006122670001

Informatie voor begeleiders

Doel van deze stap

Nadat de werkzaamheden zijn afgerond, zorgt de student zelf voor het opruimen van de werkplek. Als alles klaar is, controleert hij zelf of alles in orde is. Het is belangrijk dat de student zich aanleert om zijn werk te controleren. Hij moet leren dat hij verantwoordelijk is voor het werk dat hij gemaakt heeft. Vanzelf- sprekend mag de student tijdens deze controle aanpassingen en/of verbeteringen uitvoeren om het eindresultaat te verbeteren. Als de student van mening is dat alles goed is, vraagt hij om het werkstuk te beoordelen. De student: • Controleert eerst zelf of het werkstuk goed gemaakt is volgens tekening. • Heeft de werkplek op een correcte manier opgeruimd. • Heeft een berekening van het aantal gewerkte uren gemaakt. • Heeft een berekening van de gebruikte materialen gemaakt. • Kan uitleggen hoe hij de controle heeft uitgevoerd. • Heeft de verslagen van de beoordeling opgeborgen in de activiteitenmap. • Heeft de reacties op zijn werk door leidinggevende of collega’s verzameld. Vooraf heeft de student een planning gemaakt. In de planning stond hoeveel materiaal, materieel en tijd hij dacht nodig te hebben voor het maken van dit werkstuk. Hij controleert nu deze planning: • Hoeveel materiaal heb ik daadwerkelijk gebruikt? Heb ik iets vergeten of had ik teveel? • Welke gereedschappen heb ik gebruikt? Heb ik iets vergeten? • Hoeveel tijd heb ik gebruikt om het werkstuk te maken? Was dit meer of minder dan ik had gedacht? Wat was de oorzaak van dit verschil?

Deze controle bespreekt de student tijdens de beoordeling met de beoordelaar. De controle moet hij in de activiteitenmap bewaren (tabblad 11).

109

De Stenenklem