006BTMS0027
3.4 Begeleiding
Alle begeleiders hebben een ondersteunende rol bij het ontwikkelen van je competenties.
Je begeleiders zijn: • De trajectbegeleider (t). • De praktijkopleider (po). • De praktijkbegeleider (pb). • De vakdocenten (vd).
3.4.1 De trajectbegeleider (t)
Tijdens jouw opleiding heb je een trajectbegeleider.
De trajectbegeleider: • Plant samen met jou wat je gaat leren. • Helpt je bij praktische vragen. • Ondersteunt jou ook bij het kiezen van de route door de opleiding. Bijvoorbeeld bij de volgorde van de beroepstaken en bij de keuze voor een uitstroomspecialisatie. • Begeleidt jou bij je competentieontwikkeling.
Daarbij overlegt de trajectbegeleider ook met de andere begeleiders/docenten en met de praktijkopleider van het leerbedrijf.
3.4.2 De praktijkopleider/leermeester (po)
De praktijkopleider/leermeester is in het bedrijf de persoon die jou begeleidt op de werkvloer.
De praktijkopleider/leermeester: • Ondersteunt jou bij het leren in het bedrijf. • Geeft je de ruimte om zaken zelf uit te zoeken. • Legt uit, doet voor en stimuleert jou bij het uitvoeren van je beroepstaak. • Beoordeelt jou; het gaat daarbij niet alleen om het uitvoeren van de taak, maar ook om vast te stellen wat er goed ging en wat niet. De trajectbegeleider van de school heeft regelmatig, drie of vier keer per jaar, contact met de praktijkopleider/leermeester in het bedrijf. Samen bespreken ze dan hoe het gaat met jouw leerproces. Zo zijn school en bedrijf samen verantwoordelijk voor jouw opleiding.
3.4.3 De praktijkbegeleider (pb)
Het kan zijn dat je de beroepstaak niet in een bedrijf uitvoert, maar op school. Tijdens het werken in de praktijkruimte krijg je begeleiding van een praktijkbegeleider. Hij heeft dezelfde rol als de praktijkopleider/leermeester in het bedrijf.
13
Made with FlippingBook