006131880003

006131880003

metaalbewerken

basislasser Crebo 94302

beroepstaak Lassen BMBE

CONSTRUCTIEWERKER Crebo 95761

Beroepstaak begeleidersversie Lassen BMBE

Artikelnummer: 006122940002

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van het Consortium Beroepsonderwijs.

Directeur en managementteam M. Wouters L. Fine B. Huijberts A. Pijnenburg I. Rabelink

Ontwikkelteamleider J. Berghs

Leden werkgroep A. Brok

ROC van Twente ROC Nijmegen

W. Emons A. Gelissen T. Overdijk

ROC Midden Nederland

ROC van Twente

T. Zuijderduin

ROC ASA

Redactie J. Berghs M. Brok

Ontwerp Microweb Edu b.v., Henny Witjes Studio Blanche

© 2013 Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting. Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat het Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degenen die menen alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met het Consortium.

Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met Microweb Edu B.V. (www.microwebedu.nl)

Inhoudsopgave

5

Introductie

9

Stap 1 Oriënteren

17

Stap 2 Plannen

25

Stap 3 Voorbereiden

57

Stap 4 Uitvoeren

65

Stap 5 Controleren

73

Stap 6 Beoordelen

81

Stap 7 Terugkijken

Bijlage 1 Reflectieformulier

89 90 91

Bijlage 2 Formulier Urenverantwoording

Bijlage 3

Monitor

3

LASSEN BMBE

Introductie

Als basislasser verbind je diverse onderdelen aan elkaar door het

toepassen van bepaalde technieken. Denk hierbij aan: lassen , lijmen,

schroeven, flenzen, boutverbindingen, persen en klinken.

Deze beroepstaak gaat over de verbindingstechniek met beklede elektrode lassen (MBE). Ook bij het lassen is het van belang dat je verschillende vaardigheden beheerst. Je bezit voldoende kennis om de verschillende delen te lassen, volgens op de tekening vermelde normen. Om er zeker van te zijn dat je die vaardigheden beheerst, ga je eerst een aantal oefeningen maken. Bij stap 3, Voorbereiden, komen we daarop terug. Je wordt beoordeeld op WAT je gemaakt hebt en HOE je het werk hebt uitgevoerd. In deze beroepstaak werk je als basislasser aan je vaardigheden. Je krijgt de opdracht om verschillende TIG-lasverbindingen te maken. Je kunt de opdracht van deze beroepstaak op school of in het bedrijf uitvoeren. Bespreek de mogelijkheden met je begeleiders. Voordat je de eindopdracht gaat maken ga je in stap 3 (Voorbereiden) enkele oefenwerkstukken maken. In deze beroepstaak zijn de volgende oefenwerkstukken op genomen: • Onderhands lassen • Staande hoeklas • Pijplassen In deze beroepstaak

Overleg met je praktijkopleider en je trajectbegeleider welke oefenwerks- tukken je nog moet maken.

Aan het einde van deze beroepstaak lever je de eindopdracht op. Je krijgt van je begeleiders een overzicht aan welke eisen dit werkstuk moet voldoen. Bespreek dit met je praktijkopleider en je trajectbegeleider.

5

LASSEN BMBE

In te leveren producten per stap

Hieronder een overzicht van de producten die je per stap inlevert.

Stap 1 Oriënteren

• Opdrachtomschrijving in eigen woorden • Overzicht benodigde vaardigheden

Stap 2 Plannen

• Planning praktijkoefeningen • Planning theorie • Ingevulde activiteitenplanner

Stap 3 Voorbereiden

• Oefenwerkstukken • Planning materiaal en gereedschappen • Werkvoorbereiding eindwerkstuk • Urenverantwoording

Stap 4 Uitvoeren

• Foto-/videoverslag • Urenverantwoording

Stap 5 Controleren

• Ingevulde controlelijst • Foto-/videoverslag • Opgeruimde werkplek • Urenverantwoording • Nacalculatie

Stap 6 Beoordelen

• Eindwerkstuk • Complete activiteitenmap • Beoordelingsformulieren

Stap 7 Terugkijken

• Reflectieverslag • Competentiescoretabel • Portfoliol

6

CONSTRUCTIEWERKER

Werken met de activiteitenmap

In de Introductietaak heb je de activiteitenmap aangelegd. Je werkt deze bij met de gegevens van deze beroepstaak. Alle in te leveren producten per stap komen in deze activiteitenmap. Je kunt dan alle gegevens overzichtelijk bij elkaar houden.

Deel de map in volgens dit schema:

Stap

TAB Titel tabblad

Belangrijke gegevens [Je eigen gegevens en andere gegevens praktijkopleider, SLB’er, docenten, BPV-begeleider etc.] Opdrachtomschrijving [in eigen woorden aan de hand van instructie en werktekeningen]

1

Stap 1

2

Invullen activiteitenplanner

3

Stap 2

Werkvoorbereiding eindproduct

4

Stap 3

Uitwerking stapopdrachten en voorbereidende praktijkoefeningen

5

(Controle)lijst materialen en gereedschappen

6

Toepassen vakvaardigheden

7

Stap 4

Speciale gereedschappen

8

Werkvolgorde

9

Uitvoering/maken van de opdracht

10

Controleren eigen werk [Urenverantwoording voor de stappen 3, 4 en 5 en nacalculatie]

11

Stap 5

Opruimen eigen werkplek

12

Verdiepende vragen/opdrachten van alle stappen [Vrije invulling voor activiteiten/producten]

13

Beoordeling door leidinggevende

14

Stap 6

Opdrachtgever/bedrijf tevreden?

15

Stap 7

Reflectie

16

7

LASSEN BMBE

Na deze beroepstaak

Als je deze beroepstaak goed uitvoert, kun je: • aan de hand van een tekening een goede werkvoorbereiding maken • de juiste materialen opzoeken en controleren • de te gebruiken machines en gereedschappen controleren, afstellen en bedienen • in afwijkende situaties een oplossing bedenken • met alle betrokkenen in het werkproces overleggen, zodat de werkzaamheden vlot verlopen • lasverbindingen maken die aan de gestelde kwaliteitseisen voldoen • zorg dragen voor een goede werkuitvoering en werken volgens Arbo- voorschriften en geldende bedrijfsregels

• metingen en controles uitvoeren om te voldoen aan de eisen • gereedschappen, machines en werkplek schoonhouden.

Op school komt de volgende vaktheorie aan de orde: • tekeninglezen • uitslagen maken • polytechniek • rekenen/wiskunde

• MBE-lasverbindingen • meten en controleren • materialenleer: – de indeling van staalsoorten benoemen in ongelegeerd, laaggelegeerd en hooggelegeerd staal – destructieve en niet-destructieve onderzoeksmethoden • Arbo-regels ten aanzien van veiligheid en gezondheid bij de laswerkzaamheden • veiligheid en milieu.

8

CONSTRUCTIEWERKER

Stap 1 Oriënteren

Competentieontwikkeling in stap 1

In te leveren producten

Voldoende Goed

Criteria

Werkproces

competentie

Onvoldoende

Opdrachtomschrijving in eigen woorden

• Volgens STAR-methode of Mindmap

1.1 E

Overzicht benodigde vaardigheden

• Zo volledig mogelijk

1.1 E

Taalkaarten nummer: 5, 10, 11, 15, 16, 18, 20 LB-kaarten nummer: 1

9

LASSEN BMBE

Competentiebeoordeling

Voldoende Goed

Beoordelings- methode

Onvoldoende

Vervaardigt producten

Kerntaak 1

Voorbereiden van werkzaamheden

Werkproces 1.1

E. Samenwerken en overleggen • Je stemt de uit te voeren werkzaamheden af met de leidinggevende. • Je raadpleegt en betrekt anderen bij de voorbereiding.

Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Opdrachtomschrijving • Overzicht benodigde vaardigheden

Beoordeling

Competent uitvoeren werkproces 1.1

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Functie

Datum

Handtekening

10

CONSTRUCTIEWERKER

Activiteiten

In deze beroepstaak ga je verschillende TIG-lasverbindingen maken. Daarvoor is het nodig dat je verschillende vaardigheden beheerst. In deze stap ga je onderzoeken waar je allemaal mee te maken kunt krijgen als je de opdrachten van deze beroepstaak gaat uitwerken. Met een lijst van de vaardigheden of mindmap of productanalyse of STAR-verslag kun je dat overzichtelijk in kaart brengen. Vraag aan je begeleiders hoe je deze methodes moet toepassen.

1) Opdrachtomschrijving

Maak een opdrachtomschrijving in eigen woorden aan de hand van de instructie en de werktekeningen met behulp van: • Een mindmap Of • Een STAR-verslag Mindmap Maak een mindmap over de opdracht van deze beroepstaak. Informatie over de mindmap krijg je van je begeleiders op school.

11

LASSEN BMBE

STAR-verslag Maak je opdrachtomschrijving aan de hand van de eerste vier onderdelen (S-T-A-R) van de STARRT-methode. Omdat je in stap 1 Oriënteren bezig bent, zijn de laatste twee onderdelen (R-T) niet van toepassing. Deze komen aan bod in stap 7.

S

• Waar maak je het werkstuk? (school/bedrijf) • Voor wie maak je het werkstuk? • Wanneer ga je het werkstuk maken? • Met wie ga je samenwerken? • Wie heeft de eindverantwoording? • Is de taakomschrijving/tekening duidelijk? • Welke competenties vinden de opdrachtgevers/beoordelaars belangrijk? • Waar moet het eindresultaat aan voldoen? • Welke werkzaamheden ga je uitvoeren? • Welke vaktechnische handelingen komen daarbij kijken? • Welke vaardigheden moet je nog leren? • Hoe ga je het werk organiseren? • Wat is het eindresultaat van de opdracht? • Waaraan moet het eindresultaat voldoen volgens de opdrachtgevers/beoordelaars? • Wanneer is het voldoende/onvoldoende? • Waar letten de beoordelaars nog meer op? • Hoe kijk je op deze beroepstaak terug? • Positief of negatief? Waarom? • Wat ging er goed? Wat ging minder goed? • Zijn er belangrijke leerpunten? Waar ga je meer aandacht aan besteden? • Hoe ga je je opgedane kennis en vaardig- heden toepassen in volgende taken?

Situatie

Stap 1 Oriënteren

T

Taak

Stap 2 Plannen

A

Actie

Stap 3 Voorbereiden Stap 4 Uitvoeren Stap 5 Controleren Stap 6 Beoordelen

R

Resultaat

R

Reflectie

Stap 7 Terugkijken

T

Transfer

Stap 1 Oriënteren

Berg de producten op in je activiteitenmap achter tabblad 2.

12

CONSTRUCTIEWERKER

13

LASSEN BMBE

Informatie voor begeleiders

Omschrijving van de opdracht

In deze stap moet de student zich oriënteren op de opdracht. Het is de bedoeling dat hij kan uitleggen wat de beroepstaak inhoudt. U kunt met hem overleggen op welke manier hij dat gaat doen. Een schriftelijk verslag is daarbij niet altijd noodza- kelijk. Er zijn genoeg mogelijkheden om doeltreffend te communiceren. In deze stap kunt u de Taalkaarten en LB-kaarten inzetten. Zorg er wel voor dat u bewijsmateriaal heeft om aan te tonen dat de student aan de opdracht heeft voldaan. Met controlerende en sturende stapvragen kunt u de student activeren zich zo goed mogelijk te oriënteren. De student gaat duidelijk maken: • Welke lasopdrachten hij gaat maken. • Hoe de lasopdrachten (aan de hand van de tekeningen) er uitzien. • Welke vaktechnische handelingen hij bij het maken van de lasopdrachten gaat uitvoeren. • Welke bijbehorende materialen en gereedschappen hij gaat toepassen.

Voor de beschrijving van de opdracht kunt u de student bevragen via de eerste vier onderdelen van de STARRT-methode.

Actieplan voor de begeleiders

Stap

Activiteiten

Gewenste resultaten

Opdrachtomschrijving in eigen woorden aan de hand van instructie en tekeningen of een Mindmap of een STAR-verslag

1. Oriënteren

• Oriëntatie op de taak • Afstemmen met SLB’er en praktijkopleider • Observatie op basis van de prestatie-indicatoren

Informatie voor docenten

Een voorbeeld van de lesstofonderdelen is uitgewerkt in het overallschema van deze beroepstaak. Dit overallschema kunt u gratis downloaden op www.consortiumbo.nl

14

CONSTRUCTIEWERKER

Toepassing Taalkaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende Taalkaarten.

Stap

Product(en)

Taalkaart

Vaardigheid

• Gesprekken voeren • Lezen • Lezen • Schrijven • Gesprekken/Schrijven • Woordkennis

5 10 10, 11 18 15, 16 20

1 Oriënteren

• Overleg, discussie • Lezen informatie • Informatie samenvatten

• Oriëntatieverslag • Solliciteren/Stage • Woordenschat

Toepassing LB-kaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende LB-kaarten.

Stap

Product(en)

LB-kaart

Uitwerking

1 Oriënteren

• Oriëntatieverslag

1

Communicatie over: • Mijn beroep

15

LASSEN BMBE

16

CONSTRUCTIEWERKER

Stap 2 Plannen

Competentieontwikkeling in stap 2

In te leveren producten

Voldoende Goed

Criteria

Werkproces

competentie

Onvoldoende

Planning praktijkoefeningen • Begin- en einddatum van de oefeningen zijn bekend

1.1 K

1.1 K

Planning theorie

• Begin- en einddatum van de oefeningen zijn bekend • Duidelijk welke oefeningen gedaan worden • In overleg met de begeleider • Ondertekend door begeleider • Volledig ingevuld

Ingevulde activiteitenplanner

1.1 K

Taalkaarten nummer: 4, 5, 6, 18 LB-kaart nummer: 2

17

LASSEN BMBE

Competentiebeoordeling

Voldoende Goed

Beoordelings- methode

Onvoldoende

Vervaardigt producten

Kerntaak 1

Voorbereiden van werkzaamheden

Werkproces 1.1

K. Vakdeskundigheid toepassen • Je neemt de verzamelde informatie door en interpreteert deze.

Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Planning praktijkoefeningen • Planning theorie • Ingevulde activiteitenplanner

Beoordeling

Competent uitvoeren werkproces 1.1

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Functie

Datum

Handtekening

18

CONSTRUCTIEWERKER

Opstellen activiteitenplanner

De opdracht voor deze beroepstaak heb je nu duidelijk in kaart gebracht. In deze stap van de beroepstaak ga je: • de praktijk- en theorieopdrachten plannen • in de activiteitenplanner invullen wat je gaat oefenen en leren • de TIPS uit de vorige beroepstaak plannen.

Overleg daarover met je begeleiders.

Je geeft met de begin- en einddatum ook aan hoeveel tijd je aan de verschillende onderdelen gaat besteden.

19

LASSEN BMBE

Activiteitenplanner

Beroepstaak Complexiteit

Naam student

Praktijkopleider

Begeleider school

Eind

Begin

Ik ga leren/

ontwikkelen/

Onderwerpen

vervaardigen

TIPS uit de vorige beroepstaak Neem de TIPS, gegeven op het reflectieverslag van de vorige BT hier over. Geef aan welke activiteiten je in deze BT gaat uitvoeren om de TIPS te verbeteren. Competenties die extra aandacht krijgen in deze beroepstaak • Bespreek met je begeleiders welke compe- tenties in deze BT extra aandacht krijgen.

Praktijk TIG-lassen • Onderhands lassen • Staande hoeklas • Buitenhoeklas Oefenwerkstukken vervaardigen In te vullen door student (in overleg met praktijkopleider)

Eindopdracht

Vaktheorie • Tekeninglezen • Uitslagen maken • Polytechniek • Rekenen/wiskunde • TIG lasverbindingen • Materialenleer

– de indeling van staalsoorten benoemen in ongelegeerd, laaggelegeerd en hooggelegeerd staal – destructieve en niet-destructieve onderzoeksmethoden • Meten en controleren • Arbo-regels ten aanzien van veiligheid en gezondheid bij de laswerkzaamheden • Veiligheid en milieu (VCA)

20

CONSTRUCTIEWERKER

Onderwerpen

Ik ga leren/

Eind

Begin

ontwikkelen/

vervaardigen

Tekening lezen • Lassymbolen • Stuklijst

• Projectiemethode • Uitslagen maken • Schalen • Maatinschrijving Nederlands (2F) • Verslagen maken • Lezen • Woordkennis • Gesprekken voeren • Schrijven

• Luisteren naar instructies • Presenteren van resultaten

LB

Rekenen/Wiskunde (2F) • Rekenen (Deviant) • Berekening materialen • Nacalculatie • Werkvoorbereiding • Wiskunde in de vaktheorie • Polytechniek

Verantwoording

Datum

Handtekening

Begeleider school

Praktijkopleider

Student

21

LASSEN BMBE

Activiteiten

1) Planning van de praktijkoefeningen

Noteer in de activiteitenplanner: a de praktijkoefeningen die je gaat uitvoeren b waar je de praktijkonderdelen gaat uitvoeren c per oefening/onderdeel vóór welke datum je dat wil afronden.

2) Planning van de theorie

Noteer in de activiteitenplanner: a de theorieonderdelen die je op jouw school gaat volgen b de ondersteunende vakken zoals rekenen, wiskunde, LB en Nederlands c per onderdeel vóór welke datum je dat wil afronden.

3) Activiteitenplanner

a Stel met je begeleider het complexiteitsniveau van deze beroepstaak vast. b Maak de activiteitenplanner compleet. c Jouw begeleider stelt verdiepende vragen over jouw activiteitenplanner. d Samen stellen jullie vast dat de activiteitenplanner correct en volledig is ingevuld. e Laat je ingevulde activiteitenplanner ondertekenen door je begeleider op school en/of je praktijkopleider in het bedrijf.

Berg je portfolioproducten op achter tabblad 3 in je activiteitenmap.

22

CONSTRUCTIEWERKER

Informatie voor begeleiders

Een activiteitenplanner opstellen

Het doel van deze stap is dat de student een activiteitenplanner opstelt voor de beroepstaak. Hij moet in samenspraak met zijn begeleider(s) en docenten kunnen aangeven welke theoretische kennis en welke praktische vaardigheden hij nodig heeft om de beroepstaak goed uit te kunnen voeren. Als voorbeeld staat er een activiteitenplanner in de beroepstaak. U kunt deze uitbreiden en aanpassen naar eigen inzicht. U kunt de activiteiten- planner downloaden via: www.consortiumbo.nl.

Actieplan voor de begeleiders

Stap

Activiteiten

Gewenste resultaten

• Planning van praktijkoefeningen • Planning van theorie • Volledig ingevulde activiteitenplanner

2 Plannen

• Opstellen van een activiteitenplan • Afstemmen met SLB’er, praktijkopleider en docenten • Observatie op basis van de prestatie-indicatoren

Informatie voor docenten

Een voorbeeld van de lesstofonderdelen is uitgewerkt in het overallschema van deze beroepstaak. Zie www.consortiumbo.nl.

Toepassing van Taalkaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende Taalkaarten.

Stap

Product(en)

Taalkaart

Vaardigheid

• Gesprekken voeren • Schrijven • Spreken

4, 5 18 6

2 Plannen

• Overleg, discussie • Een plan opstellen • Een plan presenteren

23

LASSEN BMBE

Toepassing van LB-kaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende LB-kaarten.

Stap

Product(en)

LB-kaart

Uitwerking

2 Plannen

• Ingevulde activiteitenplanner 2

Communicatie over: • Mijn opleiding • POP

24

CONSTRUCTIEWERKER

Stap 3 Voorbereiden

Competentieontwikkeling in stap 3

In te leveren producten

Voldoende Goed

Criteria

Werkproces

competentie

Onvoldoende

1.2 L 1.6 K

Oefenwerkstukken

• Volgens afspraak met de begeleiders • Volgens tekeningen en planning • Alle relevante gereed- schappen zijn vermeld

Planning materiaal en gereedschappen Werkvoorbereiding eindwerkstuk

1.2 L 1.6 K 1.2 L 1.6 K

• Een correcte

werkvoorbereiding

1.2 L

Urenverantwoording

• Werkt binnen de gestelde tijd • Ondertekend door de begeleider

Taalkaarten nummer: 8 en 11 LB-kaart nummer: 2

25

LASSEN BMBE

Competentiebeoordeling

Voldoende Goed

Beoordelings- methode

Onvoldoende

Vervaardigt producten

Kerntaak 1

Machine en gereedschappen in- en afstellen

Werkproces 1.2

L. Materialen en middelen inzetten • Je kiest, controleert en gebruikt

Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Oefenwerkstukken • Planning materiaal en gereedschappen • Werkvoorbereiding eindwerkstuk • Urenverantwoording

materialen, middelen en gereed- schappen, waarvoor ze bedoeld zijn.

Bewerken en vervormen van het materiaal

Werkproces 1.6

K. Vakdeskundigheid toepassen • Je bewerkt en vervormt het materiaal vakkundig en accuraat volgens tekeningen, bewer- kingsinstructies, bedrijfsregels en Arbo-voorschriften.

Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Oefenwerkstukken • Planning materiaal en gereedschappen • Werkvoorbereiding eindwerkstuk

Beoordeling

Competent uitvoeren werkproces 1.2

Competent uitvoeren werkproces 1.6

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Functie

Datum

Handtekening

26

CONSTRUCTIEWERKER

Activiteiten

Praktische oefeningen In deze stap ga je praktische oefeningen uitvoeren om straks zonder problemen de eindopdracht uit te kunnen voeren. Spreek met je praktijkopleider af welke praktische oefeningen je gaat uitvoeren. Deze praktische oefeningen vink je na afloop af in je activiteitenplanner. Er zijn drie praktische oefeningen opgenomen in deze beroepstaak. • Onderhands lassen • Staande hoeklas • Buitenhoeklas In de urenverantwoording geef je o.a. aan wat je gaat doen, maar ook waar en wanneer. Belangrijk om te weten is ook: • Hoe worden de oefeningen beoordeeld? Maak daarvoor afspraken met je praktijkopleider. • Met welke lasvoorschriften moet je rekening houden? • Wat moet je score zijn?

Verder volg je praktijkinstructies en lessen vaktheorie.

Voorbereiding eindopdracht Je gaat in deze stap ook beginnen met de werkvoorbereiding van de eindopdracht. Daarbij besteed je aandacht aan de planning en de materialen en gereedschappen.

27

LASSEN BMBE

Je bereidt je ook voor op de afvoer van het restmateriaal en de eindcontrole.

Je gaat nu de oefenopdrachten maken. Houd ook de urenverant- woording bij.

Theoretische ondersteuning Tijdens de lessen vaktheorie aan de hand van de theoretische vragen bij de oefeningen. Nuttige links • http://www.techniekstad.nl • http://www.leerstofnet.nl • http://www.encyclo.nl/begrip/Constructiebankwerken

• http://www.techniekinbeeld.nl • http://www.2college.nl/tech/ • http://www.tribologie.nl • http://www.lasernieuws.nl/site/home/home.html

Veiligheid • http://www.VCA.nl

28

CONSTRUCTIEWERKER

Praktische oefeningen Oefening ‘Onderhands lassen’

De positie waarin een las gelegd moet worden is een heel belangrijk element waarmee rekening gehouden moet worden. De meest eenvoudige positie is onderhands lassen. We noemen dat ook wel ‘lassen in het gootje’.

1) Voorbereiding oefening

1. Uit welke hoofdonderdelen bestaat een BMBE-lasinstallatie? 2. Maak een schema van een BMBE-lasinstallatie. 3. Wat is de betekenis van de lettercombinatie BMBE? 4. De verschillende lasprocessen worden ook wel aangegeven met een getal. Maak een tabel waarin de lasprocessen zijn opgenomen. Vermeld in de kolom ernaast welk getal bij elk lasproces hoort. 5. Met welk doelen wordt tijdens het lassen de bekleding van de elektrode tot smelten gebracht? Noem er minstens vier. 6. Wat zijn de meest gebruikelijke diameters van de elektroden? 7. Als de bekleding van de elektrode rondom de kern niet overal even dik is, wat zou daarvan het gevolg kunnen zijn tijdens het lassen? 8. Op welke manier dienen elektroden opgeslagen te worden? 9. Tussen welke waarden varieert de spanning waarmee daadwerkelijk gelast wordt? 12. Wat wordt er met de voortloopsnelheid bedoeld? 13. Waaraan kun je zien of de voortloopsnelheid goed is? 14. Wat is het gevolg van een te hoge voortloopsnelheid? 15. Wat is het gevolg van een te lage voortloopsnelheid? 16. Hoe groot moet de afstand ongeveer zijn tussen elektrode en werkstuk? 17. Wat is er de oorzaak van dat er slakinsluitingen ontstaan? 18. Op welke twee manieren kan een ‘opdikking’ gelast worden? Maak dit duidelijk met schetsen. 19. Met welke symbolen worden de verschillende opdikkingen aangegeven? 20. Teken de lasaanduiding van een hoeklas met een a-hoogte van 5 waarbij het lassen onder de hand moet worden gedaan. 21. Maak een tekening van een lasaanduiding en geef aan waar de code van het lasproces moet staan. 22. Wat is de betekenis van de lasaanduiding bij stuknummer 5 van tekening BMBE1-94300-06? 23. Wat wordt er bedoeld met ‘inbranding’ van een las? 24. Welke veiligheidsmaatregelen moet je nemen bij het lassen? Denk daarbij aan maatregelen voor jezelf en voor de omgeving. 25. Wat is het voordeel van een lashelm ten opzichte van een laskap? 10. Met welke eenheid wordt de spanning aangegeven? 11. Met welke eenheid wordt de stroomsterkte aangegeven?

29

LASSEN BMBE

Er zijn zes verschillende oefeningen Onderhands lassen. Je vindt deze op tekeningen BMBE1-94300-02 t/m BMBE1-94300-07. Je kunt ook aan je praktijkopleider vragen naar een vergelijkbare opdracht. Bekijk de tekeningen van de opdrachten en voer de onderstaande activiteiten uit voordat je met de oefeningen begint. 26. Maak een materiaal-/zaaglijst aan de hand van de tekeningen van de oefeningen. 27. Maak een lijst van de lasnaadvormen en zet daar de waarden van de instel- lingen in. 28. Controleer of de lasapparatuur is aangesloten en ingeschakeld. Je hebt nu alle voorbereidingen van deze oefeningen doorlopen. Je kunt nu beginnen met het uitvoeren van de praktijkoefeningen. 1. Stel de lasapparatuur op de juiste waarden in, vraag zo nodig instructie aan je praktijkopleider. 2. Laat één en ander controleren door de praktijkopleider. 3. Ga pas na overleg met je praktijkopleider de lasoefeningen maken. 4. Maak het/de werkstuk(ken) volgens de gegevens van de tekeningen. 5. Haal de lasspetters en bramen weg. 6. Laat de praktijkopleider het resultaat van elke oefening zien voordat je met de volgende begint.

2) Uitvoeren oefening

3) Controle oefening

1. Vul de onderstaande controlelijsten in van de gemaakte oefeningen. 2. Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3. Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4. Ruim de werkplek op, schakel de lasmachine uit.

4) Beoordeling en nabespreking oefening

Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

30

CONSTRUCTIEWERKER

Controlelijst lasoefeningen Onderhands lassen, tekening BMBE1-94300-02

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

1/2 Hoeklas positie PA A-hoogte/bolheid

3

+1,45 0 ≤ 1,45

6

6

Ongelijkzijdigheid Randinkarteling Slakinsluitingen

4 6

4 6 4 2

0-4 0-2

Uiterlijk

Totaal

22

De totaalscore moet minimaal 16 punten zijn.

Controlelijst lasoefeningen Onderhands lassen, tekening BMBE1-94300-03

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

3/4 Hoeklas positie PA A-hoogte/bolheid

3

+1,45 0 ≤ 1,45

6

6

Ongelijkzijdigheid Randinkarteling Slakinsluitingen Onderbrekingen

4 6

4 6 4

0-4 0-2 0-2 0-2

0-2 0-2

Herstarten

Uiterlijk

2

Totaal

26

De totaalscore moet minimaal 20 punten zijn.

Controlelijst lasoefeningen Onderhands lassen, tekening BMBE1-94300-04

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

5/6 Hoeklas positie PA A-hoogte/bolheid

3

+1,45 0 ≤ 1,45

6

6

Ongelijkzijdigheid Randinkarteling Slakinsluitingen

4 6

4 6 4 2

0-4 0-2

Uiterlijk

Totaal

22

De totaalscore moet minimaal 16 punten zijn.

31

LASSEN BMBE

Controlelijst lasoefeningen Onderhands lassen, tekening BMBE1-94300-05

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

1 I-las in positie PA Overdikte

≤ 3

4

4

Uitlijnigheid

≤ 0,5

4

4

Randinkarteling

8

8

Slakinsluitingen

0-4

4

Uiterlijk

0-2

2

Totaal

22

De totaalscore moet minimaal 16 punten zijn.

Controlelijst lasoefeningen Onderhands lassen, tekening BMBE1-94300-06

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

2 I-las in positie PA Overdikte

≤ 3

4

4

Uitlijnigheid

≤ 0,5

4

4

Randinkarteling

6

6

Slakinsluitingen

0-4

4

Onderbrekingen

0-2

0-2

Herstarten

0-2

0-2

Uiterlijk

0-2

2

Totaal

24

De totaalscore moet minimaal 20 punten zijn.

Controlelijst lasoefeningen Onderhands lassen, tekening BMBE1-94300-07

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

3 I-las in positie PA Overdikte

≤ 3

4

4

Uitlijnigheid

≤ 0,5

4

4

Randinkarteling

6

6

Slakinsluitingen

0-4

4

Uiterlijk

0-2

2

Totaal

22

De totaalscore moet minimaal 16 punten zijn.

32

CONSTRUCTIEWERKER

33

LASSEN BMBE

34

CONSTRUCTIEWERKER

35

LASSEN BMBE

36

CONSTRUCTIEWERKER

37

LASSEN BMBE

38

CONSTRUCTIEWERKER

Oefening ‘Staande hoeklassen’

1) Voorbereiding oefening

In de vorige oefening heb je geleerd hoe je moet lassen ‘in het gootje’. Het is niet altijd mogelijk om het materiaal zo neer te leggen dat je mooi in het gootje kunt lassen. Eén van de andere posities is een staande hoeklas. 1. Een staande hoeklas wordt aangegeven met de letters PB. Laat in een tekening zien hoe het materiaal moet liggen bij een staande hoeklas. 2. Bij hoeklassen in het algemeen, maar in het bijzonder bij staande hoeklassen, is een veel voorkomende afwijking de zogenaamde randinkar- teling. Laat met behulp van tekeningen zien wat randinkarteling inhoudt. 3. Wat is de oorzaak van randinkarteling? 4. Tijdens het lassen met een beklede elektrode moet je met je hand waarin je de elektrodehouder vasthoudt twee bewegingen maken. Welke zijn dat? 5. Laat in een tekening de richtingen zien waarin je de elektrodehouder beweegt. Zet bij de pijlen die de richting aangeven de benaming van die beweging. 6. Wanneer je met een las stopt en een herstart moet maken, waar ontsteek je dan de vlamboog bij het herstarten? 7. Wat is de invloed van de stand van de elektrode op het uiterlijk en de kwaliteit van de las? 8. Heeft, bij een hoeklasverbinding, de bolheid van de las invloed op de sterkte van de verbinding? 9. Hoe groot mag de bolheid van een hoeklas zijn? Licht dit toe met een voorbeeld of een tekening. 10. Op welke manier kun je de plaats waar je staat te lassen afschermen van de rest van de werkplaats? 11. Moet je ook extra maatregelen nemen als je in een kleine ruimte gaat lassen? Zo ja, welke maatregelen zijn dat? 12. Geef de betekenis van de lasaanduiding van de stuknummers 3 en 4 van tekening BMBE1-94300-03. 13. Hoe kun je aan een lasaanduiding zien aan welke kant van het materiaal de las gelegd moet worden? 14. Hoe groot is de maximaal toegestane overdikte van een hoeklas? 15. Wat wordt er bedoeld met de ‘ongelijkzijdigheid’ van een hoeklas? Maak dit duidelijk door middel van een tekening. 16. De laseigenschappen van een elektrode worden bepaald door de soort bekleding die om de kerndraad zit. Welke soorten bekleding zijn er? 17. Hoe weet je met welke soort elektrode/bekleding je te maken hebt? 18. Hoe kun je aan een lasaanduiding zien dat een werkstuk rondom moet worden afgelast?

39

LASSEN BMBE

19. Bij welke lasnaadvormen komt het voor dat onderbroken lassen worden toegepast?

Er zijn vijf verschillende oefeningen Staande hoeklassen. Je vindt deze op tekeningen BMBE1-94300-08 t/m BMBE1-94300-12. Je kunt ook aan je praktijkopleider vragen naar een vergelijkbare opdracht. Bekijk de tekeningen van de opdrachten en voer de onderstaande activiteiten uit voordat je met de oefeningen begint. 20. Maak een materiaal-/zaaglijst aan de hand van de tekeningen van de oefeningen. 21. Maak een lijst van de lasnaadvormen en zet daar de waarden van de instel- lingen in. 22. Controleer of de lasapparatuur is aangesloten en ingeschakeld. Je hebt nu alle voorbereidingen van deze oefeningen doorlopen. Je kunt nu beginnen met het uitvoeren van de praktijkoefeningen. 1. Stel de lasapparatuur op de juiste waarden in, vraag zo nodig instructie aan je praktijkopleider. 2. Laat één en ander controleren door de praktijkopleider. 3. Ga pas na overleg met je praktijkopleider de lasoefeningen maken. 4. Maak het/de werkstuk(ken) volgens de gegevens van de tekeningen. 5. Haal de lasspetters en bramen weg. 6. Laat de praktijkopleider het resultaat van elke oefening zien voordat je met de volgende begint.

2) Uitvoeren oefening

3) Controle oefening

1. Vul de onderstaande controlelijsten in van de gemaakte oefeningen. 2. Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3. Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4. Ruim de werkplek op, schakel de lasmachine uit.

4) Beoordeling en nabespreking oefening

Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

40

CONSTRUCTIEWERKER

Controlelijst lasoefeningen Staande hoeklassen, tekening BMBE1-94300-08

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

1/2 Hoeklas positie PB A-hoogte/bolheid

3

+1,45 0

6

6

Ongelijkzijdigheid

≤ 1,45

4

4

Randinkarteling

6

6

Slakinsluitingen

0-4

4

Uiterlijk

0-2

2

Totaal

22

De totaalscore moet minimaal 16 punten zijn.

Controlelijst lasoefeningen Staande hoeklassen, tekening BMBE1-94300-09

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

3/4 Hoeklas positie PB A-hoogte/bolheid

3

+1,45 0 ≤ 1,45

6

6

Ongelijkzijdigheid Randinkarteling Slakinsluitingen Onderbrekingen

4 6

4 6 4

0-4 0-2 0-2 0-2

0-2 0-2

Herstarten

Uiterlijk

2

Totaal

26

De totaalscore moet minimaal 20 punten zijn.

Controlelijst lasoefeningen Staande hoeklassen, tekening BMBE1-94300-10

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

5/6 Hoeklas positie PB A-hoogte/bolheid

3

+1,45 0

6

6

Ongelijkzijdigheid

≤ 1,45

4

4

Randinkarteling

6

6

Slakinsluitingen

0-4

4

Uiterlijk

0-2

2

Totaal

22

De totaalscore moet minimaal 16 punten zijn.

41

LASSEN BMBE

Controlelijst lasoefeningen Staande hoeklassen, tekening BMBE1-94300-11

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

1/2 Hoeklas positie PB A-hoogte/bolheid

3

+1,45 0

7

7

Ongelijkzijdigheid

≤ 0,6

4

4

Randinkarteling

7

7

Slakinsluitingen

0-5

5

Uiterlijk

0-2

2

Totaal

25

De totaalscore moet minimaal 19 punten zijn.

Controlelijst lasoefeningen Staande hoeklassen, tekening BMBE1-94300-12

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

1/2 Hoeklas positie PB A-hoogte/bolheid

3

+1,45 0

7

7

Ongelijkzijdigheid

≤ 0,6

4

4

Randinkarteling

8

8

Slakinsluitingen

0-6

6

Uiterlijk

0-4

4

Totaal

29

De totaalscore moet minimaal 22 punten zijn.

42

CONSTRUCTIEWERKER

43

LASSEN BMBE

44

CONSTRUCTIEWERKER

45

LASSEN BMBE

46

CONSTRUCTIEWERKER

47

LASSEN BMBE

Oefening ‘Buitenhoeklassen’

De lasnaadvormen die je tot nu toe gemaakt hebt, waren allemaal redelijk goed te overzien tijdens het lasproces. Vooral bij een (binnen)hoeklas kan wat de richting betreft weinig fout gaan. Bij een buitenhoeklas is een en ander wat lastiger te overzien.

1) Voorbereiding oefening

1. Hoe ziet de lasaanduiding van een buitenhoeklas er uit? Maak er een tekening van. 2. Een binnenhoeklas mag een beetje bol zijn, een buitenhoeklas moet bol zijn. Hoe groot moet de bolheid van een buitenhoeklas zijn? 3. Bij een buitenhoeklas moet de doorlassing goed zijn. Wat wordt daarmee bedoeld? 4. Om een goede doorlassing te krijgen moet het materiaal worden gehecht met de juiste vooropening. Waar leggen we dan bij voorkeur de hechtlassen? 5. Wat gebeurt er als je te weinig of te zwakke hechtlassen legt? 6. Waarom moet je bij het lassen van een buitenhoeklas een zwaaiende beweging maken met het laspistool? 7. Soms worden buitenhoeklassen in meerdere lagen gelegd. Zet in een schema voor een las in drie lagen welke elektrodesoort je voor elke laag gebruikt en met welke stroomsterkte je dit zou gaan doen. 8. Op een elektrodepak staat een codering volgens NEN-ISO 2560. Geef een verklaring van de aanduiding: E 51 3 RR 32. 9. Wat wordt bedoeld met de term ‘overbloezing’? 10. Waarom is het gevaarlijk als je in een natte omgeving staat te lassen? 11. Welke nabewerking moet je doen als je klaar bent met het leggen van de lassen? 12. Hoe groot mag het koolstofpercentage in staal zijn om nog zonder speciale maatregelen te kunnen lassen? 13. Elektroden met een rutiel bekleding zijn er in twee uitvoeringen. Welke zijn dat? 14. Noem enkele laseigenschappen van rutielelektroden. 15. Noem enkele eigenschappen van elektroden met een basische bekleding. 16. Hoe komt het dat een werkstuk, nadat het gelast is, krom of scheef is geworden? 17. Hoe zou je dit krom of scheef worden kunnen voorkomen?

48

CONSTRUCTIEWERKER

Er zijn drie verschillende oefeningen Buitenhoeklassen. Je vindt deze op tekeningen BMBE1-94300-13 t/m BMBE1-94300-15. Je kunt ook aan je praktijkopleider vragen naar een vergelijkbare opdracht. Bekijk de tekeningen van de opdrachten en voer de onderstaande activiteiten uit voordat je met de oefeningen begint. 18. Maak een materiaal-/zaaglijst aan de hand van de tekeningen van de oefeningen. 19. Maak een lijst van de lasnaadvormen en zet daar de waarden van de instel- lingen in. 20. Controleer of de lasapparatuur is aangesloten en ingeschakeld. Je hebt nu alle voorbereidingen van deze oefeningen doorlopen. Je kunt nu beginnen met het uitvoeren van de praktijkoefeningen. 1. Stel de lasapparatuur op de juiste waarden in, vraag zo nodig instructie aan je praktijkopleider. 2. Laat één en ander controleren door de praktijkopleider. 3. Ga pas na overleg met je praktijkopleider de lasoefeningen maken. 4. Maak het/de werkstuk(ken) volgens de gegevens van de tekeningen. 5. Haal de lasspetters en bramen weg. 6. Laat de praktijkopleider het resultaat van elke oefening zien voordat je met de volgende begint.

2) Uitvoeren oefening

3) Controle oefening

1. Vul de onderstaande controlelijsten in van de gemaakte oefeningen. 2. Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3. Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4. Ruim de werkplek op, schakel de lasmachine uit.

4) Beoordeling en nabespreking oefening

Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

49

LASSEN BMBE

Controlelijst lasoefeningen Buitenhoeklassen, tekening BMBE1-94300-13

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

3/4 Buitenhoeklas positie PA Bolheid

≤ 0,5

3

3

Doorlassing

≤ 3

8

8

Aanvloeiing - randinkarteling

≤ 10% 8

8

Overbloezing

0-2

2

Slakinsluitingen

0-4

4

Uiterlijk

0-2

2

Totaal

27

De totaalscore moet minimaal 22 punten zijn.

Controlelijst lasoefeningen Buitenhoeklassen, tekening BMBE1-94300-14

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

3/4 Buitenhoeklas positie PA Bolheid

≤ 0,5

3

3

Doorlassing

≤ 3

8

8

Aanvloeiing - randinkarteling

≤ 10% 8

8

Overbloezing

0-2

2

Slakinsluitingen

0-4

4

Uiterlijk

0-2

2

Totaal

27

De totaalscore moet minimaal 22 punten zijn.

Controlelijst lasoefeningen Buitenhoeklassen, tekening BMBE1-94300-15

Stuknr. Omschrijving

Maat Tolerantie Waardering Max. te behalen punten

Behaalde punten Student Praktijk- opleider

3/4 Buitenhoeklas positie PA Bolheid

≤ 0,5

3

3

Doorlassing

≤ 3

8

8

Aanvloeiing - randinkarteling

≤ 10% 8

8

Overbloezing

0-2

2

Slakinsluitingen

0-4

4

Uiterlijk

0-2

2

Totaal

27

De totaalscore moet minimaal 22 punten zijn.

50

CONSTRUCTIEWERKER

51

LASSEN BMBE

52

CONSTRUCTIEWERKER

53

LASSEN BMBE

Eindopdracht

1) Planning materiaal en gereedschap

Maak een overzicht van het materiaal en de gereedschappen die je voor de eindopdracht nodig hebt.

2) Maken van de werkvolgorde/werkvoorbereiding

In de werkvoorbereiding neem je op wat je gaat doen en wat je daarbij nodig hebt. De tekening van het product is daarbij je belang- rijkste informatiebron. De volgende punten zijn daarbij van groot belang: • Welke informatie uit de tekening heb ik nodig. • Welke voorschriften moet ik toepassen bij het maken van de verschillende onderdelen. • Welke materialen, gereedschappen, hulpmiddelen en bescher- mingsmiddelen heb ik nodig. • Welke werkvolgorde moet ik toepassen. • Welke veiligheidsmaatregelen moet ik nemen.

Berg de resultaten van deze activiteiten op in je activiteitenmap achter tabbladen 4 t/m 6. . De urenverantwoording berg je op achter tabblad 11.

54

CONSTRUCTIEWERKER

Informatie voor begeleiders

Doel van deze stap

In deze stap moet de student zich voorbereiden op de opdracht van de beroepstaak. Hij moet genoeg praktische vaardigheden en theoretische kennis hebben om de taak uit te werken. Zie voor de planning het overallschema van de beroepstaak. Er is goed overleg tussen begeleiders/(vak)docenten/praktijkopleiders nodig over deze zaken: • Welke afspraken, veiligheidsmaatregelen en kledingvoorschriften gelden in de praktijksituatie? • Welke oefenwerkstukken kan de student gebruiken om de verschillende gereed- schappen (beter) te leren gebruiken? • Kan de student aangeven wat hij nog moet leren op het gebied van materialen en bewerkingstechnieken? • Heeft de student genoeg theoretische kennis om de opdrachten in de verschil- lende beroepstaken straks uit te kunnen voeren? • Heeft de student de opdracht qua organisatie al voorbereid? • Heeft de student genoeg vaardigheden om verslag uit te brengen over deze stap? • Kan de student goed overleg voeren met zijn begeleiders? • Heeft de student een duidelijk en gestructureerd overzicht over zijn activiteiten tijdens de voorbereiding?

Actieplan voor de begeleiders

Stap

Activiteiten

Gewenste resultaten

Communicatie over: • Werkvoorbereiding van de oefenwerkstukken • Is het een deel van het

3 Voorbereiden

• Vaardigheden oefenen • Oefenwerkstukken maken

• Onderliggende oefeningen maken • Werkvoorbereiding eindwerkstuk maken • Sturen met stapvragen • Sturen op beroepshandelingen: (vaardigheden) • Afstemmen opdracht praktijk (bedrijf) – theorie (school) • Observatie op basis van de prestatie-indicatoren

eindproduct of is het een apart product? • Uitwerking van de sturende vragen

55

LASSEN BMBE

Informatie voor docenten

Een voorbeeld voor de uitwerking van de lesstofonderdelen is uitgewerkt in het overallschema van deze beroepstaak. Deze is gratis te downloaden op www.consortiumbo.nl.

Toepassing van Taalkaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende Taalkaarten.

Stap

Product(en)

Taalkaart

Vaardigheid

3 Voorbereiden

• Weergeven instructies • Lezen instructies

8 11

• Luisteren/Schrijven • Lezen

Toepassing van LB-kaarten in deze stap

U kunt een keuze maken uit de volgende LB-kaart.

Stap

Product(en)

LB-kaart

Uitwerking

3 Voorbereiden

• Werkvoorbereiding

2

Communicatie over: • Werkvoorbereiding • Mijn opleiding • PAP

56

CONSTRUCTIEWERKER

Stap 4 Uitvoeren

Competentieontwikkeling in stap 4

In te leveren producten

Voldoende Goed

Criteria

Werkproces

competentie

Onvoldoende

Verslaggeving

• Foto-/videoverslag

1.7 E, K, L

Urenverantwoording

• Ondertekend door je begeleider

1.7 K, T

Taalkaarten nummer: 6, 9, 11, 17, 18 LB-kaarten nummer: 5, 6, 10, 12

57

LASSEN BMBE

Competentiebeoordeling

Voldoende Goed

Beoordelings- methode

Onvoldoende

Vervaardigt producten

Kerntaak 1

Verbinden van onderdelen/deelproducten

Werkproces 1.7

E. Samenwerken en overleggen • Je raadpleegt je collega om complexe producten te kunnen bewerken of vervormen, zodat het werk efficiënt en effectief kan worden uitgevoerd. K. Vakdeskundigheid toepassen • Je verbindt het materiaal vakkundig

Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Verslaggeving

Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Verslaggeving • Urenverantwoording

en accuraat, zodat de vervaar- digde producten voldoen aan de kwaliteitseisen.

T. Instructies en procedures opvolgen • Je volgt de voorgeschreven proce-

Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Urenverantwoording

dures op, zodat het werk conform veiligheid- en milieuvoorschriften wordt uitgevoerd.

L. Materialen en middelen inzetten • Je gebruikt materialen, middelen

Observatie: Op basis van de prestatie-indicatoren Productbeoordeling: • Verslaggeving

en gereedschappen effectief en efficiënt die nodig zijn voor het verbinden van onderdelen/ deelproducten.

58

CONSTRUCTIEWERKER

Beoordeling

Competent uitvoeren werkproces 1.7

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Functie

Datum

Handtekening

Je hebt de oefenwerkstukken gemaakt en alle voorbereidingen afgerond. Nu ga je de eindopdracht maken (op de afgesproken complexiteit).

59

LASSEN BMBE

Activiteiten

Alle informatie heb je inmiddels verzameld. Gebruik je omschrijving van de bewerkingsvolgorde als basis voor de uitvoering van de opdracht. De vaktechnische handelingen die je nodig hebt bij het maken van de opdracht heb je in de stap Voorbereiden geoefend. Naast het maken van de opdracht moet je in deze stap ook een foto-/videoverslag maken.

1) Verslaggeving

Maak een foto- of videoverslag of een PowerPointpresentatie van de belangrijkste uitgevoerde vaardigheden. Het verslag moet gaan over jouw eigen ervaringen, werkstukonder- delen die je hebt gelast en het instellen van het lasapparaat.

2) Urenverantwoording

Houd de urenverantwoording bij en laat deze na afloop onderte- kenen door je begeleider.

3) Werkzaamheden

Je gaat nu: • de juiste materialen opzoeken en controleren • de te gebruiken machines en gereedschappen controleren, afstellen en bedienen • in afwijkende situaties een oplossing bedenken • met alle betrokkenen in het werkproces overleggen, zodat de werkzaamheden vlot verlopen • een product maken dat aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet • zorg dragen voor een goede werkuitvoering en werken volgens Arbo-voorschriften en geldende bedrijfsregels • metingen en controles uitvoeren om te voldoen aan de eisen • gereedschappen, machines en werkplek schoonhouden • verslaggeving • een urenverantwoording bijhouden.

60

CONSTRUCTIEWERKER

Made with