00645160027
00645160027
BEROEPSTAAK
12 Onderhoudsbeurt uitvoeren
Opleiding Autotechniek > Autotechnicus [Crebo 93410]
BEROEPSTAAK Onderhoudsbeurt uitvoeren 12
Opleiding Autotechniek > Autotechnicus [Crebo 93410]
Artikelnummer: 00645160027
Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Teksten Leden werkgroep Leermiddelen: Bert Grutters, Ab Pothmann
Werkgroepleider Bert Grutters
Eindredactie Marjo Brok
Omslag/Lay-out Studio Blanche
Afbeeldingen Schrijvers en internet
Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld zijn. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. © 2012 Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens- bestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming.
INHOUD
Introductie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Stap 1
Oriënteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Taak 1 Welke onderhoudsbeurt is nodig?. . . . . . . . . . . . . . . . 7 Invullen MINI-POP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Taak 2 Het mini-POP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Voorbereiden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Taak 3 Zo bereid ik mij voor op een onderhoudsbeurt. . . . . 11 Taak 4 Vloeistoffen controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Taak 5 Service-indicatie terugzetten en storingscode uitlezen 14 Taak 6 Distributieriem vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Taak 7 Diagnostische toets. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Taak 8 Onderzijde voertuig controleren . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Taak 9 Controles in de motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Taak 10 Remmen controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Taak 11 Banden controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Taak 12 Klimaatregeling controleren bij een onderhoudsbeurt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Taak 13 Uitvoeren eindcontrole en evaluatie . . . . . . . . . . . . . 23 Taak 14 Gereedschap controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Beoordelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Taak 15 Beoordelen van de beroepstaak . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Terugkijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Taak 16 Het terugkijkgesprek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Stap 7
Studiebronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
3
Bijlagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Bijlage 1 Tabel met werkzaamheden en leerpunten . . . . . . . . . . 33 Bijlage 2 Mini-POP voor de beroepstaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Bijlage 3 Werkvoorbereiding en planning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Bijlage 4 Stappenplan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Bijlage 5 Gereedschapgebruik en (meet)apparatuur . . . . . . . . . 37 Bijlage 6 Beoordeling Presentatie (vakinhoud) . . . . . . . . . . . . . . 38 Bijlage 7 Beoordeling Presentatie (communicatie/ Nederlands) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Bijlage 8 Beoordelingsformulier. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Bijlage 9 Vloeistoffen controleren en vervangen . . . . . . . . . . . . . 42 Bijlage 10 Beoordelingsmonitor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
4
INTRODUCTIE
Op het dashboard van de auto van mevrouw Jansen is het indicatielampje voor het uitvoeren van onderhoud aan de auto gaan branden. De auto is aan een onderhoudsbeurt toe. Mevrouw Jansen heeft bij de receptionist een afspraak gemaakt en heeft de auto bij de garage aangeboden. Jij moet de onderhoudsbeurt uitvoeren. Je werkt met een controlelijst waarop vermeld staat welke controles en werkzaamheden je moet uitvoeren. Wanneer er extra werkzaamheden naar voren komen, meld je dit aan de receptionist. Het is belangrijk dat je het werk binnen de door de importeur vastgestelde tijd (flaterate) uitvoert. In deze beroepstaak leer je hoe je systematisch en op logische wijze controles en werkzaamheden bij een onderhoudsbeurt uitvoert.
Onderhoudsbeurt
Wat moet je kennen? • Kennis van de volgende constructies en begrippen: • Onderhoudsintervallen • Servicebeurt • Onderhoudsbeurt • Onderhoudsbeurt met supplementen Wat moet je kunnen in de praktijk: • Het werken met controlelijsten • Het controleren van het voertuig • Het uitvoeren van een servicebeurt • Het uitvoeren van een onderhoudsbeurt • Het uitvoeren van een onderhoudsbeurt met supplemente
Als je deze taken goed uitvoert, werk je vanzelf aan de competenties die je moet bezitten om een goed vakman te worden. In de monitor kun je zien aan welke werkprocessen en competenties je in de verschillende stappen werkt. In iedere stap letten de beoordelaars vooral op de competenties die vet gedrukt zijn .
Als je moeilijke woorden tegenkomt, zoek je de betekenis op. Je schrijft ze op en bewaart ze op alfabetische volgorde in je map.
Opmerking: Als er staat: ‘overleg met je basisgroep’ overleg je dat met je begeleider. Hij geeft aan of je alleen, met zijn tweeën of met je basisgroep moet samenwerken.
5
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
6
ORIËNTEREN
Oriënteren
Stap 1
Werkproces 1.1 Bereidt onderhoudsopdracht aan personenauto voor
Competenties waarop je in deze stap wordt beoordeeld.
E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten N Onderzoeken T Instructies en procedures opvolgen
Welke onderhoudsbeurt is nodig?
Taak 1
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Samenvatting (max. half A4) verschillen tussen servicebeurt, onderhoudsbeurt en supplement- werkzaamheden. • Controlelijst servicebeurt. • Lijst met mogelijke fouten en gevolgen van het niet gebruiken van een controlelijst. • Een tabel met werkzaamheden en leerpunten.
De klant brengt zijn auto naar de garage voor een onderhoudsbeurt. Dat kan een grote of kleine beurt zijn. Jij gaat die beurt uitvoeren. De werkzaamheden zijn vaak afhankelijk van de kilometerstand en het bouwjaar van de auto. Je zoekt in deze taak uit welke controles je moet verrichten en welke handelingen je moet uitvoeren. Ga met je basisgroep bij elkaar zitten en voer onderstaande opdrachten uit.
7
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
1.1
Bekijk samen met je basisgroep de informatie (dvd, internet, boek) over het uitvoeren van onderhoud aan voertuigen. Voer onderstaande opdrachten uit met je basisgroep. 1 Hoe kan een klant te weten komen wanneer zijn auto onderhoud nodig heeft? 2 Waarom is het belangrijk dat de auto op tijd een onderhoudsbeurt krijgt? 3 Wat kunnen de gevolgen zijn als de klant het onderhoud uitstelt? maken. Vraag je begeleider een auto aan te wijzen waar je onderstaande opdracht samen met je basisgroep aan gaat uitvoeren. 1 Overleg met je basisgroep welke controles en werkzaamheden je bij onderhoud in en om de auto, onder de motorkap en aan de onderzijde van de auto moet uitvoeren. 2 Noem tien controles die je bij een onderhoudsbeurt denkt te moeten uitvoeren. 3 Als je niet werkt met een controlelijst kan dit tot fouten leiden. Noteer op een lijst wat er mis kan gaan bij het niet gebruiken van de controlelijst. Geef ook de gevolgen aan op deze lijst. Bij de informatie uit 1.1 blijkt dat je als autotechnicus te maken kunt krijgen met begrippen als servicebeurt, onderhoudsbeurt en supplementwerkzaamheden. 1 Overleg met je basisgroep over de verschillen van de hierboven genoemde begrippen. 2 Geef een korte samenvatting van maximaal een half A4, welke verschillen er zijn tussen de servicebeurt, de onderhoudsbeurt en de onderhoudsbeurt met supplement werkzaamheden. Een klant wil kwaliteit en je mag dan ook niets vergeten. Je moet daarom altijd met een controlelijst werken om geen fouten te
1.2
1.3
1.4
Wat moet je kunnen en weten om een goed onderhoud aan het voertuig te kunnen uitvoeren? Dus: bekijk de werkzaamheden die je uit moet voeren en vraag je af wat je nog moet leren. 1 Schrijf dit op in een tabel.
8
INVULLEN MINI-POP
Invullen MINI-POP
Stap 2
Werkproces 1.1 Bereidt onderhoudsopdracht aan personenauto voor
Competenties waarop je wordt beoordeeld.
LBB 1.1 Leerling benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling 1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit
J
Formuleren en rapporteren
M Analyseren N Onderzoeken W Gedrevenheid en ambitie tonen Q Plannen en organiseren A Beslissen en activiteiten initiëren
Je zoekt uit wat je moet leren om de beroepstaak goed uit te voeren en je schrijft dat op. Je ziet je leerdoelen als een uitdaging en laat zien dat je voldoende tijd en energie wilt besteden om je doel te bereiken. Je maakt samen met je begeleider een planning en je houdt je eraan. Je voert deze taak zelfstandig uit.
Het mini-POP
Taak 2
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Een ingevuld mini-POP.
Maak een afspraak met je begeleider voor een plangesprek. Voer met hem het plangesprek.
9
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
2.1
Bespreek met je begeleider: a de resultaten en afspraken van de vorige beroepstaak. b de aandachtspunten uit je POP. 1 Vul met je begeleider het mini-POP in. Doe dit op de computer zodat je dit steeds kunt aanvullen. 2 Plan het afsluitende gesprek voor deze beroepstaak in.
10
VOORBEREIDEN
Voorbereiden
Stap 3
Werkproces 1.1 Bereidt onderhoudsopdracht aan personenauto voor
Zo bereid ik mij voor op een onderhoudsbeurt
Taak 3
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Een zelfgemaakte controlelijst.
Bij het uitvoeren van een onderhoudsbeurt is het zaak dat alle controles en werkzaamheden ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Daarommoet je ook altijd een controlelijst gebruiken, zodat je niets vergeet te controleren en alle werkzaamheden ook uitvoert. De klant betaalt hier ook voor. Vraag je begeleider een auto aan te wijzen en voer onderstaande opdrachten uit.
3.1
Een onderhoudsbeurt zul je in een logische volgorde moeten uitvoeren. Er zijn namelijk controles en werkzaamheden die je op de werkvloer kunt uitvoeren maar er zijn er ook die op een brug uitgevoerd moeten worden. Laat je begeleider een auto aanwijzen waar je de opdracht aan gaat uitvoeren. Ga met je basisgroep bij elkaar zitten en voer onderstaande opdracht uit. 1 Maak zelf een controlelijst voor een onderhoudsbeurt aan het aangewezen voertuig. Houd hierbij rekening met het interieur, exterieur, de onderzijde en de carrosserie van een auto.
11
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
Vloeistoffen controleren
Taak 4
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Volledig ingevulde lijst met te controleren of te vervangen vloeistoffen en de antwoorden op de opdrachten 4.2 en 4.3 (bijlage 10). Om een onderhoudsbeurt goed uit te kunnen voeren, moet je weten welke vloeistoffen je moet controleren en welke je moet vervangen. Ook zijn er filters die vervangen moeten worden. In deze taak ga je dit uitzoeken. Vraag je begeleider een auto aan te wijzen waar je deze taak aan uitvoert. Ga met je basisgroep bij elkaar zitten en voer onderstaande opdrachten uit. Sommige vloeistoffen moeten gecontroleerd worden en andere moeten altijd vervangen worden bij een onderhoudsbeurt. Sommige vloeistoffen kun je vanuit de motorruimte controleren, maar er zijn ook vloeistoffen die je aan de onderzijde van de auto moet controleren. Overleg met je basisgroep waar je de gewenste informatie kunt vinden. Gebruik bijlage 10 voor onderstaande opdrachten. 1 Stel een lijst samen met alle vloeistoffen die je moet controleren of vervangen bij het uitvoeren van een onderhoudsbeurt bij het aangewezen voertuig. 2 Noteer op de lijst of de vloeistof gecontroleerd of vervangen moet worden bij een onderhoudsbeurt. 3 Noteer op de lijst of het filter vervangen moet worden. 4 Geef op de lijst aan welke soort vloeistof er nu in zit. 5 Noteer bij de te controleren vloeistoffen wat en hoe je controleert of test. 6 Geef op de lijst aan om de hoeveel kilometer de vloeistoffen gecontroleerd of vervangen moet worden. Dit heet interval. 7 Als de klant weinig rijdt en de kilometers niet haalt, geeft de fabrikant aan om de hoeveel maanden de motorolie moet worden vervangen. Noteer dit aantal maanden. Koelvloeistof moet geregeld vervangen worden omdat de werking hiervan vermindert na verloop van tijd. Het vervangen van deze vloeistof noem je supplementwerkzaamheden. 1 Bedenk met je basisgroep welke functies van de koelvloeistof in werkzaamheid afnemen in de loop van de tijd. 2 Wat kunnen de gevolgen zijn als de koelvloeistof niet op tijd wordt vervangen? 3 Zoek uit wanneer de koelvloeistof vervangen moet worden bij de aangewezen auto en noteer dit op de lijst.
4.1
4.2
12
VOORBEREIDEN
4.3
Ook remvloeistof gaat niet eeuwig mee en moet daarom geregeld vervangen worden. Een eigenschap van remvloeistof is dat deze hygroscopisch is. Dit betekent dat de vloeistof water opneemt. Dit is van invloed op het kookpunt van de remvloeistof. Remvloeistof wordt niet alleen in het remsysteem gebruikt. Het vervangen van de remvloeistof valt ook onder de supplementwerkzaamheden bij onderhoud. 1 Zoek uit en noteer op de lijst waar remvloeistof nog meer wordt toegepast. 2 Wat is het kookpunt van water? 3 Zoek uit wat het kookpunt is van remvloeistof met de specificatie DOT 5. 4 Overleg met je basisgroep wat de gevolgen kunnen zijn als er water in de remvloeistof komt. Bedenk wat dit voor het kookpunt van de remvloeistof kan betekenen. 5 Wat is ‘vapour lock’? 6 Geef op de lijst aan wanneer de remvloeistof vervangen moet worden.
13
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
Service-indicatie terugzetten en storingscode uitlezen IN TE LEVEREN RESULTAAT • Een korte samenvatting waarin je omschrijft hoe je de service-indicatie terugzet en het diagnosesysteem uitleest (max. half A4). Steeds meer fabrikanten voeren hun auto’s uit met een service- indicatiesysteem. Jij moet de service-indicatie terugzetten. Hoe je dat doet, is afhankelijk van het automerk en de uitvoering. Ook lees je het diagnosesysteem uit bij aanvang van een onderhoudsbeurt. Voor je aan het werk gaat, zoek je uit op welke manier je dit moet doen. Je zoekt uit hoe je de service-indicatie terugzet en het diagnosesysteem uitleest bij het merk waaraan jij werkt. Zoek samen met je basisgroep een antwoord op de onderstaande vragen. 1 Zoek documentatie over het European On Board Diagnostics (EOBD)-systeem. 2 Neem de documentatie over het EOBD-systeemmee naar de basisgroep en bespreek de verschillende systemen in de basisgroep. 3 Zijn er verschillen in het uitlezen van het diagnosesysteem bij de verschillende automerken? Zo ja, bespreek deze verschillen. 4 Bestaan er grote verschillen in de manieren waarop je de service-indicatie kunt terugzetten?
Taak 5
5.1
5.2
1 Kan elk garagebedrijf het diagnosesysteem uitlezen of heb je daarvoor speciale apparatuur nodig? 2 Bij het uitlezen van het diagnosesysteem ontdek je een foutcode. Wat doe je met deze informatie?
5.3
Je hebt bij de opdrachten 5.1 en 5.2 informatie verzameld. 1 Verwerk de verkregen informatie in een korte samenvatting (max. half A4) over hoe je de service-indicatie terugzet en het diagnosesysteem (EOBD) uitleest.
14
VOORBEREIDEN
Distributieriem vervangen
Taak 6
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Een samenvatting (half A4) waarin je omschrijft: • op welke manier je de distributieriem gaat vervangen. • waar je op let bij het vervangen van de riem. • welke controles je uitvoert bij het vervangen van de distributieriem. Bij een onderhoudsbeurt controleer je ook de distributieriem. Het is niet nodig om bij elke onderhoudsbeurt de distributieriem te vervangen. De autofabrikant schrijft voor na hoeveel kilometer de distributieriem moet worden vervangen. Als de klant niet veel kilometers met de auto rijdt, vervang je de distributieriem na een voorgeschreven aantal jaren. Je zoekt in deze opdracht uit op welke manier je de distributieriem vervangt. Vraag je begeleider een auto aan te wijzen waaraan je onderstaande opdrachten uit kunt voeren. Ga met je basisgroep bij elkaar zitten.
6.1
1 Wat is de functie van de geleiderol? 2 Op welke manier kun je de geleiderol controleren? 3 Wanneer moet je de geleiderol vervangen? 4 Wat is de functie van de riemspanner? 5 Wanneer moet je de riemspanner vervangen? 6 Op welke manier kun je de rol van de riemspanner controleren? 7 Welke onderdelen worden door de distributieriem aangedreven? 8 Je stelt motorolielekkage langs de nokkenaskering vast. Heeft die lekkage invloed op de levensduur van de distributieriem? Wat doe je dan?
15
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
6.2
Je kunt maar niet zomaar een distributieriem vervangen. De fabrikant van de automotor heeft merktekens aangebracht. Zo kun je de afstelling van de distributie goed controleren. Voer de opdracht op de aangewezen auto uit. 1 Zoek op waar de fabrikant deze merktekens heeft aangebracht. 2 Wat kan er gebeuren als je de distributie op de verkeerde afsteltekens afstelt? 3 Hoe controleer je de afstelling na montage van een nieuwe distributieriem?
6.3
1 Je stelt de distributieriem niet op de juiste spanning af. Wat kunnen daarvan de gevolgen zijn? 2 Op welke manier controleer je de riemspanning? Hoe stel je die af?
6.4
1 Maak een korte samenvatting (half A4) over de kennis die je hebt opgedaan voor het vervangen van een distributieriem en verwerk hierin de verkregen informatie uit 6.1 t/m 6.3.
Diagnostische toets
Taak 7
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Scorelijst met opmerkingen en paraaf begeleider.
Maak een afspraak voor een diagnostische toets. In deze toets laat je zien dat je op de hoogte bent van de verschillende specificaties van de materialen en smeermiddelen. Maak een afspraak voor een diagnostische toets. In deze toets laat je zien dat je: • De volgende begrippen kent: • Specificaties motorolie • Specificaties van gebruikte vloeistoffen in de auto • Onderhoudsintervallen • Supplement werkzaamheden • Technische gegevens kunt opzoeken en hanteren
7.1
1 Maak de diagnostische toets. 2 Bespreek het resultaat met je begeleider.
16
UITVOEREN
Uitvoeren
Stap 4
Werkproces 1.3 Voert onderhoud uit aan personenauto
Competenties waarop je in deze stap wordt beoordeeld.
J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten M Analyseren T Instructies en procedures opvolgen
Onderzijde voertuig controleren
Taak 8
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Een werkvoorbereiding en planning.
• Een stappenplan controle onderzijde voertuig. • Een beschrijving van de gereedschappen en (meet) apparatuur. • Controlelijst onderzijde voertuig.
Bij een onderhoudsbeurt voer je werkzaamheden uit aan de onderzijde van de auto en controleer je de auto ook visueel. Tijdens het controleren let je op lekkage, slijtage en beschadigingen van de onderdelen. Maak altijd gebruik van de controlelijst. Je mag niets vergeten. Vraag je begeleider aan welke auto je deze opdracht moet uitvoeren.
17
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
8.1
Van het aangewezen voertuig moet je de onderzijde gaan controleren. Dit kun je niet doen zonder een goede voorbereiding. 1 Welke vragen heb je in het overleg met je begeleider gesteld om precies te weten te komen wat je moest doen? 2 Bedenk hoe je de opdracht gaat voorbereiden? 3 Overdenk welke stappen je neemt tijdens het uitvoeren van de opdracht. 4 Welke gereedschappen en (meet)apparatuur ga je inzetten? 5 Waarom gebruik je altijd een looplamp bij het controleren van de onderzijde?
8.2
Je hebt nu alle stappen doorlopen die nodig waren voor een goede voorbereiding. 1 Ga nu van de aangewezen auto de onderzijde controleren. 2 Vul de controlelijst in met de verkregen informatie.
Controles in de motorruimte
Taak 9
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Een werkvoorbereiding en planning. • Een stappenplan controle motorruimte. • Een beschrijving van de gereedschappen en (meet) apparatuur. • Controlelijst motorruimte voertuig.
Bij een onderhoudsbeurt voer je werkzaamheden uit in de motorruimte van de auto en controleer je de ruimte ook visueel. Tijdens het controleren let je op lekkage, slijtage en beschadigingen aan de onderdelen. Vraag je begeleider aan welke auto je deze opdracht moet uitvoeren.
18
UITVOEREN
9.1
Van het aangewezen voertuig moet je de motorruimte gaan controleren. Dit kun je niet doen zonder een goede voorbereiding. 1 Welke vragen heb je in het overleg met je begeleider gesteld om precies te weten te komen wat je moest doen? 2 Waar ga je de motorruimte op controleren? 3 Waar kun je de technische informatie vinden voor deze opdracht? 4 Waar kun je een controlelijst vinden? 5 Bedenk hoe je de opdracht gaat voorbereiden. 6 Overdenk welke stappen je neemt tijdens het uitvoeren van de opdracht. 7 Welke gereedschappen en (meet)apparatuur ga je inzetten?
9.2
Je hebt nu alle stappen doorlopen die nodig waren voor een goede voorbereiding. 1 Ga nu van de aangewezen auto de motorruimte controleren. 2 Vul de controlelijst in met de verkregen informatie.
9.3
Als een auto is uitgevoerd met een dieselmotor is het belangrijk dat de waterafscheider van het brandstoffilter wordt afgetapt. Soms moet dit aan de onderzijde van het voertuig gebeuren. 1 Waarom is het schadelijk als je vergeet de waterafscheider af te tappen? 2 Waar let je op bij het aftappen van de waterafscheider?
Remmen controleren
Taak 10
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Een werkvoorbereiding en planning.
• Een stappenplan voor de controle van de remmen. • Een beschrijving van de gereedschappen en (meet) apparatuur. • Controlelijst remmen.
Bij een onderhoudsbeurt besteed je veel tijd aan de remmen. De autofabrikant schrijft meestal voor dat het remsysteem gecontroleerd moet worden bij een bepaalde kilometerstand. Als de klant niet veel kilometers met de auto rijdt, voer je de controle na een voorgeschreven aantal jaren uit.
19
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
Je hoeft dus niet bij elke onderhoudsbeurt de remtrommels te demonteren om de remvoering te kunnen controleren. Wat je wel bij iedere onderhoudsbeurt controleert, is de conditie van de remvloeistof. Vraag je begeleider een auto aan te wijzen om deze opdracht uit te voeren.
10.1
Van het aangewezen voertuig moet je de remmen gaan controleren. Dit kun je niet doen zonder een goede voorbereiding. 1 Welke vragen heb je in het overleg met je begeleider gesteld om precies te weten te komen wat je moest doen? 2 Waar ga je de remmen op controleren? 3 Waar kun je de technische informatie vinden voor deze opdracht? 4 Waar kun je een controlelijst vinden? 5 Bedenk hoe je de opdracht gaat voorbereiden. 6 Overdenk welke stappen je neemt tijdens het uitvoeren van de opdracht. 7 Welke gereedschappen en (meet)apparatuur ga je inzetten?
10.2
Je hebt nu alle stappen doorlopen die nodig waren voor een goede voorbereiding. 1 Ga nu van de aangewezen auto de remmen controleren. 2 Vul de controlelijst in met de verkregen informatie.
20
UITVOEREN
Taak 11
Banden controleren
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Een werkvoorbereiding en planning.
• Een stappenplan voor de controle van de banden. • Een beschrijving van de gereedschappen en (meet) apparatuur. • Bandenrapport.
Bij een onderhoudsbeurt besteed je extra aandacht aan de banden. Je controleert niet alleen op slijtage, maar ook op schade. Bedenk ook dat de auto misschien een reservewiel heeft. Als dit het geval is, controleer je dat ook. Eventueel overleg je met de klant of hij binnenkort met de auto op vakantie gaat, zodat je de bandenspanning kunt verhogen in verband met de hogere belasting van de band. Op je bandenrapport noteer je de bevindingen van de controle.
11.1
Van het aangewezen voertuig moet je de banden gaan controleren. Dit kun je niet doen zonder een goede voorbereiding. 1 Welke vragen heb je in het overleg met je begeleider gesteld om precies te weten te komen wat je moest doen? 2 Waar ga je de banden op controleren? 3 Waar kun je de technische informatie vinden voor deze opdracht? 4 Waar kun je een bandenrapport vinden? 5 Bedenk hoe je de opdracht gaat voorbereiden. 6 Overdenk welke stappen je neemt tijdens het uitvoeren van de opdracht. 7 Welke gereedschappen en (meet)apparatuur ga je inzetten?
11.2
Je hebt nu alle stappen doorlopen die nodig waren voor een goede voorbereiding. 1 Ga nu van de aangewezen auto de banden controleren. 2 Vul het bandenrapport in met de verkregen informatie.
21
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
Taak 12
Klimaatregeling controleren bij een onderhoudsbeurt
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Een werkvoorbereiding en planning. • Een stappenplan voor de controle van de klimaatregeling. • Een beschrijving van de gereedschappen en (meet) apparatuur. • Ingevulde controlelijst klimaatregeling. Bij het uitvoeren van een onderhoudsbeurt moet ook de werking en het functioneren van de klimaatregeling (airconditioning) gecontroleerd worden. Mogelijk zijn er ook interieurfilter(s) aanwezig die vervangen moeten worden. Vraag je begeleider een auto aan te wijzen om onderstaande opdracht aan uit te voeren.
12.1
Van het aangewezen voertuig moet je de klimaatregeling (airconditioning) gaan controleren. Dit kun je niet doen zonder een goede voorbereiding. 1 Welke vragen heb je in het overleg met je begeleider gesteld om precies te weten te komen wat je moest doen? 2 Waar ga je de klimaatregeling op controleren? 3 Bevindt er zich een interieurfilter in de aangewezen auto? 4 Wanneer moet dit vervangen worden? 5 Waar kun je de technische informatie vinden voor deze opdracht? 6 Waar kun je een controlelijst vinden? 7 Bedenk hoe je de opdracht gaat voorbereiden. 8 Overdenk welke stappen je neemt tijdens het uitvoeren van de opdracht. 9 Welke gereedschappen en (meet)apparatuur ga je inzetten?
12.2
Je hebt nu alle stappen doorlopen die nodig waren voor een goede voorbereiding. 1 Ga nu van de aangewezen auto de klimaatregeling controleren. 2 Vul de controlelijst in met de verkregen informatie.
22
CONTROLEREN
Controleren
Stap 5
IN TE LEVEREN RESULTAAT
Werkproces 1.5 Controleert zijn onderhoudswerkzaamheden en rondt zijn opdracht af
Competenties waarop je in deze stap wordt beoordeeld.
J
Formuleren en rapporteren Materialen en middelen inzetten
L
S Kwaliteit leveren T
Instructies en procedures opvolgen
Taak 13
Uitvoeren eindcontrole en evaluatie
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Samenvatting eindcontrole werkzaamheden (max. half A4). • Een verslag over de uitvoering van je beroepstaak met daarin: • Alle in te leveren resultaten. • Een beschrijving van hoe je de taak hebt uitgevoerd en wat je ervan hebt geleerd. • Een presentatie over de uitvoering van de opdracht. • Beoordelingsoverzicht van de presentatie door de basisgroep (groepsbeoordeling). Als je een opdracht uitgevoerd hebt, ben je nog niet klaar. Je moet je werk nog wel controleren. Je moet nagaan of je niets bent vergeten. Het is belangrijk dat je de uitgevoerde werkzaamheden goed controleert. Slecht uitgevoerde werkzaamheden kunnen de veiligheid in gevaar brengen, maar het kan het bedrijf ook geld (garantiewerkzaamheden) kosten. Voorop staat dat de klant tevreden moet zijn. In deze taak controleer je ook of je alle opdrachten uit de beroepstaak hebt uitgevoerd.
23
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
13.1
1 Denk na over hoe je kunt voorkomen dat de klant met een klacht terugkomt. 2 Maak een korte samenvatting waarom, hoe en wanneer jij je werkzaamheden hebt gecontroleerd (max 1 A4).
13.2
Na het beëindigen van alle werkzaamheden en controles kun je een evaluatie maken van de toegepaste werkzaamheden. 1 Denk na over datgene wat je hebt geleerd bij deze beroepstaak. 2 Geef aan wat goed en niet goed is gegaan bij deze beroepstaak.
13.3
Je bent nu, op de presentatie of eindpresentatie, beoordeling, verslag en evaluatie na, klaar met je beroepstaak.
Maak een verslag met daarin: 1 Alle in te leveren resultaten.
2 Hoe je de taak hebt uitgevoerd en wat je ervan hebt geleerd. 3 Een samenvatting van het overleg met je begeleider of collega’s. 4 Beoordelingsoverzicht van de basisgroep.
13.4
Voor de andere studenten in de basisgroep is het ook belangrijk om te zien en te horen hoe jij de beroepstaak hebt uitgevoerd. 1 Bedenk welke punten je gaat opnemen in je presentatie en werk dit uit. 2 Plan met je coach een moment voor de presentatie. Laat je medeleerlingen jouw presentatie beoordelen.
Gereedschap controleren
Taak 14
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Samenvatting (half A4) opdracht 14.2.
Als je klaar bent met je werk, dan ruim je niet alleen je werkplek, maar ook het gebruikte gereedschap op. Je kijkt goed naar de conditie van je gereedschap. Je controleert of al het gereedschap nog compleet is en je kijkt of het niet beschadigd is. Als het beschadigd is, besluit je wat je ermee doet: weggooien, laten
repareren of kan het zo terug naar het magazijn? Waaraan herken je beschadigd gereedschap?
24
CONTROLEREN
14.1
Er kunnen tijdens het controleren van motoren verschillende beschadigingen aan het gereedschap of de (meet)apparatuur optreden. Ga met je basisgroep bij elkaar zitten en overleg met elkaar over onderstaande vragen. 1 Welke beschadigingen kunnen optreden? 2 Hoe kun je deze beschadigingen voorkomen? 3 Waarommag je beschadigde onderdelen of gereedschap nooit zomaar terugzetten? Je hebt nu binnen de basisgroep overlegd. Je hebt antwoorden gekregen op de vragen hoe je omgaat met gereedschap, waar je dit op controleert en welke stappen je onderneemt als gereedschap beschadigd of versleten is. 1 Maak hier een samenvatting van een half A4 van.
14.2
25
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
26
BEOORDELEN
Beoordelen
Stap 6
IN TE LEVEREN RESULTAAT
Werkproces 1.1 Bereidt onderhoudsopdracht aan personenauto voor Werkproces 1.3 Voert onderhoud uit aan personenauto Werkproces 1.5 Controleert zijn werkzaamheden en rondt opdracht af
Competenties waar je op wordt beoordeeld.
J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten M Analyseren T Instructies en procedures opvolgen
Beoordelen van de beroepstaak
Taak 15
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Een ingevuld beoordelingsformulier (kopie).
Maak een afspraak met je begeleider voor het uitvoeren van de praktijkbeoordeling. Zorg dat je weet aan welke eisen het werk moet voldoen. Je gaat een opdracht uitvoeren aan een van tevoren afgesproken auto. Van je begeleider ontvang je een werkorder met een opdracht. Je voert deze opdracht zelfstandig uit.
27
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
15.1
Beoordelingsopdracht 1 Maak de voorbereiding: a Lees de informatie. b Verzamel de informatie, onderdelen en gereedschappen die je nodig hebt voor de opdracht 2 Voer de afleveringsbeurt uit. 3 Controleer je werk. 4 Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden stelt de begeleider vragen over je werkwijze. Deze beantwoord je mondeling. De begeleider observeert jou tijdens de uitvoering van de opdracht en vult een beoordelingsformulier in. Waar je op wordt beoordeeld, kun je in bijlage 8 zien. Na het controleren van je werk, bespreek je samen met de begeleider de door hem ingevulde beoordelingslijst.
28
TERUGKIJKEN
Terugkijken
Stap 7
IN TE LEVEREN RESULTAAT
LBB Werkproces 1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling Werkproces 1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit
Competenties waarop je in deze stap wordt beoordeeld.
J
Formuleren en rapporteren
M Analyseren N Onderzoeken W Gedrevenheid en ambitie tonen Q Plannen en organiseren A Beslissen en activiteiten initiëren
Samen met je begeleider evalueer je jouw functioneren tijdens deze beroepstaak en stel je jouw POP bij.
Taak 16
Het terugkijkgesprek
IN TE LEVEREN RESULTAAT • Bijgesteld POP. • Bijgewerkt portfolio.
Na het uitvoeren van onderstaande opdrachten voer je met je begeleider een terugkijkgesprek.
16.1
1 Hoe is het met het uitvoeren van de onderhoudsbeurt gegaan? Bekijk onderstaande vragen voor jezelf of overleg met collega(‘s) of met de basisgroep: a Ben je tevreden over jouw rol binnen de basisgroep? b Denk je dat je deze beroepstaak voldoende hebt uitgevoerd? c Ben je tevreden met het resultaat van deze beroepstaak? d Geef aan wat je in de volgende beroepstaak wilt verbeteren. e Waar was je begeleider of collega tevreden over? Waarover niet?
29
2 Maak een nieuwe tabel.
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
a Neem de eerste kolom van je mini-POP (tabel 2) over in deze tabel. b Vul je eigen oordeel in over wat je geleerd hebt in de kolommen.
16.2
1 Bespreek de antwoorden uit deze beroepstaak met je begeleider. 2 Bespreek met je begeleider of je de beroepstaak af kunt sluiten. Was de uitvoering voldoende of moet je het nog een keer doen? 3 Laat aan je begeleider zien dat je de beroepstaak goed hebt uitgevoerd. 4 Bewijzen stop je in jouw portfolio. Voorbeelden van bewijzen zijn: a hoe tevreden waren je collega’s. b kun je laten zien dat het product voldoet aan de eisen. 5 Kun je de andere onderdelen van je mini-POP afsluiten? Doe de bewijzen in je portfolio. 6 Bespreek ook met je begeleider waarom je het een leuke beroepstaak vond of waarom niet. 7 Bespreek met je begeleider je POP en overleg met hem waaraan je nog moet werken in de volgende beroepstaak.
30
STUDIEBRONNEN
Bij stap 1. Oriënteren • Inhoud beroep en beroepstaak • Tabel praktijkhandelingen en opdrachten • Waar mogelijk een digitale camera
Bij stap 2. Invullen mini-POP • Tabel planning
Bij stap 3. Voorbereiden boeken: • Leerstof BGL voor de voertuigtechnicus • Documentatiemap
cd-rom: • Kluwer ATH • Veiligheid • Programma ‘de auto 3D’ • H-base
internet • www.Mobikit.nl • www.kennisnet.nl • www.davindi.nl
Bij stap 4. Uitvoeren • Leerwerkplek (garagebedrijf) • Simulatie op school Afhankelijk van de opdracht • Controlelijst/inspectierapport • Facturen
Bij stap 5. Controleren • Mini-POP • Controlelijst • Beoordelingsformulier
31
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
BIJLAGEN
32
BIJLAGE 1 TABEL MET WERKZAAMHEDEN EN LEERPUNTEN
Nr.
Werkzaamheden:
Leerpunten:
1
2
3
4
5
33
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
BIJLAGE 2 MINI-POP VOOR DE BEROEPSTAAK
1 = Waar: 2 = Hoe:
school - bedrijf
opdracht uitvoeren taak - practicum - workshop - training.
3 = Wanneer:
start- en einddatum
4 = Met wie samen:
begeleider - collega’s - andere deelnemers
Waar:
Hoe:
Wanneer:
Met wie:
taak 3 taak 4 taak 5 taak 6 taak 7 taak 8 taak 9
taak 10 taak 11 taak 12 taak 13 taak 14
De beroepstaak wordt afgesloten met een beoordelingsopdracht (taak 15) onder toezicht van …………………….. op …………………… in ………………. (plaats). De beroepstaak wordt afgesloten in een terugkijkgesprek (taak 16) met ……………………….. op …………. in ………………… (plaats).
34
BIJLAGE 3 WERKVOORBEREIDING EN PLANNING
Welk (speciaal) gereedschap heb ik nodig.
Hoe lang denk ik hiermee bezig te zijn. (tijdsplanning)
Welke gegevens/ werkplaats documentatie heb ik hierbij nodig.
Welke werkzaamheden ga ik uitvoeren. (juiste volgorde)
1
2
3
4
5
35
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
BIJLAGE 4 STAPPENPLAN
Werkzaamheden:
Stappen:
36
BIJLAGE 5 GEREEDSCHAPGEBRUIK EN (MEET)APPARATUUR
Bewerkingen
Benodigd (hulp)gereedschap/ (meet)apparatuur
Reden voor gebruik
37
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
BIJLAGE 6 BEOORDELING PRESENTATIE (VAKINHOUD)
Naam:
……………………………………………
Beroepstaak : ……………………………………………
Onderwerp:
……………………………………………
Doel/doelen: ……………………………………………
Publiek:
……………………………………………
OPMERKINGEN
goed vold. onv.
a. Onderwerp, doel, thema’s Onderwerp van de boodschap is volgens opdracht Doel van de boodschap is duidelijk (informeren, activeren, mening vormen) Alle benodigde thema’s (om doel te bereiken) zijn behandeld b. Publiek (de ontvanger) De boodschap is gericht aan het juiste publiek/de juiste persoon Thema’s zijn juist gekozen bij dit publiek/ deze persoon o.a. te veel/te weinig thema’s i.v.m.
• voorkennis v.d. ontvanger • interesse v.d. ontvanger
• functie v.d. ontvanger • mening v.d. ontvanger c. De informatie in de thema’s Informatie in de thema’s is voldoende o.a.:
• volledig om doel te bereiken • afgestemd op dit publiek
f. Ruis: • er ontbreekt informatie • er is overbodige informatie • er is onjuiste informatie • ……………………….
38
BIJLAGE 7 BEOORDELING PRESENTATIE (COMMUNICATIE/ NEDERLANDS)
Naam:
……………………………………………
Beroepstaak : ……………………………………………
Onderwerp:
……………………………………………
Doel/doelen: ……………………………………………
Publiek:
……………………………………………
OPMERKINGEN
Goed Vold. Onv.
d. Keuze en conventies van het medium Medium past bij: onderwerp, doel, thema’s, publiek Vormgeving komt overeen met de conventies van het medium f. Ruis: • Hulpmiddelen zijn niet goed gekozen, ondersteunen de boodschap niet. • Hulpmiddelen worden niet goed gebruikt. e. Opbouw van de boodschap Inleiding: is volledig. (minimaal: onderwerp, doel en thema’s zijn genoemd) Kern: • er is een goede, logische volgorde van de thema’s. • de boodschap wordt goed onderbouwd. Slot: • de inhoud van de boodschap wordt correct samengevat. • de conclusie is gebaseerd op de inhoud van de boodschap.
39
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
f. Ruis o.a.: • non-verbale communicatie sluit niet aan bij de gesproken boodschap • verbale communicatie sluit niet aan bij de gesproken boodschap • fouten in spelling/taalgebruik leiden af van de boodschap • fouten in formulering leiden af van de boodschap • wel/geen gebruik vaktaal • fatsoensnormen TOPS en TIPS Belangrijkste pluspunt Belangrijkste verbeterpunt
40
BIJLAGE 8 BEOORDELINGSFORMULIER
Beroepstaak :
........................................................................................................................
Naam leerling:
........................................................................................................................
Naam bedrijf/ begeleider: ........................................................................................................................
Beoordeling D
Beoordelingscriteria
A
G
De student: • controleert de opdracht/werkorder op volledigheid • verzamelt de juiste gegevens uit de werkplaatsinformatie
• verzamelt de juiste materialen en gereedschappen • voert het onderhoud uit volgens fabrieksgegevens • gebruikt gereedschap op de juiste wijze • overlegt bij complicaties met leidinggevende • noteert de uitgevoerde werkzaamheden • bij niet-voorziene defecten worden deze genoteerd en overlegd met de leidinggevende • voert tussentijdse en een eindcontrole uit
• voert afval af en ruimt werkplek op • noteert gewerkte tijd op werkorder • werkt volgens normtijden fabrikant
D = Deels aangetoond A = Aangetoond G = Goed aangetoond
41
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
BIJLAGE 9 VLOEISTOFFEN CONTROLEREN EN VERVANGEN
Vloeistof
Filter vv Specificatie Hoe en wat controle- ren/vervangen
Interval
42
43
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
BIJLAGE 10 BEOORDELINGSMONITOR
D - A - G
instructeur vakdocent trajectbegeleider
zelf collega leermeester
Werkproces nr. competenties beoordelaars BEOORDELING
Werkproces ontbreekt!
BPV v op produkten Stap 1 E Samenwerken en overleggen taak 1 Samenvatting (max. half A4) verschillen tussen servicebeurt, onderhoudsbeurt en supplement werkzaamheden G F v (v) K Vakdeskundigheid toepassen taak 1 Controlelijst servicebeurt G F v (v) L Materialen en middelen inzetten taak 1 Plannen 1.1 Bereidt onderhouds- opdracht aan personenauto voor Oriënteren 1 Ok
Lijst met mogelijke fouten en gevolgen bij het niet gebruiken van een checklist G F v (v) N Onderzoeken taak 1 Een tabel met werkzaamheden en leerpunten IND F pro T Instructies en procedures opvolgen Ok Stap 2 J Formuleren en rapporteren taak 2 Ingevuld mini-POP IND F pro M Analyseren N Onderzoeken W Gedrevenheid en ambitie tonen Q Plannen en organiseren Ok A Beslissen en activiteiten initiëren Stap 3 taak 3 Zelfgemaakte controlelijst IND/G F v (v) taak 4 Volledig ingevulde lijst (bijlage 10) IND/G F v (v) Ok Stap 4 J Formuleren en rapporteren 1.3 Voert onderhoud uit aan personenauto 1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling 1 LLB begeleider Voorbereiden 1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit IND K v (v) Uitvoeren
taak 8 Een werkvoorbereiding en planning IND/G F pra K Vakdeskundigheid toepassen taak 8 Een stappenplan controle onderzijde voertuig IND/G F pra L Materialen en middelen inzetten taak 8 Een beschrijving van de gereedschappen en (meet)apparatuur. IND/G F pra M Analyseren taak 8 Controlelijst onderzijde voertuig IND/G F pra T Instructies en procedures opvolgen taak 9 Een werkvoorbereiding en planning IND/G F pra taak 9 Een stappenplan controle motorruimte IND/G F pra taak 9 Een beschrijving van de gereedschappen en (meet)apparatuur IND/G F pra taak 9 Controlelijst motorruimte voertuig IND/G F pra
kerntaak
beoordelaars
vorm
beoordelings-
werkvorm
Monitor STUDENT:
taak 5 Korte samenvatting (half A4) opdracht 5.3 IND/G F v (v) taak 6 Een samenvatting (half A4) distributieriem vervangen IND/G F v (v) taak 7 Scorelijst met opmerkingen en paraaf
44
Complexiteitsniveau C BT 12
Onderhoudsbeurt
Stap 5 J Formuleren en rapporteren taak 13 Samenvatting eindcontrole werkzaamheden IND F pro L Materialen en middelen inzetten S Kwaliteit leveren T Instructies en procedures opvolgen taak 13 Beoordelingsoverzicht van de presentatie door de basisgroep IND/G Ep pro/bg taak 14 Samenvatting (half A4) opdracht 14.2 IND F pro Ok Stap 6 J Formuleren en rapporteren T Instructies en procedures opvolgen Ok Stap 7 J Formuleren en rapporteren M Analyseren taak 16 Bijgesteld POP IND E pro N Onderzoeken 1.4 Plant zijn eigen Terugkijken 1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling 1 LLB werkzaamheden en rondt opdracht af
taak 12 Een werkvoorbereiding en planning IND/G F pra taak 12 Een stappenplan klimaatregeling controleren IND/G F pra taak 12 Een beschrijving van de gereedschappen en (meet)apparatuur IND/G F pra taak 12 Ingevulde controlelijst klimaatregeling IND/G F pra taak 15 Ingevuld beoordelingsformulier IND E pra x K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten M Analyseren Een verslag over de uitvoering van je beroepstaak taak 13 IND F 1 pro 1.5 Controleert zijn werkzaamheden en rondt opdracht af 1 Beoordelen 1.5 Controleert zijn 1.3 Voert onderhoud uit aan personenauto 1.1Bereidt onderhoudsopdracht aan personenauto voor Ok
Ok A Beslissen en activiteiten initiëren
taak 16 Bijgewerkt portfolio IND E pro W Gedrevenheid en ambitie tonen Q Plannen en organiseren leerproces en voert het uit
1
j g p taak 10 Een werkvoorbereiding en planning IND/G F pra taak 10 Een stappenplan controle remmen IND/G F pra (meet)apparatuur IND/G F pra
taak 10 Een beschrijving van de gereedschappen en taak 10 Controlelijst remmen IND/G F pra taak 11 Een werkvoorbereiding en planning IND/G F pra taak 11 Een stappenplan banden controleren IND/G F pra taak 11 Een beschrijving van de gereedschappen en (meet)apparatuur IND/G F pra taak 11 Bandenrapport IND/G F pra Controleren
Voor eindbeoordeling alle producten voldoende
45
BEROEPSTAAK ONDERHOUDSBEURT UITVOEREN
46
Deze beroepstaak is uitgebracht in een serie voor de kwalificatie Autotechnicus. Beroepstaken zijn gebaseerd op het didactisch model BGL (Beroepstaak Gestuurd Leren). De beroepstaken zijn tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
OVERZICHT BEROEPSTAKEN AUTOTECHNICUS
0 Introductie: Werken met een beroepstaak 1 Banden controleren - vervangen - repareren
2 Koelsysteem controleren - vervangen - repareren 3 Remsysteem controleren - vervangen - repareren 4 Uitlaatsysteem en mechanische delen - controleren - vervangen - repareren 5 Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren 6 Accessoires en communicatiemiddelen - controleren - vervangen - repareren 7 Afleveringsbeurt uitvoeren 8 Aandrijving - controleren - vervangen - repareren 9 Hybride en alternatieve aandrijfbronnen 10 Laadsysteem - controleren- vervangen 11 Motormanagement - controleren - vervangen - repareren 12 Onderhoudsbeurt uitvoeren 13 Startsysteem - controleren - vervangen - repareren 14 Veiligheids- en comfortsysteem - controleren - vervangen - repareren
15 Ruiten en ramen - controleren - vervangen - repareren 16 Motormechanische systemen vervangen - repareren 17 Assisteren bij APK-keuring Opdrachtenboek Beroeps Praktijk Vorming AT
Artikelnummer: 00645160027
Made with FlippingBook