmerkingen’ in het beoordelingsformulier. • Eventueel houdt en beoordeelt u een beoordelingsgesprek dat de student bij werkproces 1.3 moet voeren met O-V-G. Beoordeling vindt plaats op basis van de criteria die in de beoordelingsformulieren staan. Een beoordelingsgesprek wordt uitgevoerd volgens de STARR- methode, zie bijlage 4. Bij een score O en/of G verantwoordt u dit in de kolom ‘Opmerkingen’ in het beoordelingsformulier. • Erop toezien dat de student zijn werkprocessen uitvoert volgens zijn goedgekeurde PAP.
Examendossier
98
Made with FlippingBook