006IPTKS0025

Stappenplan communicatieschema

A = afstemming op doel

doel: Wat wil/moet de zender bereiken met deze boodschap? (informeren, activeren, mening vormen)

onderwerp: Wat is het onderwerp van de boodschap:

thema('s): Wat wordt er over het onderwerp gezegd? Wat moet er over het onder- werp gezegd worden? (Feiten / meningen / argumenten)

B = afstemming op publiek

publiek: Voor wie is de boodschap bestemd? Hoe spreek je dat publiek aan? (Denk bijv. aan functie of belangrijkheid van de persoon, voorkennis van het on- derwerp, taal, opvattingen.)

C = medium en bijbehorende conventies bepalen

medium: Welk medium is voor dit doel en dit publiek geschikt / gebruikt?

conventies: Welke (spel)regels gelden voor dit medium?

D = opbouw en samenhang bepalen

opbouw en samenhang van de boodschap: Rekening houdend met de conventies, met dit publiek, dit doel, dit onder- werp en deze thema's, wat komt er dan in: Inleiding:

Kern: Welke signaal- en verwijswoorden geven samenhang aan de tekst?

Slot:

E = ruis voorkomen

ruis: Welke mogelijke ruis kan er ontstaan en (hoe) kan ik dat voorkomen? (spelling, grammatica, woordgebruik, verstaanbaarheid, leesbaarheid etc.)

36

Made with