006121460002

Aangekruiste criteria per niveau Aantal aangekruiste criteria 2F: Aantal aangekruiste criteria 3F: Aantal aangekruiste criteria 4F: Stap 4 Bepaal score en eindcijfer. Score is totaal aantal aangekruiste criteria van het niveau van deze opdracht (zie stap 1) of criteria van een hoger niveau (maximaal 11). Eindcijfer wordt bepaald op basis van onderstaande tabel. SCORE: Score 11 10 9 8 7 ≤ 6 = = = = = = Cijfer 10 8 6 = niveau van deze opdracht behaald 5 4 3 EINDCIJFER: Stap 5 Bepaal behaald niveau. Niveau van de opdracht (zie stap 1) is behaald als de student minimaal een 6 (= 80% van de vereiste criteria) heeft gescoord. BEHAALD NIVEAU: Onderbouwing van de beoordeling: Handtekening beoordelaar: Datum: Handtekening student: Datum:

❒ Je past de conventies en lay-out van het (beroeps) product bewust en consequent toe om het begrip van de lezer te ondersteunen.

❒ Je maakt zelden vergissingen in de zinsstructuur van lange, meervoudig samengestelde zinnen.

❒ Je schrijft de werkwoordsvormen meestal correct. ❒ Je schrijft consequent de werkwoordvormen correct. ❒ Je gebruikt leestekens correct. ❒ Je gebruikt alle leestekens correct.

❒ Je hebt geen merkbare beperkingen in woord- gebruik. Je woordgebruik is rijk en zeer gevarieerd. ❒ Je maakt geen vergissing in onveranderlijke woorden.

❒ Je gebruikt juiste verbindingswoorden. ❒ Je gebruikt de juiste verbindings- en signaal- woorden in lange, samengestelde zinnen, die voor de lezer goed te begrijpen zijn.

scheid in relevante en niet-relevante argumenten. ❒ Je gebruikt meestal juiste verwijzingen. ❒ Je gebruikt juiste verwijzingen. ❒ De verwijzingen in je tekst (ook noten, bronnen en bijlagen) zijn compleet en correct. ❒ Je gebruikt veel voorkomende voeg- en

❒ Je geeft in je betoog duidelijk aan wat hoofdzaken zijn en wat ondersteunend is en maakt onder-

❒ Je geeft je (complexe) gedachtegang goed en helder weer.

❒ Je gedachtelijn is logisch en consequent en voor de lezer goed te volgen. ❒ Je verbindt de delen van de tekst tot een samenhangend geheel.

❒ Je past de conventies van het (beroeps)product correct toe en stemt lay-out af op doel en publiek.

❒ Je maakt incidenteel een vergissing in de zinsstructuur van samengestelde zinnen.

❒ Je varieert het woordgebruik en voorkomt herhaling van woorden. Je gebruikt eigenlijk altijd de juiste woorden. ❒ Je maakt incidenteel een vergissing in een onveranderlijk woord.

verbindingswoorden (o.a. als, hoewel) correct.

Leesbaarheid ❒ Je past de conventies van het (beroeps)product correct toe, o.a. - tussenkopjes - witregels

❒ Je schrijft korte zinnen correct, maar bij langere zinnen maak je incidenteel nog fouten.

❒ Je schrijft de werkwoordsvormen correct, behalve voltooide deelwoorden.. ❒ Je gebruikt ook hoofdletters bij eigennamen en directe rede correct.

❒ Je varieert het woordgebruik, maar je maakt nog fouten in minder frequent voorkomende woorden en uitdrukkingen. ❒ Je schrijft de meeste onveranderlijke woorden correct, maakt alleen nog fouten in aaneen-/ losschrijven van woorden.

❒ Je tekst is geordend in inleiding – kern – slot. Ook zijn er goede alinea’s met inhoudelijke verbanden.

Samenhang ❒ Je gedachtegang is logisch en voor de lezer meestal te volgen.

Spelling,

interpunctie en grammatica

Woordgebruik en woorden- schat

190 KWALIFICEREND DOSSIER

Made with