00670600004
Kerntaak 3
Voert ondernemerstaken uit
Werkproces 3.1
Stelt een ondernemingsplan op
Opdracht 1
Inleiding Een venijnig piepje van de pinautomaat herinnert je eraan dat je het met je bijbaantje wéér niet tot het einde van de maand hebt gered. Dat is elke keer weer pijnlijk. Je denkt aan de facturen die je BPV-bedrijf stuurde. Honderden euro’s soms, voor werk dat jij deed... De laatste paar jaar heb je op school tal van projecten uitgevoerd, tijdens de BPV heb je veel praktijkervaring opgedaan en ook buiten school om heb je je portfolio aardig kunnen vullen. Soms kreeg je een bedankje, één keer een USB-stick, maar meestal werkte je voor niks. Zou je niet veel liever je vak uitoefenen, dus met ontwerpen je zakken vullen in plaats van ’s avonds de vakken te vullen van de supermarkt? Je ziet jezelf al zitten: een degelijke wagen, een lichtreclame op de gevel en vooral een parkeerplaats met discreet het bordje ‘directie’. Wat heb je nodig om ondernemer te worden, om succesvol eigen baas te zijn? “Doorzettingsvermogen of een paar hele rijke vrienden,” zei je BPV-begeleider altijd. “Zakelijk instinct en financieel inzicht,” zeggen ze op school. Maar als je nou gewoon een goed idee hebt? Zo’n idee dat je echt in twee zinnen uit kunt leggen. Zo’n geniale ingeving waarvan iedereen zegt: “Dat ik daar zelf niet op gekomen ben.” Zo’n idee moet toch geld waard zijn?
Wat is je rol? Veel vormgevers starten na hun studie een eigen bedrijf. Voor de weinige vacatures in de branche is de concurrentie groot en sommige mensen werken nu eenmaal liever niet voor een baas. En zeg nou zelf, wat is er nou leuker en uitdagender dan precies datgene te doen wat je het leukste vindt? Om elke dag zelf in te kunnen delen en te beslissen hoe je jouw droom gaat verwezenlijken? Iedere organisatie heeft te maken met financiële en promotionele taken. Taken waarvoor jij als werknemer ook verantwoordelijk bent. Kortom, wat jouw functie ook mag zijn: vormgevers zijn ook ondernemers! Een onderneming begint vaak met een goed idee, maar dat is niet genoeg. Je hoort op de hoogte te zijn van trends en ontwikkelingen die (mogelijk) van invloed zijn op het bedrijf. Je kent je concurrenten en weet welke producten er ontwikkeld worden. Deze kennis verwerk je in een markton- derzoek. Soms kan het handig zijn om dit onderzoek of een deel ervan te laten doen door een gespecialiseerd bureau of een collega.
43 Hoofdstuk 5. Uitvoering
Made with FlippingBook