006121460002

3. Reflectieverslag Je beoordelaar leest in je verslag waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en wat je precies gedaan hebt om tot het resultaat te komen. 4. Beoordelingsgesprek Je beoordelaar vraagt waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet. Hij achterhaalt zo nodig wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd. 5. Presentatie Jij legt uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet en wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd.

In bijlage 1 staat omschreven wat de beoordelingsmethoden precies inhouden en hoe en door wie ze worden uitgevoerd.

2 3 4 beoordelen van competenties

Zoals in paragraaf 2.3.3 al staat aangegeven staan bij elke competentie: • de eisen omschreven voor de kennis en vaardigheden die je moet inzetten en de beroepshouding die je moet tonen. • de eisen voor het resultaat van je werkzaamheden.

De beoordelaars bepalen doorgaans door middel van observatie en productbeoordeling of je voldoet aan de gestelde eisen.

In een aantal gevallen wordt één van de aanvullende beoordelingsmethoden ingezet: • Reflectieverslag • Beoordelingsgesprek • Presentatie

16 KWALIFICEREND DOSSIER

Made with