006121460002

Aangekruiste criteria per niveau Aantal aangekruiste criteria 2F: Aantal aangekruiste criteria 3F: Aantal aangekruiste criteria 4F: Stap 4 Bepaal score en eindcijfer. Score is totaal aantal aangekruiste criteria van het niveau van deze opdracht (zie stap 1) of criteria van een hoger niveau (maximaal 9). Eindcijfer wordt bepaald op basis van onderstaande tabel. SCORE: Score 9 8 7 6 5 ≤ 4 = = = = = = Cijfer 10 8 6 = niveau van deze opdracht behaald 5 4 3 EINDCIJFER: Stap 5 Bepaal behaald niveau. Niveau van de opdracht (zie stap 1) is behaald als de student minimaal een 6 (= 80% van de vereiste criteria) heeft gescoord. BEHAALD NIVEAU: Onderbouwing van de beoordeling: Handtekening beoordelaar: Datum: Handtekening student: Datum:

❒ Houding, mimiek en gebaren ondersteunen je verhaal en komen overtuigend over.

❒ Je grammatica is correct. Je maakt zelden fouten, maar deze corrigeer je snel en onopvallend.

❒ Je bent goed verstaanbaar en kiest de juiste klemtoon om ook fijnere betekenisnuances uit te drukken. Er is sprake van een vloeiende taal- stroom.

❒ Je beschikt over een breed repertoire aan woorden en uitdrukkingen en gebruikt deze altijd correct. ❒ Je formuleert gevarieerd en doeltreffend.

❒ Je gebruikt ordeningspatronen, verbindings- woorden en andere samenhangende elementen die de samenhang in je tekst bevorderen.

❒ Je tekst is logisch gestructureerd, waardoor het publiek je gedachtegang goed kan volgen.

❒ Je bent goed verstaanbaar, hebt een goede articulatie en intonatie en spreekt eigenlijk alle

❒ Je beschikt over voldoende woorden, al moet je soms een omschrijving geven van een voor jou onbekend woord. ❒ Je varieert het woordgebruik. ❒ Je kunt redelijk moeiteloos variëren in je formuleringen. ❒ Je beschikt over een goede woordenschat en bent trefzeker in je woordkeuze, al komt incidenteel onjuist woordgebruik wel voor.

❒ Houding, mimiek en gebaren ondersteunen je verhaal en komen spontaan en natuurlijk over.

❒ Je (samengestelde) zinsconstructies zijn correct. Incidenteel komen vergissingen, niet-stelsel- matige fouten en kleine onvolkomenheden voor, maar deze verbeter je direct.

woorden correct uit. Er zijn weinig (niet storende) pauzes.

❒ Je gebruikt middelen om de samenhang in je tekst duidelijk te maken (o.a. signaal- en verbindings- woorden).

❒ Je tekst is helder en samenhangend. De opbouw en structuur maak je duidelijk aan het publiek en je volgt deze ook.

❒ Je (samengestelde) zinsconstructies zijn grammaticaal redelijk correct. Soms aarzel je en maak je fouten, maar je herstelt deze.

❒ Je uitspraak is duidelijk verstaanbaar, ondanks een eventueel accent, af en toe een verkeerd uitgesproken woord en/of haperingen.

Samenhang ❒ Je verhaal is duidelijk door een samenhangende opsomming van punten, waarbij je het belangrijkste goed naar voren brengt. Woordgebruik en woorden- schat Vloeiendheid,

❒ Houding, mimiek en gebaren ondersteunen het gesprokene.

❒ Je verbindt je verhaal, dat bestaat uit korte, eenvoudige zinnen door de juiste, eenvoudige voegwoorden en verbindingswoorden.

verstaanbaar- heid en

grammaticale beheersing

188 KWALIFICEREND DOSSIER

Made with