00640370002
00640370002
BEROEPSTAAK Draaien 3 Drukventiel
3
Opleiding Fijnmechanische Techniek > Verspaner [Crebo 94340]
BEROEPSTAAK Draaien 3 Drukventiel
3
Opleiding Fijnmechanische Techniek > Verspaner [Crebo 94340]
69390921 Bestelnummer 00640370002
COLOFON
Auteurs M.W. Flinsenberg, A.K. Tiemersma, T.A. Overdijk
Ontwikkelgroepleider Techniek en ICT W. van Dijk
Eindredactie T. Zuijderduin, M. Brok
Illustraties Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld zijn. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. © 2009 Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming.
INHOUD
Introductie op de beroepstaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Oriënteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Invullen mini-POP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 1. Oefening Spannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 2. Oefening Passing draaien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19 Werkvoorbereiding Drukventiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Beoordelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 Terugkijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7
Bronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Bijlage 1 Beoordelingsmonitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
3
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
INTRODUCTIE OP DE BEROEPSTAAK
In deze beroepstaak Je gaat volgens de 7 stappen van BGL een product maken. Om dit te kunnen maken moet je bepaalde vaardigheden beheersen en bepaalde competenties bezitten. Ondertussen wordt bekeken hoe je dat doet, in hoeverre je bepaalde competenties al bezit. De competenties die jij in je leven al ontwikkeld hebt, worden in een POP (Persoonlijk Ontwikkelings Plan) gezet. Dit doe je samen met je begeleider. Na deze beroepstaak Als je deze beroepstaak goed uitvoert, kun je op het niveau van ‘Passingen draaien’: • aan de hand van een tekening een goede werkvoorbereiding maken • het materiaal en snijgereedschap controleren en afstellen op de machine • in afwijkende situaties een oplossing bedenken • met alle betrokkenen in het werkproces overleggen zodat de werkzaamheden vlot verlopen • een product maken dat voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen • zorg dragen voor een goede werkuitvoering en werken volgens Arbo-voorschriften en de geldende bedrijfsregels • de machine in- en afstellen en bedienen zodat de bewerkingen optimaal verlopen • metingen en controles uitvoeren om te voldoen aan de eisen • de machine en werkplek schoonmaken en de machine gebruiksklaar maken voor de volgende bewerking.
4
Portfolio In deze beroepstaak volg je de stappen. Er zijn in totaal zeven stappen. Neem de stappen in de juiste volgorde. Van elke stap verzamel je bewijzen (in te leveren resultaten), die in je portfolio komen. Je zorgt zelf voor de samenstelling van je portfolio. In de tabel staat welke producten bij welke stap horen.
Stap
Producten portfolio
1. Oriënteren
• Kort verslag van de uitwerkingen van de activiteiten
• Tabel vaardigheden • Tabel werkvolgorde
2. Invullen mini-POP
• Ingevulde planning
3. Voorbereiden
• De beoordelingen van de verschillende oefeningen • Uitwerkingen van de diverse activiteiten • Werkvoorbereiding van het drukventiel
4. Uitvoeren
• Het gemaakte product, het drukventiel
5. Controleren
• Controlelijst van jezelf • Controlelijst mededeelnemer
6. Beoordelen
• Ingevulde beoordelingsmonitor • Bewijsstukken van het criteriumgericht interview • Eindpresentatie • Demonstratie
7. Terugkijken
• Een ingevuld mini-POP • Terugkijkverslag • Bijgewerkt portfolio
5
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
Or iënteren
IN TE LEVEREN RESULTAAT
• Een kort verslag van de uitwerkingen van de activiteiten.
• Tabel vaardigheden. • Tabel werkvolgorde.
Stap 1 Oriënteren
In deze beroepstaak ga je een drukventiel maken. Daarvoor is het nodig dat je verschillende vaardigheden beheerst. Om er zeker van te zijn dat je die vaardigheden beheerst, ga je eerst een aantal oefeningen maken. Bij stap 3, Voorbereiden, komen we daarop terug.
ACTIVITEITEN
1
De tekening 1 Bestudeer de tekening 014-1 goed. Probeer je voor te stellen hoe dit product er uit zal gaan zien. 2 Kijk eens om je heen in het bedrijf waar je werkt of stage loopt of je iets ziet dat op dit product lijkt. 3 Maak er eventueel een foto van en doe dit bij het verslag. Vaardigheden 1 Maak een lijst van de vaardigheden die je moet kunnen uitvoe- ren voor het maken van dit product van tekening 014-1. Je kunt dit in de tabel invullen.
2
Tabel 1 Vaardigheden
Vaardigheid
Oefenen ja/nee
6
STAP 1 ORIËNTEREN
3
Werkvolgorde 1 Maak een tabel van de globale werkvolgorde voor het doorlo- pen van deze beroepstaak. 2 Bespreek met een medeleerling waar er in deze taak sprake kan zijn van samenwerken met een ander.
Tabel 2 Voorbeeld van een tabel met de werkvolgorde
Stappen
Moet altijd of soms
Heb ik wel eens gedaan
Heb ik wel eens bij geholpen
1
Tekeninglezen
Altijd / Soms Ja / Nee
Ja / Nee
2
Werkvoorbereiding
Altijd / Soms Ja / Nee
Ja / Nee
3
Altijd / Soms Ja / Nee
Ja / Nee
4
Altijd / Soms Ja / Nee
Ja / Nee
5 etc.
Altijd / Soms Ja / Nee
Ja / Nee
7
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
2 3 4 6 5 7 7
9 1 8 10 11 12
Normalisaties: NEN 36434
NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
Afbeelding 1:
8
STAP 2 INVULLEN MINI-POP
IN TE LEVEREN RESULTAAT Invul len mini -POP
• Een ingevulde planning.
Stap 2 Invullen mini- POP
Je hebt de oriëntatie afgerond. Je weet nu wat de beroepstaak in grote lijnen inhoudt. In deze stap ga je de beroepstaak gedetailleerd uitwerken. In deze beroepstaak ga je, nadat je een aantal oefeningen hebt gemaakt, het drukventiel maken. Hierbij moet je aan veel zaken denken. Het mini-POP moet je zorgvuldig invullen.
In het mini-POP schrijf je op: • Wat je wilt leren.
• Hoe je dat gaat doen. • Wat je wilt bereiken. • Je planning. • De benodigde ondersteuning en faciliteiten.
ACTIVITEITEN
1
Mini-POP 1 Vul het mini-POP in.
2
Gesprek met je begeleider Je hebt nu een ingevuld mini-POP met een planning. 1 Bespreek dit met je begeleider. Tijdens het gesprek krijg je vast en zeker opmerkingen of aanvullingen op je mini-POP. 2 Verwerk deze opmerkingen eerst in je mini-POP, voordat je naar stap 3 gaat.
9
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
ACTIVITEITEN
1
De planning 1 Vul onderstaande tabel in.
Tabel 3 Planning
1. De beroepstaak wordt afgesloten met een gesprek / beoordelingsopdracht /assessment /toets:
Onder toezicht van: ………………………….. op ……-……-…….
In ………………………………...…. (plaats). 2. Beschrijf in eigen woorden wat je gaat maken en uitvoeren in deze beroepstaak of beoordelingsopdracht.
3. Vul onderstaand schema met vaardigheden verder in. Vaardigheden Waar? Hoe?
Wanneer?
Met wie samen?
Paraaf TB/PB
4. Kijk in de beoordelingslijst (zie stap 6) wat je nog niet weet of kunt. Vul dat op dezelfde manier in als hier- boven.
5. Welke workshops vind jij dat er bij deze beroepstaak gegeven moeten worden?
6. Aan welke persoonlijke competenties ga je nog meer werken in deze beroepstaak? (Zie vorige beroeps- taak of je POP.)
10
STAP 2 INVULLEN MINI-POP
Vul hieronder jouw planning in. Geef bij elke stap de geplande startdatum en einddatum aan. Vul later de werkelijke datum in. Zo kun je zien of je je aan de planning gehouden hebt.
Jouw plan
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Stap 7
Geplande startdatum: Geplande einddatum:
Startdatum: Einddatum:
11
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
Voorbereiden IN TE LEVEREN RESULTAAT
• De beoordelingen van de verschillende oefeningen. • Uitwerkingen van de diverse activiteiten. • Werkvoorbereiding van het drukventiel.
Stap 3 Voorbereiden In de vorige stap heb je jouw planning uitgewerkt. Je beschrijft daarin gedetailleerd wat je gaat doen. Voordat je het drukventiel echt gaat maken, maak je eerst een aantal oefeningen. In de voorbereiding neem je op wat je gaat doen en wat je daarbij nodig hebt. Je werkt aan de hand van de tekening van het product. Bij een goede voorbereiding denk je zeker aan de volgende punten: • Welke informatie staat niet op de tekening, maar moet opgezocht worden in bijvoorbeeld een tabellenboek. • Welke voorschriften moet ik toepassen bij het maken van het onderdeel. • Welke materiaal, gereedschappen en beschermingsmiddelen heb ik nodig. • Welke werkvolgorde moet ik toepassen.
12
STAP 3 VOORBEREIDEN
OEFENING SPANNEN
ACTIVITEITEN
1
Voorbereiding oefening 1 Op tekeningen staan toleranties aangegeven. Deze toleranties hebben gevolgen voor het spanmiddel dat je kiest. Hoe nauwkeuriger de tolerantie hoe nauwkeuriger de opspanning dient te zijn. Zoek uit welke spanmiddel wordt gebruikt vanaf welke tolerantie. 2 Vul tabel 4 in voor producten die van één kant bewerkt kunnen worden, dus niet omgespannen worden.
Tabel 4
Drieklauw Vierklauw Stelplaat
Tussen centers
Zachte klauwen
Spantang
± 0,2 mm ± 0,1 mm
± 0,05 mm ± 0,01 mm Passing maat Vierkant werkst. Onregelmatig werkst Zacht aluminium Slag tolerantie 0,05 Slag tolerantie 0,3
13
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
3 Vul tabel 5 in voor producten die van twee kanten bewerkt kunnen worden, dus die omgespannen moeten worden.
Tabel 5
Drieklauw Vierklauw Stelplaat
Tussen centers
Zachte klauwen
Spantang
± 0,2 mm ± 0,1 mm
± 0,05 mm ± 0,01 mm Passing maat Vierkant werkst. Onregelmatig werkst Zacht aluminium Slag tolerantie 0,05 Slag tolerantie 0,3
4 Maak van de mogelijkheden die genoemd zijn bij opdracht 2 (tabel 4) een opspanning. Maak van elk van deze opspanningen een foto. Beschrijf waar je op moet letten bij deze opspanning en welke problemen je bent tegengekomen.
Klauwplaten worden bevestigd aan de hoofdspil van de machine. Er zijn verschillende bevestigingsmethoden.
5 Onderzoek in de werkplaats welke verschillen er zijn. Maak er foto’s van en beschrijf bij elke foto wat de verschillen zijn. Welke bevestiging vind jij het beste en welke het eenvoudigst te bevestigen? 6 Zijn in jouw bedrijf altijd alle producten cilindrisch van vorm? 7 Welke vormen kom je ook tegen? 8 Welke spantechnieken worden er in jouw bedrijf gebruikt? 9 Hoe kun je beschadigingen van het oppervlak voorkomen bij het spannen? 10 Onderzoek hoe een zelfcentrerende drieklauwplaat werkt. 11 Beschrijf uit welke onderdelen deze drieklauw bestaat. 12 Kun je een cilindrisch product onbeperkt ver, laten uitsteken uit de drieklauwplaat? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? 13 Welke oplossingen zijn er om lange, cilindrische producten op te spannen?
Neem tekening 014-3 met daarop het product dat excentrisch gespannen moet worden.
14 Hoe denk je dit te kunnen opspannen? 15 Zijn er meerdere mogelijkheden om dit product op te spannen?
14
STAP 3 VOORBEREIDEN
16 Kun je hierbij gebruik maken van een drieklauw? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? 17 Hoe bepaal je hoeveel het product uit het midden (excentrisch) moet staan? 18 Welk gereedschap gebruik je om die excentriciteit in te stellen? 19 Als je een product excentrisch opspant, heeft dit dan ook nog gevolgen voor de instelling van de draaibank en de verspaningscondities? 20 Waar denk je dat je op moet letten als het gaat om de veiligheid? 21 Kun je altijd bij alle spanmethoden hetzelfde toerental inschakelen? 22 Geef van ieder spangereedschap een voorbeeld waar deze voor
wordt gebruikt. • Vierklauw • Stelplaat
• Tussencenters • Zachte klauwen • Spantang
Er is 1 oefening draaien. Je vindt deze op tekening 14-3. Maak een complete werkvoorbereiding voor het maken van het product volgens die tekening. Voer daarvoor de onderstaande activiteiten uit. 23 Bekijk de tekeningen. 24 In welke volgorde verspaan je dit werkstuk? 25 Welke spanmiddelen heb je daarbij nodig? 26 Welke snijgereedschappen gebruik je hierbij? 27 Met welke toerentallen en voedingen verspaan je de verschillende bewerkingen? 28 Wanneer meet je en met welke meetinstrumenten? 29 Geef de maten van het uitgangsmateriaal. 30 Vul onderstaande tabel in. Vraag instructie aan je praktijkopleider als je niet weet hoe je dit aan moet pakken.
Tekening nummer
Benaming tekening
Materiaalaanduiding
Zaaglengte uitgangsmateriaal
014-3
15
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
2
Uitvoeren oefening Je gaat nu aan de slag, je hebt voldoende informatie verzameld en een zaaglijst gemaakt. 1 Zoek in het magazijn de verschillende materialen op die je no- dig hebt voor het zagen en ga de producten zagen. (Soms moet dit gebeuren in overleg met een magazijnmeester.) 2 Controleer de maten van het gezaagde materiaal. Braam het af en verwijder de scherpe kanten. 3 Maak het werkstuk met tekeningnummer 014-3 op een van de aanwezige machines. Houd rekening met de mogelijkheden van de machine. Je kunt ook een vergelijkbaar werkstukmaken vanuit je beroepspraktijk.
16
STAP 3 VOORBEREIDEN
17
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
3
Controle oefening 1 Maak een controlelijst van de gemaakte oefening. 2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van de controlelijsten.
4 Lever het werkstuk in. 5 Ruim je werkplek op.
4
Beoordeling en nabespreking oefening 1 Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed ging.
18
STAP 3 VOORBEREIDEN
OEFENING PASSING DRAAIEN
Afbeelding 2:
ACTIVITEITEN
1
Voorbereiding oefening 1 Je krijgt de opdracht een passing volgens het ISO-passingstelsel te draaien. Welke informatie heb je nodig? Tot nu toe zijn de toleranties aangegeven met cijfers, bijvoorbeeld 50 ± 0,5. Je kunt toleranties ook aangeven met een combinatie van een letter met een cijfer, bijvoorbeeld 50H7 of 50g6.
Je gaat nu uitzoeken wat de betekenis van deze combinaties is.
2 Als je het onderdeel
Afbeelding 3:
passingstelsel bekijkt kom je een hoofdstuk tegen over een losse passing, overgangspassing en vaste passing. Vul de onderstaande tabel in.
As diameter t.o.v. gatdia- meter
Codering AS hoofdletter of kleine letter
Codering GAT hoofdletter of kleine letter
Losse passing
kleiner/groter/gelijk
hoofd/klein
hoofd/klein
Overgangspassing kleiner/groter/gelijk
hoofd/klein
hoofd/klein
Vaste passing
kleiner/groter/gelijk
hoofd/klein
hoofd/klein
3 Kijk in je tabellenboek naar de toleranties van de passingen. In welke eenheden worden deze waarden weergegeven?
Gebruik voor deze opdracht de tekeningen 014-03 t/m 014-09. Zie voor de tolerantie van passingmaten het tabellenboek ISO- passingstelsel.
19
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
4 Zoek alle passingmaten uit deze tekeningen op en zet ze in een tabel. 5 Bepaal van elke passingmaat de grootste en de kleinste grensmaat en de grootte van het tolerantieveld. 6 Wat is de kleinste speling en wat is de grootste speling tussen de klepstang (14g6) en de veerschotel (14H7)? Zie stuknummer 6 en 10. 7 Waarom wordt 14H7 met een hoofdletter geschreven? 8 Waarom wordt 14g6 met een kleine letter geschreven? 9 Wat is het voordeel van werken volgens het ISO-passingstelsel? Ook bij passing draaien heb je te maken met grote nauwkeurigheden. Vaak moet niet alleen de maat nauwkeurig zijn, maar ook de vorm van het werkstuk. Dit stelt dus hoge eisen aan de opspanning van het werkstuk. Soms staat het hart van de losse kop niet in lijn met het hart van de hoofdspil. Je moet dan de losse kop verstellen zodat deze in het hart komt te liggen met het hart van de hoofdspil. 10 Op welke wijze kun je de losse kop verstellen om deze in lijn te zetten met de hoofdspil? 11 Zoek de formule op waarmee je de verstelling van de losse kop kunt uitrekenen. Geef ook de betekenis van de verschillende letters in de formule. 12 Geef door middel van een voorbeeld aan hoe je de instelmaat (verstelling van de losse kop) kunt berekenen. 13 Bepaal door berekenen wat de verstelling moet zijn van de losse kop en naar welke kant deze verstelling (Xa of Xt) moet worden ingesteld. De as is cilindrisch gedraaid. Daaruit blijkt dat bij punt A een diameter van 60,87 en bij punt B een diameter van 60,63 wordt gemeten. 14 Beschrijf hoe je deze instelling in de praktijk uitvoert. Maak eventueel foto’s of een schets.
15 Bepaal ook van de onderstaande tekening de verstelling van de losse kop om de afwijking op te heffen. Bepaal ook naar welke kant deze versteld moet worden.
Afbeelding 4:
20
STAP 3 VOORBEREIDEN
16 Bij de opspanning van een werkstuk moet je rekening houden met de onnauwkeurigheid van de opspanning. Dit doe je onder andere met zachte klauwen. Waarvoor worden zachte klauwen gebruikt? 17 Van welke materialen zijn zachte klauwen gemaakt? Geef van elk materiaal een toepassing. 18 Waarom is het belangrijk dat je de klauwplaat goed schoonmaakt? 19 Onderzoek op welke diameter je de klauwen moet uitdraaien om een passing te spannen van 50h7. 20 Wat zijn de voor- en nadelen bij het gebruik van zachte klauwen? 21 Beschrijf de procedure die je gebruikt bij het uitdraaien van zachte klauwen. Maak eventueel foto’s en/of schetsen. Er zijn 2 oefeningen passing draaien. Je vindt ze op de tekeningen 014-6 en 014-10. Maak een complete werkvoorbereiding voor het maken van het product van elke tekening. Voer daarvoor de onderstaande activiteiten uit. 22 Bekijk de tekeningen. 23 In welke volgorde verspaan je dit werkstuk? 24 Welke spanmiddelen heb je daarbij nodig? 25 Welke snijgereedschappen gebruik je hierbij? 26 Met welke toerentallen en voedingen verspaan je de verschillende bewerkingen? 27 Wanneer meet je en met welke meetinstrumenten? 28 Geef de maten van het uitgangsmateriaal. 29 Vul de onderstaande tabel in. Vraag instructie aan je praktijkopleider als je niet weet hoe je dit aan moet pakken.
Afbeelding 5:
Tekening nummer Benaming tekening
Materiaalaanduiding
Zaaglengte uitgangsmateriaal
014-6 014-10
21
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
2
Uitvoeren oefening Je gaat nu aan de slag. Je hebt voldoende informatie verzameld en een zaaglijst gemaakt. 1 Zoek in het magazijn de verschillende materialen op die je nodig hebt voor het zagen en zaag de producten. (Soms moet dit gebeuren in overleg met een magazijnmeester.) 2 Controleer de maten van het gezaagde materiaal. Braam het af en verwijder de scherpe kanten. 3 Maak de werkstukken met tekeningnummer 014-6 en 014-10 op een van de aanwezige machines. Houd rekening met de mogelijkheden van de machine. Je kunt ook een vergelijkbaar werkstuk maken vanuit je beroepspraktijk.
22
STAP 3 VOORBEREIDEN
23
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
Afbeelding 6:
1,6 3,2 0,8
M10
1x45°
26
3
8Ø
Klepstang Ø 25 x 210 C35
1,6
93
Normalisaties: NEN 36434
NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
B
14 h7 Ø
198
45°
18Ø h7
1,6
Ø0,02 B
0,8
9±0,2
15°
45°
3
12±0,1
24
STAP 3 VOORBEREIDEN
Afbeelding 7:
3
Controle oefening 1 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt vol- daan. 2 Controleer je gemaakte werk aan de hand van de controlelijsten.
3 Lever het werkstuk in. 4 Ruim je werkplek op.
4
Beoordeling en nabespreking oefening Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed ging.
25
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
WERKVOORBEREIDING DRUKVENTIEL
Afbeelding 8:
Je hebt nu alle oefeningen gedaan. Alle vaardigheden die je nodig hebt voor het maken van het product heb jij je eigen gemaakt. Nu kun je overgaan tot het maken van een werkvoorbereiding voor het maken van het drukventiel. In de werkvoorbereiding neem je op wat je gaat doen en wat je daarbij nodig hebt. De tekening van het product is daarbij je belangrijkste informatiebron. Let op: de producten met stuknummer 1 heb je bij de taak Spannen al gemaakt. De producten van stuknummer 5 en 9 heb je bij de oefening Passing draaien al gemaakt. De volgende punten zijn daarbij van groot belang: • Welke informatie staat niet op de tekening, maar moet opge- zocht worden in bijvoorbeeld een tabellenboek? • Welke voorschriften moet je toepassen bij het maken van de verschillende onderdelen? • Welk materiaal, gereedschappen, hulpmiddelen en bescher- mingsmiddelen heb je nodig? • Welke volgorde moet je toepassen? • Welke veiligheidsmaatregelen moet je nemen? Maken van de werkvoorbereiding 1 Bepaal welke bewerkingen je moet toepassen om het drukven- tiel te maken. 2 Maak een lijst van gereedschappen die je nodig hebt om dit product te maken. 3 Geef alle maten van het uitgangsmateriaal. 4 Maak een complete werkvoorbereiding voor alle onderdelen van het drukventiel. Hierin moeten de volgende onderwerpen voorkomen. • In welke volgorde verspaan je de werkstukken. • Wanneer span je de werkstukken om. • Welke gereedschappen gebruik je hierbij. • Met welke toerentallen en voedingen verspaan je de ver- schillende bewerkingen. • Wanneer meet je en met welke meetinstrumenten. 5 Maak een tabel met grensmaten van alle op de tekeningen voorkomende maten volgens het ISO-passingstelsel.
ACTIVITEITEN
1
26
STAP 4 UITVOEREN
Ui tvoeren
IN TE LEVEREN RESULTAAT
• Product.
Stap 4 Uitvoeren
Je gaat nu aan de slag met het maken van het drukventiel. Alle informatie heb je inmiddels verzameld. Gebruik je bewerkingsvolgorde en de tekening als basis voor de uitvoering van de opdracht.
ACTIVITEITEN
1
Voorbereiding 1 Verzamel het materiaal dat je nodig hebt en controleer de afmetingen. 2 Verzamel de hulpstukken en gereedschappen die je nodig hebt. 3 Bestudeer de tekening.
2
Uitvoering 1 Zaag het uitgangsmateriaal.
2 Maak de werkstukken aan de hand van de tekening van het drukventiel en de werkvoorbereiding van de vorige opdracht. Let hierbij op de veiligheid. De praktijkopleider beoordeelt je hierop.
27
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
2 3 4 6 5 7 7
9 1 8 10 11 12
Normalisaties: NEN 36434
NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
28
STAP 4 UITVOEREN
Afbeelding 9:
13 1 Drukveer
Verenstaal
12 1 Pakking
CuSn 14 Ø 32 x 30
11 1 Grondring
CuSn 14 Ø 32 x 10
10 1 Veerschotel
CuSn 14 Ø 32 x 35
9 1 Zitting
CuSn 14 Ø 32 x 15
8 1 Klepstang
C35
Ø 25 x 210
7 2 Stelmoer
C35
Ø 32 x 45
6 1 Aantrekmoer
C35
Ø 65 x 80
5 1 Veerbus
C35
Ø 50 x 80
4 1 Draadbus
C35
Ø 50 x 80
3 1 Kop
C35
Ø 65 x 60
2 1 Conus
C35
Ø 50 x 120
1 1 Huis
C35
80 x 80 - 112
Normalisaties: NEN 36434 NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
29
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
Afbeelding 10:
76±0,2
35±0,1
76±0,2
A
A
6
0 -0,1
64
Ø
0,02 A
56 M x 4
Doorsnede A - A
10 8
A
32
Conus pas op stuknummer 2
58
0
-0,2
103
100
52
110
36±0,2
Ø
1,6
50±0,1
3
118°
0,05
3,2
1,6
Scherpe kanten breken
80 x 80 - 112
1 1
Huis
C35
Normalisaties: NEN 36434 NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
30
STAP 4 UITVOEREN
Afbeelding 11:
Passend op stuk no 4
99±0,2
59±0,2
Ø (4x)
4
27±0,2
3
1,6
38
0
40
36
-0,2 Ø
24Ø H7
20Ø H7
Ø
Ø
35±0,2 Ø
M x 2
10±0,2
Ø22
1,6
35
25±0,05 Ø
1,6
49±0,2 Ø
Ø
A
45°
5±0,2
6
1:10(ß/2=2°51') NEN 1627
35±0,2
19
Ø0,02 A
83±0,2
113±0,2
3,2
1,6
Scherpe kanten breken
2 1
Conus
Ø 50 x 120
C35
Normalisaties: NEN 36434 NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
31
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
Afbeelding 12:
Kruiskartelen
10±0,1
Ø
50
56
64
Ø
M x 4 Grensmaten 53,34
Ø
36±0,05
Ø
8
x 45°(2x) 2
28±0,2
46±0,2
Flankendiameter 53,12
3,2
Scherpe kanten breken
Kop
3 1
Ø 65 x 60
C35
Normalisaties: NEN 36434 NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
32
STAP 4 UITVOEREN
Afbeelding 13:
33
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
Afbeelding 14:
55±0,2
(4x)
36M x 2
3
1,6
45M x 3,5
30Ø
14Ø H7
32±0,2 Ø
39±0,2 Ø
22±0,1
Ø
x 45°
6
3
19
25±0,2
18±0,2
24±0,2
70±0,2
Grensmaten 34,66
Flankendiameter 34,50
Grensmaten 42,67
Flankendiameter 42,46
1,6
3,2
Scherpe kanten breken
5 1
Ø 50 x 80
Veerbus
C35
Normalisaties: NEN 36434 NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
34
STAP 4 UITVOEREN
Afbeelding 15:
Kruiskartelen
56±0,2
7±0,1
2 x45°
Passend op stuk no 5
+0,5
+0,3
45M x 3,5 64
Ø
60±0,1 Ø
48±0,2
52,62
Ø
Ø
50±0,2
x45°(2x)
1
70±0,2
3,2
Scherpe kanten breken
6 1
Ø 65 x 80
Aantrekmoer
C35
Normalisaties: NEN 36434 NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
35
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
Afbeelding 16:
Kruiskartelen
1
x45°(2x)
31
10M
Ø
10±0,2
3,2
Scherpe kanten breken
7 2
Ø 32 x 45
Stelmoer
C35
Normalisaties: NEN 36434 NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
36
STAP 4 UITVOEREN
Afbeelding 17:
1,6 3,2 0,8
M10
1x45°
26
3
8Ø
Klepstang Ø 25 x 210 C35
1,6
93
Normalisaties: NEN 36434
NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
B
14 h7 Ø
198
45°
18Ø h7
1,6
Ø0,02 B
0,8
9±0,2
15°
45°
3
12±0,1
37
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
Afbeelding 18:
0,8
30°
30°
1 1,6
2±0,1
20
8±0,1
Ø h7
R0,5
x45°
10±0,1
3,2
1,6
0,8
Scherpe kanten breken
9 1
Zitting
Ø 32 x 15
CuSn 14
Normalisaties: NEN 36434 NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
38
STAP 4 UITVOEREN
Afbeelding 19:
39
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
Afbeelding 20:
1,6
h7
H7
24
18
Ø
Ø
1,6
x45° 0,5
4±0,1
3,2
1,6
Scherpe kanten breken
11 1
Ø 32 x 10
Grondring
CuSn 14
Normalisaties: NEN 36434 NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
40
STAP 4 UITVOEREN
Afbeelding 21:
1,6
0
-0,1
18H7
24
Ø
Ø
1,6
22
3,2
1,6
Scherpe kanten breken
12 1
Ø 32 x 30
Pakking
CuSn 14
Normalisaties: NEN 36434 NEN-ISO-2768 mK NEN-ISO-1101
Afbeelding 22:
41
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
Controle
IN TE LEVEREN RESULTAAT IN TE LEVEREN RESULTA T ren
• Controlelijst.
Stap 5 Controleren
Je hebt je beroepstaak uitgevoerd. Nu ga je je eigen werk controleren.
ACTIVITEITEN
1
Controlelijst 1 Maak een controlelijst.
• Hoe ga je dit aanpakken? • Denk aan de volgende punten • Maatvoering • Afwerking 2 Benoem aan welke gestelde veiligheidsvoorwaarden je hebt voldaan.
2
Uitvoeren controle 1 Controleer je gemaakte werk aan de hand van de controlelijst.
42
STAP 6 BEOORDELEN
IN TE LEVEREN RESULTAAT Beoordelen
• Ingevulde beoordelingsmonitor. • Bewijsstukken van het criteriumgericht interview. • Eindpresentatie. • Demonstratie.
Stap 6 Beoordelen
In deze stap word je beoordeeld met een beoordelingsmonitor. Met de beoordelingsmonitor word je beoordeeld op: • Wat je hebt gemaakt. • Hoe je dit hebt uitgevoerd. Er wordt speciaal gelet op je vakkennis, vaardigheid en beroepshouding . Tijdens het uitvoeren van de beroepstaak houden jij en je beoordelaars de beoordelingmonitor bij.
ACTIVITEITEN
1
Invullen beoordelingsmonitor 1 Zorg voor een correct ingevulde beoordelingsmonitor. 2 Vraag een medeleerling om jou te beoordelen op communicatieve en sociale vaardigheden.
2 Bewijsstukken van het criteriumgericht interview 1 Verzamel alle bewijsstukken, zoals controlelijsten, gemaakte werkstukken enz. 2 Je moet kunnen aantonen dat je de beroepstaak goed hebt uitgevoerd. Het criteriumgericht interview 1 Stel de definitieve datum vast voor het beoordelingsmoment met je beoordelaars. 2 Bereid het criteriumgericht interview heel goed voor. 3 Voer een beoordelingsgesprek met je begeleider 3
43
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
4
Eindpresentatie (In overleg met je begeleider) 1 Stel de definitieve datum vast voor de eindpresentatie met je beoordelaars. 2 Bereid de presentatie voor. 3 Voer de presentatie uit. Demonstratie (In overleg met je begeleider) 1 Stel de definitieve datum vast voor de demonstratie met je beoordelaars. 2 Bereid de demonstratie voor. 3 Voer de demonstratie uit.
5
44
STAP 7 TERUGKIJKEN
Terugki jken IN TE LEVEREN RESULTAAT
• Een afgevinkt mini-POP. • Terugkijkverslag. • Bijgewerkt portfolio.
Stap 7 Terugkijken
Je hebt deze beroepstaak bijna afgerond. Het is nu tijd om terug te kijken op de uitvoering ervan. Deze laatste stap is een heel leerzame stap. Je kunt de informatie die je hier krijgt, gebruiken om je competenties te verbeteren in een volgende beroepstaak. Maak een afspraak met je trajectbegeleider voor dit gesprek.
45
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
ACTIVITEITEN
1
Terugkijkverslag 1 Maak een terugkijkverslag aan de hand van onderstaand schema.
Naam: Datum: Beroepstaak: Naam trajectbegeleider:
Stap
Wat ging goed
Wat kon beter
1 Oriënteren 2 Invullen Mini-POP 3 Voorbereiden 4 Uitvoeren
5 Controleren 6 Beoordelen
Samenvatting, beoordeling en conclusies
Wie
Wat heb ik geleerd
Waar moet ik nog aan werken
Trajectbegeleider Medeleerling Praktijkopleider Zelf
46
BRONNEN
• CD-rom Basis Draaien • Draaien 1 KENTEQ – 211-321-1 • Draaien 2 KENTEQ – 211-362-1 • Integratie Machinaal verspanen 1 KENTEQ - 216-343-1 • Verspaningstechnologie 90 11 0005236 • Polytechniek deel 1 KENTEQ –102-301-1 • Polytechniek deel 2 KENTEQ –102-301-6 (Bewegingen, toerentallen, Goniometrie) • Tabellenboek Mechanische techniek ISBN 90 01 13397 5 • Tekeninglezen COO KENTEQ - 100-301-2 (doorsneden) • Via internet Google (snijsnelheden en toerentallen) • NEN-Bundel
• www.leren.nl • www.techniekstad.nl • www.verspanen.tk
47
BEROEPSTAAK DRAAIEN 3
BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR
Opmerkingen
Leerling: Complexiteit
Beoordeling D
score D - A - G
docent
praktijkopleider
leerling
Prestatie-indicator of
verwacht gedrag afgeleid van de prestatie-indicator
Tabel bewerkingen van het drukventiel BG E v Verslag van de activiteiten G2,3 P v Tabel vaardigheden G2,3 P v M Analyseren Kiest een manier van leren die past bij de eigen leerstijl en de leeromgeving. Tabel werkvolgorde G2,3 P v O Creëren en innoveren Heeft zich op de hoogte gesteld van geschikte en nieuwe manieren van leren. Resultaten gemaakte opdrachten tekeninglezen ind P pra/v K Vakdeskundigheid toepassen Oefening spannen ind P pra/v Oefening passing draaien ind P pra/v Kennistoets vakdeskundigheid ind K v Werkvoorbereiding van het drukventiel ind P pra/v Het product, het drukventiel. ind P pra/v A Beslissen en activiteiten initiëren E Samenwerken en overleggen H Overtuigen en beïnvloeden K Vakdeskundigheid toepassen inzetten 4.3 Stelt zich collegiaal op 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren Instructies en procedures opvolgen T Materialen en middelen inzetten L Kiest, controleert en gebruikt materialen, middelen en gereedschappen die nodig zijn voor het bewerken van het materiaal. Draagt zorg voor het goed in en afstellen van machines en gereedschappen. 1 1.3 Uitvoeren verspanende bewerking 4 4 4.2 Maakt gebruik van werknemersrechten. 1.3 1.3 Kiest bij zichzelf en bij situatie passende manier van leren 1.2 1.2 Machine productiegereed maken 1 A Beslissen en activiteiten initiëren Kan aantonen dat de gekozen manier van leren aansluit bij het eigen leerdoel. Ingevulde planning ind E t N Onderzoeken Verzamelt, overzichtelijk, informatie over de verschillende (nieuwe) manieren van leren. O Creëren en innoveren Durft voor te stellen de leeractiviteiten op een andere manier dan gebruikelijk, uit te voeren. Stelt de te gebruiken machinesnel en precies in en af en laat een proefbewerking uitvoeren. L Materialen en middelen Stelt de machine in en af volgens tekeningen, geldende kwaliteitsnormen, Arbo-, veiligheid- en milieuvoorschriften.
Is eerlijk en betrouwbaar tegenover zijn collega’s en behandelt iedereen gelijkwaardig. Toont een goede oog-hand-coördinatie en bewerkt het materiaal door de benodigde machines te bedienen en het bewerkingsproces te bewaken. Gebruikt materialen en middelen efficiënt. S Kwaliteit leveren Bewerkt het materiaal systematisch door af te wisselen met tussentijdse metingen.
Is in staat de besluitvoering over werknemersrechten te beïnvloeden door te onderhandelen op basis van individuele/groepsmening. N onderzoeken Houdt zich voortdurend op de hoogte van werknemersrechten en vastgelegde procedures. T Instructies en procedures opvolgen Houdt zich aan de procedures zoals die zijn vast-gelegd in wettelijke voorschriften. E Samenwerken en overleggen Overlegt met alle relevante betrokkenen over het uit te voeren werk. F Ethisch en integer handelen
Neemt, zo nodig en eventueel d.m.v. vertegenwoordigende organen, initiatief om op te komen voor de werknemersrechten. Vraagt advies aan collega’s of aan relevante organisaties om zijn werknemersrechten, zo nodig, te beschermen.
Competenties
Code
Werkproces
Kerntaak
Kerntaak LLB
ok
BPV
beoordelaars
beoordelingsvorm
werkvorm
Product
48
Stap 1 Oriënteren
Stap 2 Invullen mini-POP
Stap 4 Uitvoeren
Stap 3 Voorbereiden
Draaien 3
Verspaner [94340] Monitor
Maakt keuzes om de eigen loopbaan verder te ontwikkelen en onderneemt hiervoor de nodige acties. Legt zijn plan van aanpak voor aan eigen relaties, zodat zij kunnen adviseren bij het vinden van passend werk. N Onderzoeken Onderzoekt de gevolgen van toekomstige keuzes en acties en gebruikt deze om zijn loopbaan te kunnen sturen.
Verwoordt de eigen kwaliteiten, wensen en waar-den en is zich bewust hoe deze invloed kunnen hebben op de eigen loopbaanontwikkeling. Terugkijkverslag ind E t G Relaties bouwen en netwerken Is, door gesprekken met anderen, in staat inzicht te krijgen in eigen kwaliteiten en motieven en deze af te stemmen op de eigen loopbaan. Bijgewerkt portfolio ind FG ab M Analyseren Bepaalt welke competenties, wensen en waarden belangrijk zijn voor de loopbaanontwikkeling. N Onderzoeken Is in staat, door middel van allerlei technieken, een beeld van zichzelf te krijgen. A Beslissen en activiteiten initiëren G Relaties bouwen en netwerken 2 2.3 Stuurt de eigen loopbaan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn
Voert metingen uit aan de machine ten behoeve van preventief onderhoud, reinigt en smeert machineonderdelen. Volgt voorgeschreven onderhoudprocedures en -instructies op en legt de meetwaarden vast in een meetrapport.
Ontdoet de machine van alle snijdgereedschappen, bergt deze goed op en maakt de machine schoon. Legt de gebruikte instellingen vast en archiveert de werktekeningen en schetsen volgens geldende bedrijfsprocedures. Overlegt met zijn leidinggevende over de uit te voeren onderhoudswerkzaamheden.
Controlelijst van jezelf ind P l K Vakdeskundigheid Controleert het product op nauwkeurigheid in relatie tot de kwaliteitseisen, door het uitvoeren van specifieke metingen. Controlelijst mededeelnemer G2 P l L Materialen en middelen inzetten Gebruikt verschillende meetinstrumenten gericht en doeltreffend. T Instructies en procedures opvolgen Legt de meetresultaten vast volgens vastgestelde procedures,protocollen en geldende bedrijfsprocedures. K Vakdeskundigheid toepassen Archiveert gebruikte werktekeningen,schetsen en legt de instellingen vast voor de procesadministratie. L Materialen en middelen inzetten T Instructies en procedures opvolgen E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen T Instructies en procedures opvolgen Een ingevuld mini-POP ind E t D Aandacht en begrip tonen 2 2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven 1 1.6 Onderhouden van apparatuur 1 1.5 afronden werkzaamheden 1 1.4 Meten en controleren van het eigen werk toepassen
Ingevulde beoordelingsmonitor ind Ci/Ep ab Bewijsstukken criteriumgericht interview ind Ci/Ep ab Eindpresentatie ind Ci/Ep ab
49
Stap 6 Beoordelen
Stap 7 Terugkijken
Stap 5 Controleren
notities
Deze beroepstaak is uitgebracht in een serie voor de kwalificatie Fijnmechanische Techniek. Beroepstaken zijn gebaseerd op het didactisch model BGL (Beroepstaak Gestuurd Leren). De beroepstaken zijn tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
OVERZICHT BEROEPSTAKEN VERSPANER
Basisdocument Introductie verspanen
1 Draaien 1 2 Draaien 2 3 Draaien 3 4 Frezen 1 5 Frezen 2 6 Frezen 3 7 Frezen 4 8 Onderhoud
9 CNC operationeel maken 10 Verspaner in het bedrijf
69390920 Bestelnummer 00640370002
Made with FlippingBook