00661960013

00661960013

NIVEAU 4 AUTOTECHNIEK Technisch Special ist Personenauto’s Crebo 93430

✓ k w a l i f i c e r e n d

EXAMENDOSSIER 1

Projectbegeleiders, Praktijkbegeleiders en Beoordelaars

Artikelnummer: 00661960013

NIVEAU 4 autotechniek Versie 3 - mei 2013

✓ k w a l i f i c e r e n d

EXAMEnDoSSIER 1

autotechnIek

lokaliseren en verhelpen

gebaseerd op kwalificatiedossier: Autotechniek, augustus 2012 Kwalificaties/uitstroom: Technisch Specialist Personenauto’s Crebo-nummer: 93430

Artikelnummer: 00661960013

Projectbegeleiders, Praktijkbegeleiders en Beoordelaars

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Directeur en managementteam M. Wouters, L. Fine, B. Huijberts, A. Pijnenburg, I. Rabelink

Ontwikkelteamleider Bert Grutters

Ontwikkelteam Bert Grutters, Ab Pothmann

Eindredactie Marjo Brok

Ontwerp en opmaak Studio Blanche: Henny Witjes

Foto’s omslag en binnenwerk Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Overige foto’s en afbeeldingen Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat de Stichting Consortium

Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degenen die menen alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2013 Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

1 Inhoud

1 Inleiding . 5

2 Informatie voor de student. 9 2.1 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 2.2 Kwalificering. . . . . . . . . . . . . . . . . 9 2.3 Beoordeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 2.4 Cesuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 2.5 Hulpmiddelen. . . . . . . . . . . . . . . . .17 3 Afnamecondities. 19 3.1 Plaats van uitvoering van de projectwijzer . . . .19 3.2 Complexiteit van de examenopdracht. . . . . . 20 3.3 Omschrijving proces van afname . . . . . . . .21 3.4 Stroomschema proces van afname . . . . . . . 24 4 Voorbereiding. 25 4.1 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 4.2 Richtlijnen examenopdracht . . . . . . . . . . 26 4.3 Verwerven en vaststellen eigen examenopdracht. . . . . . . . . . . . . . . 27 5 Uitvoering. 29 5.1 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 5.2 Uitvoeren van de opdracht . . . . . . . . . . .30 6 Resultaat . 37 6.1 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . .37 6.2 Formulier goedkeuring en vaststelling examenopdracht. . . . . . . . . . . . . . . 40 6.3 Beoordelingsformulieren per werkproces . . . . 42 6.4 Overzicht bewijsstukken . . . . . . . . . . . .57

7 Nederlands en Moderne Vreemde Talen. 59 7.1 Communicatie algemeen. . . . . . . . . . . .59 7.2 Nederlands. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61 7.3 Moderne Vreemde Talen (Engels). . . . . . . . . . . . . . .61

8 Rekenen en Wiskunde. 63

9 Loopbaan en Burgerschap . 65

10 Aanvullende informatie voor de organisatie . 67 10.1 Algemene informatie over het examen . . . . . .67 10.2 Onderbouwing uitgangspunten bij dit examendossier . . . . . . . . . . . . . . . .70 10.3 Aanvullende informatie voor de verantwoordelijke op het ROC. . . . . . . . . .73 10.4 Aanvullende informatie voor de verantwoordelijke op de afnamelocatie . . . . . 74 10.5 Aanvullende informatie voor de beoordelaars. . .75 11 Bijlage . 77 BIJLAGE 1 Beoordelingsmethoden . . . . . 79 BIJLAGE 2 Formulieren goedkeuring en vaststelling examenopdracht. . . 87 BIJLAGE 3 Handreiking reflectieverslag. . . 89 BIJLAGE 4 Handreiking beoordelingsgesprek.91 BIJLAGE 5 Formulier werkvoorbereiding PT2.4 . . . . . . . . . . . . 93 BIJLAGE 6 Stappenplan meetprocedure PT2.5 . . . . . . . . . . . . 95 BIJLAGE 7 Overzicht bewijsstukken . . . . 97 BIJLAGE 8 Begrippen en afkortingen. . . . 99 BIJLAGE 9 Voorbeeld project 1. . . . . . 103 BIJLAGE 10 Voorbeeld project 2. . . . . . 105 BIJLAGE 11 Formulier feedback examen door studenten. . . . . . . . . . 107 BIJLAGE 12 Formulier voor feedback examen door beoordelaar. . . . . . . 109 BIJLAGE 13 Omrekentabel van O-V-G naar cijfers. . . . . . . . . . . . 111

4

KWALIFICEREND DOSSIER

inleiding

1

1 InleIdIng

Beste student,

afnameconditi

Voor je ligt een map met daarin een kwalificerend project van de opleidingTechnisch Specialist Personenauto’s. Dit examendossier is de eerste van de twee kwalificerende projecten. Het is, samen met examenopdracht 2, een kwalificerend project. Dat wil zeggen: als je beide projecten volgens de gestelde eisen uitvoert, kwalificeer je jezelf voor het vakmatige deel van de opleidingTechnisch Specialist Personenauto’s. Samen met Nederlands, MVT, Rekenen en Wiskunde, Loopbaan en Burgerschap behaal je daarmee je diploma. Je voert de opdrachten bij alle werkprocessen van het kwalificatiedossier uit op school en in het BPV-bedrijf. Het project beslaat een periode van 3 tot 6 maanden. Beoordelaars van zowel het BPV-bedrijf als het ROC stellen vast of je voldoet aan de gestelde eisen zoals die zijn aangegeven in de beoordelingsformulieren per werkproces. Hierbij zijn de beoordelingscriteria afgeleid van de eisen die het kwalificatiedossier stelt. Tijdens de uitvoering van het project is de manier van werken dezelfde als die van de afgelopen jaren. Iedere betrokkene, student(en), projectbegeleiders, praktijkbegeleiders, vakdocenten beschikken met dit examendossier over dezelfde informatie rondom de werkwijze en de beoordeling in de kwalificerende periode.

voorbereiding

uitvoering

resultaat

llb

5

lokaliseren en verhelpen

Voor het kwalificeren is het van belang dat je zelf alle bewijzen verzamelt die daarvoor nodig zijn. Daartoe adviseren we je een eigen examendossier aan te leggen. Hierin kun je dan de door jou verzamelde bewijsstukken en de benodigde beoordelingsformulieren in opslaan. Dit kun je doen in een dossiermap, maar natuurlijk ook digitaal. Let erop dat alle formulieren die meetellen om je te kwalificeren voorzien zijn van een datum en de namen en handtekeningen van de beoordelaars. Het Regionale Opleidingscentrum (ROC) is verantwoordelijk voor de organisatie rondom de kwalificerende periode en heeft de eindverantwoordelijkheid over jouw beoordeling.

Succes met de uitvoering van dit project.

6

KWALIFICEREND DOSSIER

1 Inleiding

Begeleidersinformatie

Beste collega,

Voor u ligt het kwalificerende examendossier 1 van de opleiding Technisch Specialist Personenauto’s. Samen met het examendossier 2 kan de student zich kwalificeren voor het vakmatige deel van de opleiding. Dat betekent dat de student de examenopdracht volgens de eisen van het kwalificatiedossier moet uitvoeren. De student voert het project uit op school en in de BPV. Als de resultaten voldoen aan de eisen die gesteld worden in het kwalificatiedossier, dan heeft de student zich voor het beroepsgerichte deel van de opleiding gekwalificeerd. Voor het kwalificeren is het van belang dat de student zelf alle bewijzen verzamelt die daarvoor nodig zijn. Daartoe adviseren we om een kwalificerend examendossier of een kwalificerende portfolio aan te leggen. Hierin kunnen de gemaakte producten met de benodigde beoordelingsformulieren worden opgeslagen. Mogelijk kan dit ook in een kwalificerend deel van het digitale portfolio. Studenten moeten het examen uitvoeren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. - De examenopdracht moet op kwalificerend niveau zijn (hoofdstuk 4). - Het kwalificatiedossier geeft richtlijnen voor wat betreft de rol en verantwoordelijkheden van de student en van de complexiteit van de werkzaamheden. De ingeleverde producten moet u kwalificerend beoordelen. Dit betekent dat het product niet meer kan worden aangepast voor een betere beoordeling, zoals tijdens het opleidende traject het geval was. Als verbetering nodig is, betekent dit dat de voorafgaande stap niet (helemaal) voldoende is. De eerste beoordeling die de student krijgt, is dus definitief. Dit examendossier is zo opgebouwd dat de student werkproces voor werkproces kan uitvoeren en de benodigde bewijzen kan verzamelen. Voor het kwalificeren is het van belang dat hij zelf alle bewijzen verzamelt die daarvoor nodig zijn. Wij adviseren u de student alle bewijzen in dit dossier op te laten slaan. Aan het einde van deze periode kan de student het volledige dossier bij de examencommissie inleveren.

Het ROC moet het dossier bewaren voor de onderwijsinspectie.

In deze begeleiderhandleiding staat exact dezelfde tekst als in de studentenversie. Informatie voor de begeleiders is toegevoegd in aanvullende grijze vlakken.

In hoofdstuk 10 staat aanvullende informatie die van belang is voor de organisatie en de beoordelaars. Digitale ondersteuning en aanvullingen bij dit examendossier kunt u vinden bij www.consortiumbo.nl.

Veel succes met de begeleiding en beoordeling van de student en zijn examen.

7

Lokaliseren en verhelpen

8

KWALIFICEREND DOSSIER

inleiding

2

2 InformatIe voor de student

afnameconditi

voorbereiding

2 1

InleIdIng

In dit hoofdstuk vind je de nodige informatie over je examen, beoordeling, cesuur en toegestane hulpmiddelen.

uitvoering

Tijdens het examen is het van belang dat je zelf alle bewijzen verzamelt die nodig zijn om je te kwalificeren. Een lijst met de daarvoor benodigde bewijsstukken vind je in paragraaf 6.5.

resultaat

De gerealiseerde bewijsstukken en andere ingevulde bewijsstukken kun je in dit examendossier opslaan of in een digitale omgeving.

De werkwijze tijdens dit examen zal zoveel mogelijk hetzelfde zijn als tijdens je opleiding.

2 2

kWalIfIcerIng

Door het competent uitvoeren van de hieronder omschreven werkprocessen, kwalificeer je je voor de kerntaken van het kwalificatiedossier Autotechniek, uitstroomrichtingTechnisch Specialist Personenauto’s.

llb

9

lokaliseren en verhelpen

Voor het verkrijgen van je diploma moeten alle werkprocessen met Voldoende of Goed aangetoond competent te zijn beoordeeld.

De overheid heeft, om het bedrijfsleven meer te betrekken bij de beroepsopleidingen, vastgesteld dat je je op zijn minst voor een deel in het bedrijfsleven dient te kwalificeren. Daarom kwalificeer je je met behulp van deze projectwijzer deels of helemaal in het bedrijfsleven. De beoordeling wordt te allen tijde gedaan door mensen van het bedrijf en door mensen van het ROC. Het ROC is eindverantwoordelijk voor de kwalificering.

Kerntaak 2 Voert reparaties uit aan personenauto’s 2.1 Bereidt reparatieopdracht aan personenauto voor

E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten N Onderzoeken T Instructies en procedures opvolgen E Samenwerken en overleggen J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten S Kwaliteit leveren T Instructies en procedures opvolgen J Formuleren en rapporteren L Materialen en middelen inzetten S Kwaliteit leveren T Instructies en procedures opvolgen I Presenteren R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten N Onderzoeken T Instructies en procedures opvolgen

2.2 Voert reparatie uit aan personenauto

2.3 Controleert zijn reparatiewerkzaamheden en rondt de opdracht af

2.5 Geeft technische toelichting aan klant over uitgevoerde reparatiewerkzaamheden

Kerntaak 3 Stelt diagnose aan personenauto’s 3 1 Bereidt diagnoseopdracht voor

3.2 Stelt diagnose aan personenauto

J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten M Analyseren S Kwaliteit leveren J Formuleren en rapporteren L Materialen en middelen inzetten

3.3 Controleert zijn diagnosewerkzaamheden en rondt de opdracht

10 KWALIFICEREND DOSSIER

2 Informatie voor de student

2.3 Beoordeling

Beoordeling van werkprocessen Tijdens je examen wordt beoordeeld of je de werkprocessen die bij elk van de drie kerntaken horen, competent uitvoert. Een werkproces omvat werkzaamheden die je competent moet uitvoeren met een gewenst resultaat. Voor iedere competentie die bij een werkproces hoort, wordt gekeken naar het resultaat van je werkzaamheden, naar je gedrag en naar het inzetten van je kennis en vaardigheden.

Het resultaat van je werkzaamheden kan een product zijn, een dienst, een tevreden klant enzovoort.

Kerntaak

Werkproces: omschrijving werkzaamheden met gewenst resultaat

Competenties: Omschrijven wat jij moet laten zien (gedrag) en wat het resultaat moet zijn

In hoofdstuk 5 staat voor elk werkproces omschreven welke werkzaamheden je moet verrichten, welke kennis, vaardigheden en beroepshouding je daarbij nodig hebt en welke producten je moet leveren. In je opleiding zijn het opleveren van producten en resultaten die voldoen aan de gestelde eisen van wezenlijk belang. In hoofdstuk 6 vind je vervolgens voor elk werkproces een apart beoordelingsformulier. Daarop staan de beoordelingsmethoden die worden toegepast, de beoordelingscriteria en de gewenste resultaten.

11 Lokaliseren en verhelpen

Werkprocessen worden beoordeeld met: O = onvoldoende V = voldoende G = goed. Hoe de score tot stand komt, ligt vast in de cesuur (zie paragraaf 2.4).

Werkprocessen O–V–G

Beoordelingsmethoden bij het beoordelen van competenties Om tot een zo objectief mogelijk oordeel te komen word je beoordeeld door meerdere personen, op meerdere plaatsen en op meerdere manieren.

Om jouw werken op meerdere manieren te kunnen beoordelen, worden vijf beoordelingsmethoden ingezet:

1. Observatie Je beoordelaar observeert je als je aan het werk bent. Hij stelt vast of je werkt volgens de prestatie-indicatoren en of je kennis en vaardigheid toont. 2. Beoordeling van de dienst Je beoordelaar stelt vast of de door jou getoonde activiteiten of opgeleverde bewijzen de gevraagde resultaten voldoende borgen. Wanneer de gevraagde resultaten diensten omvatten, worden de eisen voor deze diensten apart benoemd in het beoordelingsformulier. 3. Reflectieverslag Je beoordelaar leest in je verslag waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en wat je precies gedaan hebt om tot het resultaat te komen. 4. Beoordelingsgesprek Je beoordelaar vraagt waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet. Hij achterhaalt zo nodig wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd.

12 KWALIFICEREND DOSSIER

2 Informatie voor de student

5. Presentatie Je legt uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet en wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd.

In bijlage 1 staat omschreven wat de beoordelingsmethoden precies inhouden en hoe en door wie ze worden uitgevoerd.

Beoordelen van een dienst De aangegeven dienst moet voldoen aan alle (eventueel wettelijke) eisen die de branche en/of de beroepspraktijk en/of de opdrachtgever stellen. In de beoordelingsformulieren staat bij de producten aangegeven aan welke criteria ze moeten voldoen.

Diensten worden beoordeeld met O – V – G .

O Onvoldoende Een dienst is onvoldoende wanneer niet wordt voldaan aan een of meer van de criteria behorende bij de dienst. V Voldoende Een dienst is voldoende wanneer wordt voldaan aan de criteria behorende bij de dienst.

G Goed Een dienst is goed wanneer het resultaat bovengemiddeld is.

Beoordelen van competenties Bij elk van de competenties bij een werkproces staat aangegeven wat het gewenste resultaat moet zijn en welk competent gedrag van je wordt verwacht.

Het gewenste resultaat is meestal een product of een dienst.

Voor de beoordeling van je gedrag staan bij de competentie de prestatie-indicatoren en wordt er naar het inzetten van je kennis en vaardigheden gekeken die in hoofdstuk 5 bij het werkproces staan.

De beoordelaars bepalen door middel van observatie of je competent hebt gehandeld.

13 Lokaliseren en verhelpen

In een aantal gevallen wordt één van de aanvullende beoordelingsmethoden ingezet:

• Reflectieverslag • Beoordelingsgesprek • Presentatie

Competenties worden beoordeeld met O – V – G .

O Onvoldoende aangetoond Het gewenste resultaat is onvoldoende en/of je beroepshouding is onvoldoende en/of je zet onvoldoende kennis en/of vaardigheden in. V Voldoende aangetoond Het gewenste resultaat is voldoende en je laat de gewenste beroepshouding zien en je zet voldoende kennis en vaardigheden in. G Goed aangetoond Het gewenste resultaat is voldoende of goed. Je beroepshouding is bovengemiddeld en/of je zet kennis en vaardigheden bovengemiddeld in.

Competenties O–V–G

Proces van beoordeling

Van tevoren moet aan jou bekend gemaakt worden wanneer een kwalificerende beoordeling plaatsvindt. Het kan zijn dat er meerdere beoordelingsmomenten zijn over een langere periode. Het kan ook zijn dat de beoordeling in één keer of enkele keren binnen een korte tijd plaatsvindt.

14 KWALIFICEREND DOSSIER

2 Informatie voor de student

De volgorde van activiteiten en de beoordeling kan als volgt plaatsvinden: • Je start met de uitvoering van de kwalificerende werkzaamheden. • Tijdens de werkzaamheden word je geobserveerd. • Je levert op de in je planning opgenomen tijdstippen de vastgestelde producten in. • Je levert waar nodig ter verduidelijking eventuele reflectieverslagen in. • Tijdens een beoordelingsgesprek kunnen vragen ter verduidelijking worden gesteld. • Tijdens een presentatie vertel je zelf wat je gedaan hebt en waarom. Welke methode bij welk werkproces gehanteerd wordt, staat in de beoordelingsformulieren van paragraaf 6.3. Daarin staan ook de prestatie-indicatoren en de criteria die bepalen of een dienst aan de eisen voldoet. De eindbeoordeling van een competentie gebeurt op basis van de uitkomsten van alle beoordelingsmethoden. De eindbeoordeling van een werkproces gebeurt door minimaal twee personen en gebeurt op basis van de cesuur zoals in paragraaf 2.4 omschreven. Als een werkproces met O wordt beoordeeld zullen de beoordelaars in het vak ‘Opmerkingen’ toelichten waarom ze tot die score zijn gekomen. Bij dit examen kunnen, in tegenstelling tot de opleidende periode, diensten, producten en werkprocessen niet meer verbeterd worden voor een betere beoordeling! De verantwoordelijke van het ROC bespreekt de resultaten met jou. Je hebt te allen tijde recht op inzage in de door jou ingeleverde bewijsstukken met de daarbij behorende beoordeling. Je ondertekent de beoordelingsformulieren voor gezien. Als alle werkprocessen gereed en beoordeeld zijn, beslist de examencommissie op basis van de gehanteerde cesuur (zie paragraaf 2.4) en het examenreglement van het ROC of je geslaagd bent, of je gezakt bent of dat je recht hebt op een herkansing.

15 Lokaliseren en verhelpen

Begeleiding

De meeste beoordelingen bij deze projectwijzer zullen door de begeleider in het bedrijf en de begeleider van het ROC worden gedaan. U kunt per werkproces en van het hele traject een overzicht maken van wie, wat beoordeelt. Uitgaande van minimaal twee beoordelaars per werkproces. Beoordelaars worden gekozen op basis van de inhoud van een werkproces en van de beschikbare personen om de student in de betreffende periode te begeleiden. Het overzicht van de beoordelaars kunt u aan de student kenbaar maken.

2.4 Cesuur

Examen • Voor het behalen van dit examen moet je voor elke kerntaak ten minste een ‘ V oldoende’ behalen. Kerntaak • Een kerntaak is ‘ V oldoende’ als alle onderliggende werkprocessen tenminste beoordeeld zijn met ‘ V oldoende’. • Een kerntaak is ‘ G oed’ als 55% van de onderliggende werkprocessen beoordeeld is met ‘ G oed’ en de overige werkprocessen met ‘ V oldoende’. Werkproces • Een werkproces is ‘ V oldoende’ als 55% of meer van de onderliggende competenties met ‘ V oldoende of G oed’ is beoordeeld. • Een werkproces wordt beoordeeld met G oed als 55% of meer van de competenties is beoordeeld met G oed en de overige competenties met ‘ V oldoende. Competentie • Een competentie wordt beoordeeld met ‘ V oldoende’ als alle bijbehorende producten met een ‘ V oldoende’ beoordeeld zijn. Je hebt het gewenste gedrag laten zien met het bijbehorende resultaat en je hebt voldoende kennis en vaardigheden getoond.

16 KWALIFICEREND DOSSIER

2 Informatie voor de student

• Een competentie wordt beoordeeld met ‘ G oed’ als alle bijbehorende producten met een ‘ V oldoende’ of ‘ G oed’ beoordeeld zijn. Je gedrag is bovengemiddeld en/of je toont bovengemiddelde kennis of vaardigheden. • Competenties behorende bij de werkprocessen 2.1, 2.2, 2.3, 3.1, 3.2 en 3.3 zijn voor je kwalificering kritische competenties. Bij de score ‘ O nvoldoende’ wordt het bijbehorende werkproces automatisch beoordeeld met ‘ O nvoldoende’

Een school kan afwijken van deze cesuur. In dat geval word je tijdig op de hoogte gesteld van de door jouw school gehanteerde cesuur.

Begeleiding In veel gevallen kan via de beoordelingsmethoden ‘Observatie-’ en ‘Activiteitbeoordeling’ de score op een competentie worden vastgesteld. Alleen wanneer het gevraagde competente gedrag onvoldoende zichtbaar is en onvoldoende of niet tot uitdrukking komt in de producten, wordt een van de overige beoordelingsmethoden ingezet.

De cesuur wordt gelegd op het niveau van de competenties omdat de verschillen in kwaliteiten/mogelijkheden tussen de studenten zitten in de competenties.

De essentie van het beroep is vastgelegd in de beschrijving van de werkprocessen. Daarom stellen wij dat de studenten alle werkprocessen met minimaal een voldoende moeten afsluiten.

2.5 Hulpmiddelen

Alle gewenste hulpmiddelen zijn toegestaan. Wil je eigen gereedschap, apparatuur of bronnen gebruiken, dan moet je dit overleggen met je beoordelaars. Externe bronnen zoals telefonische ondersteuning van een helpdesk of technische hotline en forums op internet, zijn niet toegestaan.

Begeleiding De student mag alle gangbare garage-equipement gebruiken.

Wil hij ‘eigen’ gereedschap of apparatuur gebruiken, dan kan dit alleen na overleg met de beoordelaars. Externe bronnen zoals telefonische ondersteuning van een helpdesk of technische hotline zijn niet toegestaan.

17 Lokaliseren en verhelpen

18 KWALIFICEREND DOSSIER

inleiding

afnameconditi

3

3 afnamecondItIes

voorbereiding

uitvoering

3 1

plaats van uItvoerIng van de projectWIjzer

• De kwalificerende examenopdracht wordt, indien mogelijk, in een BPV-bedrijf uitgevoerd. Het ROC kan er ook voor kiezen om e n opdracht binnen school uit te laten voeren. • Het ROC kan een eigen examenopdracht aanbieden. Deze wordt dan binnen het ROC uitgevoerd. Hierbij kunnen deelopdrachten in simulatie worden uitgevoerd. • Jouw ROC kan ook voor een andere variant kiezen; dat hoor je van jouw begeleiders. • Aan de hand van de formulieren ‘Goedkeuring en vaststelling examenopdracht’ (paragraaf 6.2) maak je inzichtelijk, wat waar wordt gedaan.

resultaat

llb

bijlagen

19 lokaliseren en verhelpen

3.2 Complexiteit van de examenopdracht

De opdrachten in dit kwalificerende examendossier zijn geschreven op complexiteitsniveau D, het niveau zoals dat in het kwalificatiedossier beschreven is. De opdrachten moeten dan ook op dat niveau worden uitgevoerd. Dit betekent:

• Het is een omvangrijk project. • De beroepscontext is complex.

• De projectopdracht dient zelfstandig uitgevoerd te worden. Waarbij ‘het vragen van hulp’ tot een van de competenties behoort. • Het niveau van het examen ligt op het niveau van de kwalificatie. • Nederlands lezen, luisteren, gesprekken voeren, schrijven en spreken wordt uitgevoerd op niveau 3F. • Engels lezen, luisteren, gesprekken voeren, schrijven en spreken wordt uitgevoerd op niveau A2. • Rekenen wordt uitgevoerd op niveau X2/3F.

20 KWALIFICEREND DOSSIER

3 Afnamecondities

3.3 Omschrijving proces van afname

In deze paragraaf staat hoe het proces van examinering zal plaatsvinden in de tijd. Er is aangegeven welke activiteiten, wanneer plaatsvinden en wie daarbij betrokken zijn. Dat betekent voor jou dat wanneer je iets in dit schema niet snapt, je hierover direct moet overleggen met je begeleiders.

Nr. Activiteit

Betrokkenen Documenten

1.

Student Verantwoordelijke ROC

Examendossier Examenreglement van het ROC

Start voorbereiden examen • Voorlichting geven aan de student over zijn kwalificering • Voorlichting geven aan praktijkbegeleider (mits examen in de BPV wordt afgenomen) Verwerven van passende examenopdracht De student kan een examenopdracht verwerven door: • een project met alle twee de kerntaken bij één bedrijf uit te voeren • verschillende kerntaken bij verschillende bedrijven uit te voeren • kerntaken bij één of verschillende bedrijven en één of meer kerntaken bij het ROC uit te voeren Goedkeuring van de examenopdracht Er wordt vastgesteld of de examenopdracht(en) aan de in paragraaf 4.2 gestelde eisen voldoet/voldoen

2.

Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV

Examendossier Hoofdstuk 4

3.

Vaststellings- commissie Verantwoordelijke BPV

Examendossier Hoofdstuk 4

Formulier goedkeuring en vaststelling (zie bijlage 2) Examendossier Hoofdstuk 4

4.

Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV

Plannen • Afstemmen waar en wanneer er wat wordt

uitgevoerd en beoordeeld

• Beschikbaarheid betrokkenen

21 Lokaliseren en verhelpen

5.

Student Verantwoordelijke ROC

Examendossier Hoofdstuk 10.1, 10.2

Voldoen aan startvoorwaarden • ROC stelt vast dat de student, voordat hij met het examen begint, heeft voldaan aan de voorwaarden van het opleidende deel van de opleiding

6.

Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke bedrijf Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV Verantwoordelijken ROC Verantwoordelijke bedrijf

Examendossier

Start uitvoering examen • Definitieve start van

de kwalificerende werkzaamheden

7.

Examendossier Hoofdstuk 5

Uitvoering opdracht Uitvoering van de opdracht(en)

8.

Examendossier Hoofdstuk 2.3, 6, 10.1, 10.2, 10.3 Bijlage 4

Beoordelen per werkproces door diverse beoordelaars • Beoordelingsformulieren worden correct ingevuld en samen met de observatie en eventueel reflectieverslagen, productbeoordelingen en beoordelingen van de presentatie en verslaglegging beoordelingsgesprek, verzameld in het dossier van de student observeren de student tijdens de uitvoering van de werkzaamheden volgens de voorgeschreven systematiek Opmerking: Beoordeling vindt voornamelijk plaats tijdens de uitvoering. • De beoordelaars

9.

Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV

Examendossier Hoofdstuk 10.3

Vaststellen beoordeling De beoordelaars komen per werkproces tot een gezamenlijke beoordeling

22 KWALIFICEREND DOSSIER

3 Afnamecondities

10.

Student Verantwoordelijke ROC

Examendossier Hoofdstuk 6 Bewijsstukken

Bewijsstukken verzamelen • De student verzamelt alle bewijsstukken in zijn examendossier • De student levert zijn examendossier in bij de verantwoordelijke van het ROC Opmerking: Bewijsstukken zijn: afgetekende beoordelingsformulieren per werkproces en de in te leveren resultaten. • Vaststellen bewijsstukken Controle of alle bewijsstukken aanwezig zijn Vaststellen eindbeoordeling • Gekwalificeerd (op basis van cesuur) • Niet gekwalificeerd (recht op herkansing bepalen) Diplomering • Na afronding vakdossier, Nederlands, Moderne Vreemde Talen, LLB en eventueel andere in het KD genoemde zaken

11.

Verantwoordelijke ROC

Examendossier Hoofdstuk 6

12.

(Sub) examencommissie

Examendossier Hoofdstuk 3.3

13.

Alle betrokkenen Diploma

Begeleiding Op basis van de bovengenoemde activiteiten kan een kwalificerend traject worden gepland.

23 Lokaliseren en verhelpen

3.4 Stroomschema proces van afname

1. Start voorbereiden examen

2. Verwerven van passende examenopdracht

Nee

3. Goedkeuren van de examenopdracht

4. Plannen

Werken aan Startvoorwaarden

5. Voldoen aan startvoorwaarden

Nee

6. Start uitvoering examen

7. Uitvoeren examenopdracht

8. Beoordelen per werkproces door diverse beoordelaars

9. Bepalen eindbeoordeling

10. Bewijsstukken verzamelen

11. Controleren bewijsstukken

Herkansing

12. Vaststellen eindbeoordeling

Niet voldaan

Voldaan

13. Diplomeren

24 KWALIFICEREND DOSSIER

inleiding

afnameconditi

voorbereiding

4

4 voorbereIdIng

uitvoering

resultaat

4 1

InleIdIng

Het project moet worden uitgevoerd volgens de 4-fasen-methode. • Oriënteren • Plannen

• Realiseren • Evalueren

llb De criteria, die bepalen of werkzaamheden als voldoende kunnen worden beoordeeld, staan in de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. De indicatoren, om door middel van observatie te beoordelen of je competent hebt gehandeld, staan ook in de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. De producten moeten voldoen aan alle eventuele wettelijke eisen, die de branche en/of de opdrachtgever stelt. Producten worden beoordeeld met O-V-G. De beoordelingsmethode met O-V-G impliceert dat er ook gekeken wordt naar de mate waarin je actief bent en de mate waarin je kennis en vaardigheden inzet. Deze methode staat omschreven in bijlage 1. De producten die als resultaat van een werkproces van je worden verwacht, staan telkens onder de opdrachtomschrijving van het werkproces vermeld.

bijlagen

...

25 lokaliseren en verhelpen

4.2 Richtlijnen examenopdracht

De onderstaande kerntaken, met de bij dit examendossier behorende werkprocessen, moet je uitvoeren om je te kwalificeren.

Kerntaak 2 Voert reparaties uit aan personenauto’s Kerntaak 3 Stelt diagnose aan personenauto’s

• Het kan zijn dat je ze allemaal in de vorm van een project bij één bedrijf uit kan voeren. • Het kan ook zijn dat dit niet mogelijk is en dat je bij verschillende bedrijven deelopdrachten uit kan voeren. Per bedrijf doe je dan één of meer kerntaken. • Het kan ook zijn dat je bij één of meerdere bedrijven een aantal kerntaken uit kan voeren, maar dat het noodzakelijk is ook één of twee kerntaken op het ROC te doen. AlsTechnisch Specialist Personenauto’s ben je eindverantwoordelijk voor het deskundig uitvoeren van de aan jou toegewezen werkzaamheden. Je bent organiserend, controlerend en coachend voor je collega-technici. Verder ben je er verantwoordelijk voor dat nieuwe technische informatie geordend wordt en gemakkelijk toegankelijk is voor collega’s. Je moet kennisoverdracht en begeleiding zo uitvoeren dat collega’s steeds minder hulp nodig hebben en in toenemende mate zelfstandig hun (diagnose) problemen kunnen oplossen. Indien anderen het werk uitvoeren, controleer jij de kwaliteit. Begeleiding De opdracht houdt in dat er een diagnose en een reparatie aan een personenauto met een storing wordt uitgevoerd. De opdrachten kunnen worden uitgevoerd in het BPV- bedrijf of als simulatieopdracht op school. Twee voorbeelden zijn als bijlage bijgevoegd. Project Het project houdt in dat voor het stellen van de juiste diagnose, bij een voertuig met een storing, je de juiste voorbereidingen treft. Eventueel overleg je met de klant of leidinggevende voor het verkrijgen van meer aanvullende informatie.

26 KWALIFICEREND DOSSIER

4 Voorbereiding

Na het stellen van de diagnose ga je de reparatie uitvoeren en toon je de juiste kennis en vaardigheden. Na de reparatie controleer je de werkzaamheden en rond je de opdracht af. Aansluitend geef je een technische toelichting over de uitgevoerde reparatiewerkzaamheden aan de klant. Het resultaat is: • De diagnosewerkzaamheden kunnen zonder onderbreking worden uitgevoerd. • De oorzaak van de klacht of storing is opgespoord. • Er is een reparatieadvies geformuleerd. • Werkzaamheden zijn gerapporteerd en afgesloten. • De gebruikte apparatuur, gereedschappen en hulpmiddelen en de werkplek zijn opgeruimd. • De reparatiewerkzaamheden kunnen zonder onderbreking worden uitgevoerd. • De reparatie is volgens voorschriften of, onder moeilijke omstandigheden, creatief en effectief uitgevoerd. • Afwijkingen zijn genoteerd en besproken. • Reparatie is volgens voorschriften gecontroleerd, gerapporteerd en afgemeld. • De werkplek is opgeruimd en schoon, restmateriaal en afval zijn volgens voorschriften afgevoerd. • De klant is correct en zo volledig als nodig geïnformeerd over de uitgevoerde reparatie.

Voorbeelden van projecten vind je in bijlage 9 en bijlage 10.

4.3 Verwerven en vaststellen eigen examenopdracht

Je overlegt met je BPV-bedrijf over de werkzaamheden die je tijdens je kwalificerende examenopdracht in het BPV-bedrijf kan uitvoeren. Daarna vul je het aanvraagformulier in en lever je dat in bij jouw BPV-begeleider. Je spreekt af op welke termijn je de goedkeuring krijgt. Je overlegt met je begeleider welke opdracht je op school tijdens je kwalificerende examen kunt uitvoeren.

27 Lokaliseren en verhelpen

Op het vaststellingsformulier PT2.1 (bijlage 2) wordt van tevoren vastgelegd: • welke medeleerlingen/collega jij gaat ondersteunen • welk technisch onderwerp jij gaat presenteren aan je collega’s Je spreekt af op welke termijn je een bevestiging krijgt om met de opdracht te starten. Je start pas met de uitvoering van je kwalificerende examenopdracht als hiervoor door de BPV-begeleider toestemming is gegeven. ROC Vanuit het ROC kunt u de student, begeleiden bij het kiezen van een bedrijf of bedrijven. Ook kunt u aangeven welke mogelijkheden uw eigen ROC heeft met betrekking tot het laten verrichten van kwalificerende opdrachten. Formeel keurt de examencommissie een door het bedrijf omschreven project/deelopdracht goed. U bepaalt zelf wie namens die examencommissie de vaststellingsformulieren ondertekent. Bedrijf Als bedrijf is het belangrijk dat u vaststelt welke kwalificerende werkzaamheden u de student kunt laten doen. Wees u ervan bewust dat de kwalificerende werkzaamheden niet gedurende de gehele werkperiode van de student hoeven plaats te vinden. De werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd gedurende een door u nader vast te stellen periode. Het kan verheldering geven om de omschrijving van de bijbehorende werkprocessen in hoofdstuk 5 en de kerntaakomschrijving met voorbeeldprojecten van bijlage 1 te lezen. Stel ook vast wie de begeleiders en de beoordelaars van de student worden. Zorg dat degene die gaat beoordelen op de hoogte is van de beoordelingsmethoden en de beoordelingsformulieren. Begeleiding

28 KWALIFICEREND DOSSIER

afnameconditi

voorbereiding

uitvoering

5

5 uItvoerIng

resultaat

5 1

InleIdIng

llb Merk je tijdens de uitvoering van het werk dat er iets niet klopt, jij of je collega hebben bijvoorbeeld een verkeerd onderdeel gekregen, er is een testapparaat defect, er is geen recente werkplaatsinformatie aanwezig of je presentatie werkt niet, dan overleg je dat direct met je beoordelaar en niet na afloop van het werk. De praktijkopdracht kan, als je hem niet kunt uitvoeren in het BPV- bedrijf, op je ROC gedaan worden. Jouw collega’s worden dan leerlingen van een ander leerjaar en/of een ander niveau. Indien je de opdracht op je ROC doet, maak je evengoed gebruik van het goedkeuringsformulier PT2.1 (bijlage 2). Je gaat nu het kwalificerende examendossier uitvoeren. Dat doe je volgens de gebruikelijke 4-fasen-methode. Als er onduidelijkheden zijn in de opdracht, overleg je dat met je beoordelaar voordat je met de uitvoering van het project begint.

bijlagen

...

29 lokaliseren en verhelpen

5.2 Uitvoeren van de opdracht

De taak bestaat uit het stellen van diagnose bij een storing aan een personenauto en het verrichten van de daaruit voorkomende reparatie. De storing kan betrekking hebben op mechanisch of elektronisch gebied.

Begeleiding

Tijdens het lokaliseren en verhelpen van een storing zijn alle gangbare testers en uitleesapparatuur toegestaan. Bij het gebruik van uitleesapparatuur die defecte componenten of slecht functionerende subsystemen aangeeft, moet de student of zijn collega een tweede check uitvoeren. Dit kan door de component door of op te meten. Storingen in elektrische of elektronische systemen kunnen met bijvoorbeeld een scoopmeter getest worden. In ieder geval moet de oorzaak van de storing achterhaald worden.

Het raadplegen van derden (experts) kan in sommige gevallen nodig zijn. Dit moet op het beoordelingsformulier bij ‘Opmerkingen’ worden vermeld.

Activiteiten • Bereid de diagnoseopdracht aan de personenauto met een storing voor. • Stel de diagnose aan de personenauto en maak een zo zorgvuldig mogelijke inschatting van de aard en duur van de vervolgwerkzaamheden . • Controleer je diagnosewerkzaamheden en rond de opdracht af. • Bereid de reparatieopdracht aan de personenauto voor. • Voer de reparatie volgens de fabrieksvoorschriften uit aan de personenauto. • Controleer je reparatiewerkzaamheden en rond de opdracht af. • Geef op correcte wijze een technische toelichting aan de klant over de uitgevoerde reparatiewerkzaamheden.

Verder werk je ordelijk, netjes en volgens de daarvoor geldende procedures.

30 KWALIFICEREND DOSSIER

5 Uitvoering

Met als resultaat dat: • de storing aan de personenauto is gelokaliseerd • de oorzaak van de storing is vastgesteld • de uitgevoerde reparatie volgens normen/voorschriften van de fabrikant heeft plaatsgevonden • de werking van het systeem of nieuwe component(en) is getest en dat ze werken naar behoren • de klant van de personenauto correct en zo volledig als nodig is geïnformeerd over de uitgevoerde werkzaamheden. • tijd, materialen en gereedschappen doelmatig en kostenefficiënt zijn ingezet. Werkproces 3.1 Bereidt diagnoseopdracht voor De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen, zijn: Diagnose stellen is nodig wanneer een personenauto een storing of afwijking vertoont. Je ontvangt een opdracht om diagnose te stellen aan een personenauto. In de meeste gevallen is dit in de vorm van een werkorder van de receptionist of werkplaatsmanager. Afhankelijk van de grootte en organisatievorm van het bedrijf kan het ook een mondelinge opdracht zijn, soms zelfs rechtstreeks van de klant. Je leest de opdracht en overlegt met leidinggevende, receptie of klant bij onduidelijkheden. Je verzamelt alle relevante informatie, gereedschappen en (hulp)middelen die nodig zijn voor de uitvoering van de complexe diagnose. Je controleert daarbij je eigen voorbereiding. Je hebt de diagnoseopdracht zodanig voorbereid dat de diagnosewerkzaamheden zonder onderbreking kunnen worden uitgevoerd. 5.2.1 Kerntaak 3 Stelt diagnose aan personenauto’s

Formulier PT 2.4 Reflectieverslag

Bewijsstuk voor je examendossier:

31 Lokaliseren en verhelpen

Werkproces 3.2 Stelt diagnose aan personenauto De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen, zijn: Je stelt diagnose door visuele waarneming, te meten, te testen en de verzamelde gegevens te noteren en te analyseren. Je komt tot een conclusie en formuleert een advies voor eventuele vervolgwerkzaamheden, inclusief een zo zorgvuldig mogelijke inschatting van de aard en duur van de vervolgwerkzaamheden. Je kunt de werkzaamheden die aangegeven worden in het reparatieadvies zelf uitvoeren. Wanneer het een eenvoudige reparatie of vervanging betreft, kunnen deze werkzaamheden om kostentechnische redenen vaak beter worden uitgevoerd door lager opgeleide collega’s. Indien nodig overleg je jouw bevindingen en eventuele complicaties met de leidinggevende. Je hebt de oorzaak van de klacht of storing aan de personenauto door middel van diagnose opgespoord. Je hebt een reparatieadvies geformuleerd en vermeldt dit op de werkorder. Werkproces 3.3 Controleert diagnosewerkzaamheden en rondt opdracht af De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen, zijn: Je rapporteert aan je leidinggevende over de uitgevoerde diagnosewerkzaamheden. Je vult de werkorder in en meldt de opdracht af. Je ruimt de gebruikte apparatuur, gereedschappen, hulpmiddelen en je werkplek op. Je hebt de diagnosewerkzaamheden gerapporteerd en afgesloten. De gebruikte apparatuur, gereedschappen, hulpmiddelen en de werkplek zijn opgeruimd. Bewijsstuk voor je examendossier: Kopie werkorder Reflectieverslag Formulier PT 2.4

Bewijsstuk voor je examendossier:

Kopie werkorder

32 KWALIFICEREND DOSSIER

5 Uitvoering

5.2.2 Kerntaak 2 Voert reparaties uit aan personenauto’s

Werkproces 2.1 Bereidt reparatieopdracht aan personenauto voor De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen, zijn: De noodzaak tot een reparatie kan bij een inspectiebeurt aan het licht komen of bij spontaan opgetreden storingen, waarmee een klant zich bij de receptie meldt. Je ontvangt een opdracht met de uit te voeren reparatie aan een personenauto. In de meeste gevallen is dit in de vorm van een werkorder van de receptie of werkplaatsmanager. Afhankelijk van de grootte en organisatievorm van jouw BPV-bedrijf kan het ook een mondelinge opdracht zijn of zelfs rechtstreeks van de klant. Je leest de opdracht en overlegt met je leidinggevende of receptie bij onduidelijkheden. Je verzamelt alle relevante informatie, (vervangings)materialen, onderdelen, gereedschappen en (hulp)middelen die nodig zijn voor de reparatie. Je controleert je eigen voorbereiding en voert volgens reparatievoorschrift eventueel voorbereidende (controle) werkzaamheden uit. Uiteindelijk heb je de reparatieopdracht zodanig voorbereid, dat alle relevante informatie, materialen, onderdelen, voorschriften en procedures zijn verzameld zodat de reparatiewerkzaamheden zonder onderbreking kunnen worden uitgevoerd.

Formulier PT 2.4 Kopie werkplaatsinformatie

Bewijsstuk voor je examendossier:

33 Lokaliseren en verhelpen

Werkproces 2.2 Voert reparatie uit aan personenauto’s De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen, zijn: Je voert de reparatie uit volgens de reparatievoorschriften. Bij ontbrekende, afwijkende of onvolledige informatie voorzie je zelfstandig in creatieve oplossingen. Je noteert je bevindingen en rapporteert afwijkingen direct aan de leidinggevende. Als je klaar bent, is de reparatie volgens reparatievoorschrift uitgevoerd, of - onder moeilijke omstandigheden - creatief en effectief volbracht. Afwijkingen heb je genoteerd en besproken. Werkproces 2.3 Controleert zijn werkzaamheden en rondt opdracht af De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen, zijn: Je controleert of de reparatie goed is uitgevoerd (eventueel met behulp van een proefrit). Je registreert op de werkorder de gebruikte materialen en onderdelen, de gewerkte tijd en opmerkingen die van belang zijn. Je voert restmateriaal en afvalstoffen volgens voorschriften af en ruimt de werkplek op. Indien garantiebepalingen van de importeur of leverancier van toepassing zijn, maak je een reparatieverslag. Je meldt de opdracht af bij de leidinggevende. Als je klaar bent, zijn de reparatiewerkzaamheden volgens voorschriften gecontroleerd, gerapporteerd en afgemeld. Je hebt je werkplek schoongemaakt en opgeruimd. Restmateriaal en afvalstoffen heb je volgens voorschrift afgevoerd. Bewijsstuk voor je examendossier: Kopie werkorder

Bewijsstuk voor je examendossier:

Kopie werkorder

34 KWALIFICEREND DOSSIER

5 Uitvoering

Werkproces 2.5 Geeft technische toelichting aan klant De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen, zijn: Je geeft op verzoek van de serviceadviseur (receptionist) of leidinggevende een toelichting aan de klant bij de uitgevoerde reparatie of vraagt verder door over de aard van de storing die aanleiding gaf tot de reparatie.

Je hebt de klant correct en zo volledig als nodig geïnformeerd over de uitgevoerde reparatiewerkzaamheden.

Bewijsstuk voor je examendossier:

Opname klantgesprek

35 Lokaliseren en verhelpen

36 KWALIFICEREND DOSSIER

afnameconditi

voorbereiding

uitvoering

resultaat

6

6 resultaat

6 1

InleIdIng

Aan de hand van dit hoofdstuk ga je alle bewijzen verzamelen die nodig zijn voor je kwalificering.

llb

... In paragraaf 6.2 zit het formulier waarmee je de examencommissie je opdracht goed laat keuren. Je vult het formulier zover als mogelijk zelf in en legt het samen met de gekozen of ontvangen opdracht aan de examencommissie voor. De verantwoordelijken van de examencommissie zullen, aan de hand van paragraaf 4.2, vaststellen of de opdracht aan alle gestelde eisen voldoet. Als dit zo is, zal de examencommissie het formulier ondertekenen. Zowel de opdracht als het ondertekende goedkeuringsformulier moet je als eerste bewijsstuk (in dit dossier) bewaren. In paragraaf 6.3 zitten per werkproces, de beoordelingsformulieren. De kop van het formulier bestaat uit algemene informatie over jou en je opleiding. Die kop vul je zelf in. Op de achterkant van het formulier staat per competentie aangegeven hoe en waarop je beoordeeld wordt (meer over beoordelen in paragraaf 2.3).

bijlagen

37 lokaliseren en verhelpen

Bij de producten zijn de criteria/indicatoren opgenomen waaraan de producten moeten voldoen. Bij een beoordelingsgesprek, een reflectieverslag en een presentatie zijn criteria opgenomen waar je rekening mee moet houden. Bij de competenties zijn de prestatie- indicatoren opgenomen aan de hand waarvan je beoordeeld wordt. Wat je precies moet doen en welke kennis en vaardigheden je moet inzetten, staat per werkproces in hoofdstuk 5. De beoordelaars zullen je per competentie beoordelen, aan de hand van de omschreven opdracht, de beschrijving van de in te zetten kennis en vaardigheden en de gegevens op de achterkant van het formulier. Na de beoordeling zal op basis van de cesuur, die omschreven staat in paragraaf 2.4, de score voor het werkproces worden bepaald. Als deze score onvoldoende of goed is, geven de beoordelaars in het vak ‘Opmerkingen’ de redenen aan. Opmerking: De competenties die gemerkt zijn met een sterretje (*) zijn voor je kwalificering kritische competenties. Bij de score ‘Onvoldoende’ wordt het bijbehorende werkproces automatisch beoordeeld met ‘Onvoldoende’.

Tot slot moeten de beoordelaars en jij zelf het formulier ondertekenen.

In paragraaf 6.4 zit een checklist. Aan de hand van deze lijst kun je controleren of de bewijsstukken compleet zijn.

Begeleiding Beoordelaars vinden in paragraaf 10.4 verdere instructies.

Beoordelaars

Bij de beoordeling van onderliggende competenties (tweede deel van het formulier) staat steeds voorop dat het resultaat van de werkzaamheden van de student bruikbaar moet zijn voor het bedrijf(sleven). Bij de beoordeling van de onderliggende competenties wordt steeds gekeken naar de bijdrage aan het totale werkproces.

Observatie wordt altijd als beoordelingsmethode ingezet. Competent gedrag kan alleen via observatie worden beoordeeld.

38 KWALIFICEREND DOSSIER

6 Resultaat

De beoordelaars die betrokken zijn bij een werkproces, bepalen gezamenlijk de uiteindelijke score en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor opmerkingen waarin scores D worden verantwoord. Beoordelaars kunnen bij de opmerkingen aangeven waarom een competentie de score G krijgt. Alle beoordelaars ondertekenen het door hen in overleg gezamenlijk vastgestelde beoordelingsformulier per werkproces. Wanneer een dienst de score O (onvoldoende) krijgt, dan wordt de activiteitenbeoordeling bij de aangegeven competentie(s) automatisch als O (onvoldoende) beoordeeld. Dat geldt ook wanneer andere aangegeven diensten bij beoordeling wel een score V of G hebben. Door de gehanteerde cesuur wordt de score voor de hele competentie dan automatisch O (zie paragraaf 2.4). Wanneer alle aangegeven diensten een score V of G hebben of wanneer er geen activiteitbeoordeling staat aangegeven, voert elke beoordelaar de beoordelingsmethoden uit waarvoor hij wordt ingezet. Een beschrijving van de beoordelingsmethoden en richtlijnen voor de uitvoering daarvan zijn aangegeven in bijlage 1.

Begeleiding

De beoordeelde lijsten en kopieën worden als extra bewijsstukken opgenomen bij de beoordelingsformulieren. De manier van beoordelen staat in §2.3.

Beoordelingsformulieren ordenen per werkproces Waarin opgenomen de methodemix:

• observatie aan de hand van observatiecriteria waarbij minimaal de componenten van de competenties en de naar beoordelingscriteria omgeschreven prestatie-indicatoren worden weergegeven • productbeoordeling aan de hand van duidelijk gestelde beoordelingscriteria.

Beoordelaars vinden in paragraaf 10.4 verdere instructies.

Uitgangspunten beoordelingsformulier • Formulier is per werkproces, omdat het gaat over competent uitvoeren van een werkproces. • Productbeoordeling is primair gekoppeld aan het werkproces en wordt vervolgens gekoppeld aan de bijbehorende competenties. • De competenties zijn onlosmakelijk verbonden aan het werkproces. • Formulier is in ‘Word’ opgemaakt. U kunt het downloaden bij: www.consortiumbo.nl/ kwalificerendmateriaal.

39 Lokaliseren en verhelpen

Made with