006121460002

bIjlage 4

handreiking presentatie

Een presentatie kan op twee punten worden beoordeeld. Op je manier van presenteren en op de inhoud. Deze handreiking is bedoeld om je te beoordelen op de inhoud. Tijdens een presentatie toon of demonstreer je producten en/of diensten. Daarbij geef je toelichting en/of achtergrondinformatie. Je legt uit welke kennis en vaardigheden je wanneer hebt ingezet en waarom en op basis waarvan je bepaalde keuzes hebt gemaakt. Tijdens de presentatie wordt ook vastgesteld of het beroepsproduct authentiek is, dus door jou is geproduceerd. De beoordelaars kunnen vragen stellen. Kortom: tijdens een presentatie laat je zien dat jij je bewust bent van het eigen competente handelen. Een presentatie kan ook beoordeeld worden aan de hand van de STARRT-methode. De criteria die in een presentatie aan de orde moeten komen en waar je uitleg aan moet voldoen, staan in de beoordelingsformulieren van paragraaf 6.3. S = situatie • Je vertelt waar de situatie ( de uitvoering) plaatsvond. • Wanneer de situatie (de uitvoering) plaatsvond. • Wie waren erbij betrokken? T = taak • Je vertelt wat de opdracht was en wat precies jouw taak was. • Wat was je doel? • Wat was je verantwoordelijkheid? A = activiteiten • Je vertelt welke concrete activiteiten je hebt verricht. • Welke prioriteiten zijn gesteld en waarom? • Wat heb jij precies gedaan? • Wat hebben anderen gedaan? • Welke kennis, houding en inzichten heb je toegepast?

165 Middenkaderfunctionaris bouw en infra

Made with