

48
Eerste Monteur
Begeleidersinformatie
De student wordt beoordeeld op:
• zijn vakmatig handelen
• zijn sociale vaardigheden
• zijn werkhouding
Tijdens de opleiding ontwikkelt de student zijn competenties. Daarin moet wel vooruitgang te zien zijn.
De competenties moeten uiteindelijk voldoen aan de eisen van het eindniveau van de opleiding. In het
kwalificatiedossier staan deze vermeld.
Ter informatie is in bijlage 2 een competentiescoretabel opgenomen met daarin vermeld de werkprocessen met
bijbehorende competenties.
De beoordelingsmonitor
Tijdens de opleiding houden de begeleiders de vorderingen van de competenties van de student bij in een
beoordelingsmonitor
. Een beoordelingsmonitor is een overzicht van producten en competenties waar de student
in de projecttaak op beoordeeld wordt.
De beoordelingsmonitor is opgenomen in bijlage 1.
De student krijgt een beoordeling voor:
• Zijn prestaties:
met welk resultaat heeft hij de projecttaak uitgevoerd? Hoe moeilijk was de taak? Voldoen
de producten aan de gestelde eisen? In welke werksituatie heeft hij de opdrachten van de projecttaak
uitgevoerd?
• Zijn gedrag:
Welk gedrag heeft hij getoond tijdens de uitvoering van zijn projecttaak? Hoe was zijn
beroepshouding?
De
beroepshouding/gedrag
staat aangegeven met de ontwikkelscore
D-A-G
.
Een ontwikkelscore wil zeggen dat de student bij de beoordeling laat zien dat hij in ontwikkeling is. Hij hoeft nog
niet aan alle vereiste normen te voldoen, maar komt wel een heel eind in die richting.
De ontwikkelscore staat aangegeven met:
D
Deels/niet aangetoond competent gedrag
• De student scoort lager dan de eisen van de prestatie-indicatoren.
• De student is niet voldoende actief.
• De student zet te weinig kennis en vaardigheden in.
A
Aangetoond competent gedrag
• De student scoort volgens de eisen van de prestatie-indicatoren.
• De student is actief.
• De student zet de kennis en vaardigheden in die nodig zijn.