006122670004
S
• In welke situatie heb je het werkstuk gemaakt??
Situatie
Stap 1 Oriënteren
• Denk daarbij aan tijd-plaats-omstandigheden. • welke kennis en praktische ervaring had je aan het begin van de opdracht? • Zijn er nog speciale gebeurtenissen voorge- vallen tijdens de opdracht? • wat was de opdracht precies? • wat werd er van jou verwacht? • welk eindresultaat moest je leveren? • wat waren je bevoegdheden? Hoe ver mocht je gaan? • welke werkzaamheden heb je uitgevoerd tijdens de – Voorbereiding – Uitvoering – Afronding • waren er nog aparte acties nodig? • Aan welke zaken heb je op school aandacht besteed? • wat was het resultaat van je werkzaamheden? • Ben je (on)tevreden over het resultaat? waarom? • wat ging er goed tijdens de: – Voorbereiding • Hoe kijk je op deze beroepstaak terug? • positief of negatief? waarom? • wat ging er goed? wat ging minder goed? • Zijn er belangrijke leerpunten? waar ga je meer aandacht aan besteden? • Hoe ga je je opgedane kennis en vaardig- heden toepassen in volgende taken? – Uitvoering – Afronding?
T
Taak
Stap 2 Plannen
A
Actie
Stap 3 Voorbereiden Stap 4 Uitvoeren
R
Resultaat
Stap 5 Controleren Stap 6 Beoordelen
R
Reflectie
Stap 7 Terugkijken
T
Transfer
Stap 1 Oriënteren
92
plaaTWeRkeR
Made with FlippingBook