006BTMS0027
BASISDOCUMENT BEROEPSTAAKGESTUURD LEREN
6 NEDERLANDS EN MVT (MODERNE VREEMDE TALEN)
6.1 Taalniveaus
Aan het einde van je opleiding moet je laten zien dat je Nederlands, Engels en een andere vreemde taal op een bepaald niveau beheerst. Deze niveaus kun je vinden in: • Het Kwalificatiedossier van je opleiding. • Het Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap. De eisen voor taalvaardigheid 1 kunnen in beide documenten van elkaar verschillen. De hoogste eis geldt. Voor jouw opleiding gelden de volgende niveau-eisen:
Taal
Luisteren
Lezen
Spreken
Gesprekken voeren
Schrijven
Nederlands
B1
B1
B1
B1
B1
Engels
A2
A2
A2
A2
A2
Andere vreemde taal
A2
A2
A2
A2
A2
Wat je precies moet kunnen voor die niveaus, kun je lezen in bijlage 4 voor Nederlands en bijlage 5 voor MVT. Kijk vooral naar het onderdeel: Kenmerken van de taakuitvoering.
6.2 De drieslagmethode
Tijdens je opleiding luister, lees, spreek en schrijf je heel veel. Niet alleen bij de taallessen, maar eigenlijk bij alle stappen van een beroepstaak. Er zijn dus meer dan genoeg mogelijkheden om aan te tonen op welk niveau je presteert. De ontwikkeling van jouw taalvaardigheid is dan ook niet alleen een zaak van de docent talen, maar van iedereen die jou in je opleiding begeleidt. Je gaat je taalvaardigheid ontwikkelen volgens de drieslagmethode: 1 Je gebruikt taal tijdens je werk/stage en op school • Veel lezen, luisteren, schrijven en spreken met zinvolle kritiek op je taalgebruik. 2 Taalles van een ervaren taaldocent • Je oefent op het vak gericht Nederlands en vreemde talen onder begeleiding van een ervaren taaldocent tijdens lessen of workshops. 3 Taalondersteuning en oefening individueel • Bij persoonlijke taalproblemen krijg je extra hulp en ondersteuning. Bij het invullen van je mini-POP kun je samen met je begeleider bepalen hoeveel ondersteuning je nodig hebt.
1. Informatie over taalniveaus is te vinden in de volgende documenten: - Het Europese Referentiekader - Het Raamwerk Nederlands - Het Raamwerk Moderne Vreemde Talen
32
Made with FlippingBook