006IPTDB0010
TOELICHTING BIJ DE BEOORDELING Tijdens de opleiding ontwikkelt de leerling zijn competenties. Daarin moet wel vooruitgang te zien zijn. De competenties moeten uiteindelijk voldoen aan de eisen van het eindniveau van de opleiding. In het kwalificatiedossier staan deze vermeld. De leerling krijgt een beoordeling voor de beheersing van de competenties. In de beoordelingsmonitor staat aangegeven op welke onderdelen de competenties beoordeeld gaan worden. Er vindt beoordeling plaats op: • Product • Competent gedrag De projecttaken worden in opklimmende moeilijkheid uitgevoerd.
Beoordelaars kunnen zijn: • De vakdocenten • De projectbegeleider • Leden van de projectgroep
• Externe deskundigen • De praktijkopleider • De praktijkbegeleider
De beoordelingsmonitor Bij elke projecttaak hoort een beoordelingsmonitor. In die monitor wordt elk in te leveren beroepspro- duct gekoppeld aan een werkproces. Bij een werkproces horen een aantal competenties. Deze staan per werkproces in de beoordelingsmonitor aangegeven. De Excel-versie van deze monitor is te down- loaden via de site: www.consortiumbo.nl. In de beoordelingsmonitor staat bij elk beroepsproduct aangegeven: • De werkvorm (individueel, projectgroep, groep (2)) • De beoordelingsvorm • De beoordelaars (vakdocent, projectbegeleider, leden projectgroep, student, externe deskundigen en later ook de praktijkbegeleider) Beoordelingsinstrumenten Er zijn verschillende methodes om de leerling te beoordelen. Dit worden beoordelingsinstrumenten genoemd. In de beoordelingsmonitoren wordt gebruik gemaakt van de volgende 9 beoordelingsin- strumenten: 1. De beoordeling ingeleverde producten (P) 2. De kennistoets (k) 3. Het evaluatiegesprek (E) 4. Het beroepstaakdossier (BD) 5. De vaardigheidstoets (v) 6. Het criteriumgericht interview (ci) 7. De presentatie: presentatie (p) en eindpresentatie (ep) 8. De 360 graden feedback (F) 9. Het functioneringsgesprek (FG) DAG-score Bij elke stap van de projecttaak worden de werkprocessen met bijbehorende competenties en presta- tie-indicatoren benoemd. Er wordt er ook een beoordeling van competent gedrag en beroepshouding gegeven. • Welk competent gedrag is getoond tijdens de uitvoering van de projecttaak? • Hoe was de beroepshouding volgens de competenties met de bijbehorende prestatie-indicatoren?
Beroepshouding en gedrag staan in de beoordelingsmonitor aangegeven met de DAG-score
32
Made with FlippingBook