006WTBPT0009
006WTBPT0009
N I V E A U 3 SERV I CE APPARATUUR EN INSTALLAT I ES
Procesbesturing
8
Uitstroom Service monteur werktuigbouw [Crebo 94324] B E G E L E I D E R S H A N D L E I D I N G
N I V E A U 3 SERV ICE APPARATUUR EN INSTALLAT I ES
Procesbesturing ‘Pot op zijn kop’
8
Uitstroom Servicemonteur werktuigbouw [Crebo 94324]
B E G E L E I D E R S H A N D L E I D I N G
69333506 Bestelnummer 006WTBPT0009
© 2008 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Leden werkgroep T.L. Hengelmolen, J.A. Menzen, A. Timmer Ontwikkelgroepleider Techniek en ICT
W. van Dijk Eindredactie M. Brok Omslag/ Lay-out Studio Blanche Foto’s T.L. Hengelmolen
Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting. © 2008 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK . . . . . . . .4
STAP 1 PLANNING EN VOORBEREIDING . . . . . . . . . . . .8
STAP 2 UITVOERING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
STAP 3 PLANNING EN VOORBEREIDING . . . . . . . . . . .17
STAP 4 OPLEVERING EN EVALUATIE . . . . . . . . . . . . .21
BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR . . . . . . . . . . . . . . .27
BIJLAGE 2 PROJECTTAAKPLANNER . . . . . . . . . . . . . . . .28
BIJLAGE 3 BESCHRIJVING VAN R, P EN T . . . . . . . . . . . .29
INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK
In de schappen van de supermarkt staan allemaal potten die gevuld zijn met allerlei producten zoals mayonaise, augurken, soepen enzovoort. Duizenden van deze potten gaan er dagelijks over de toonbank. Maar voordat ze over de toonbank gaan, moeten ze wel allemaal eerst gevuld worden met het gewenste product. Omdat het om duizenden van deze potten gaat, kan het vullen niet meer met de hand gebeuren. Dit gaat geheel automatisch, het is lopende-band-werk geworden. Het automatisch vullen van deze potten geeft soms problemen. Een van deze problemen is dat er af en toe een pot op zijn kop naar de vulmachine gaat. En een pot die op zijn kop staat, kan onmogelijk worden gevuld door de vulmachine. Komt er zo’n pot aan, dan moet deze uitgestoten worden. In de praktijk zie je dat er daarna nog een tweede controle is die in het uiterste geval de vulmachine stopt. Ook is het belangrijk om te weten of dit probleem zich in de toekomst meer of minder gaat voordoen. Je moet dus tellen hoeveel potten er dagelijks verkeerd de vulmachine in willen gaan en of dit probleem toeneemt of afneemt.
In deze projecttaak In deze taak moet je dit probleem oplossen. Wanneer er een verkeerde pot naar de vulmachine gaat, moet jij ervoor zorgen dat deze pot wordt uitgestoten en dat de vulmachine stopt. Om dit probleem op te lossen maak je gebruik van een PLC-computer (PLC staat voor: Programmable Logic Controller). Je hebt naast een PLC ook een PC nodig om alles uit te lezen en om een programma te schrijven. Op je PC- beeldscherm kun je met een aantal tellers het aantal verkeerde en goede potten bijhouden.
4
Na deze projecttaak Als je deze projecttaak goed uitvoert, kun je: • samenwerken en overleggen • plannen en organiseren • naar de behoefte en wensen van de opdrachtgever werken • materialen en middelen inzetten • vakdeskundigheid toepassen • PLC’s aansluiten, programmeren en uitlezen op de monitor • pneumatische onderdelen inzetten • sensoren inzetten • instructies en procedures opvolgen • statistische gegevens verwerken en bijhouden • werkzaamheden voorbereiden
5
Portfolio In deze projecttaak volg je de stappen. Er zijn in totaal vier stappen. Neem de stappen in de juiste volgorde. Van elke stap verzamel je bewijzen (in te leveren resultaten), die in je portfolio komen. Je zorgt zelf voor de samenstelling van je portfolio. In de tabel staat welke producten bij welke stap horen.
Stap
Producten portfolio
1. Oriëntatie
• Productanalyse • Schets met lijst • Lijst van materialen en gereedschappen • Werkplan • Quick start • Leren
2. Planning en voorbereiding
• Activiteitenplan
3. Uitvoering
• De glijgoot met PLC-besturing • Telling en verwerking van het aantal goede en verkeerde potten • Verwerking van de verkregen cijfers uit de dagstaat
4. Oplevering en evaluatie
• Ingevulde beoordelingsmonitor • Een presentatie van deze opdracht • Bijgewerkt portfolio • Evaluatie • Het criteriumgericht interview • Urenverantwoording
6
Organisatie
UITVOEREN PROJECTTAAK Deze projecttaak kan zowel op school als in een werksituatie plaatsvinden, afhankelijk van de leerweg. Als het de leerweg BOL betreft, is het aan te bevelen een werksituatie na te bootsen. Hierin kan de deelnemer een juist beeld krijgen van de werkelijkheid. Ook bestaat er de mogelijkheid om deze pro- jecttaak tijdens een BPV uit te voeren. Bij de BBL kan het praktische gedeelte in het bedrijf plaatsvin- den. Voor de theorie kan er een beroep gedaan worden op een regionaal opleidingscentrum (ROC). De theorie wordt opgehaald bij de in te leverende producten. De deelnemer kan deze kennis opdoen tij- dens workshops, lessen, excursies etc. In de BBL-situatie kan in plaats van een lopende band met potten iets uit de eigen PLC-werksituatie genomen worden. BENODIGDE MIDDELEN IN DEZE PROJECTTAAK PLC • PC, PLC, voeding, sensoren, cilinders, lege potten en constructiemateriaal voor een glijgoot. • Eigen gereedschapset van de leerling. • Speciaal gereedschap: multimeter, PLC-software. AANWIJZINGEN VOOR DE BEGELEIDER (ALGEMEEN) In deze projecttaak dient aandacht besteed te worden aan de volgende theoretische vakkennis: • Nederlands • Leren, Loopbaan en Burgerschap • Pneumatiek
• logische basisfuncties • benaderingsschakelaars • uitvoerorganen • inleiding pneumatiek en hydrauliek • pneumatische en hydraulische schema's • dubbelwerkende cilinders • snelheidsregeling en buffering cilinders • bijzondere cilinders • eindstandventielen • pneumatische EN-klep en wisselventiel • bijzondere ventielen • besturingen • volgordeprocessen • elektrische besturingen • PLC-besturingen • Diagrammen • Storingen • motoren en hydraulische hulpapparaten • programmeren in functie blok diagram • programmeren in (quick)ladderdiagram
• programmeren in instructionlist • programmeren in structured text • programmeren in sequential function chart • Rekenen en wiskunde • binaire getallen, statistiek. • druk bij gassen, eenparige en versnelde beweging • mechanica: stoot en impuls • Engels • Informatica
AANWIJZINGEN VOOR DE PRAKTIJKOPLEIDER (ALGEMEEN) De deelnemer dient in een fabriekssituatie een PLC te programmeren en werkend te krijgen.
AANWIJZINGEN VOOR DE STAGEBEGELEIDER (ALGEMEEN) De stagebegeleider stemt met de leerling en het bedrijf af wanneer deze projecttaak wordt uitgevoerd. De stagebegeleider, praktijkopleider en de leerling houden de beoordelingsmonitor bij.
7
STAP
orientatie
1 PLANNING EN VOORBEREIDING
DOEL VAN DE STAP Je gaat je nu verdiepen in de achtergronden van deze projecttaak. Dit doe je door het uitvoeren van onderstaande activiteiten. Deze informatie verzamel je, zodat je een goed activiteitenplan kunt maken.
De opdracht is om een ‘verkeerde’ pot te detecteren en uit te stoten. In het uiterste geval moet de vulmachine stoppen. De band moet hierna ook weer te starten zijn, dus je moet een resetmogelijkheid inbouwen. De potten lopen in een glijgoot. Ook deze moet je ontwerpen en bouwen voor je project. Welke PLC en PC ga je gebruiken en welk softwarepakket hoort daarbij? Welke sensoren zijn er allemaal en welke ga je gebruiken? Op de monitor wil je het verloop van de gebeurtenissen allemaal bijhouden. Deze gegevens moeten later door de operator in een dagstaat genoteerd worden.
5
Op te leveren resultaat
De activiteiten die je in deze stap uitvoert, moet je zorgvuldig uitwerken. • Productanalyse • Schets met lijst • Lijst van materialen en gereedschappen • Werkplan • Quick start • Leren
8
Bronnen • theorieboeken pneumatiek en besturingstechnieken • gebruiksaanwijzing van de PLC • theorieboeken statistiek Competentieontwikkeling bij deze stap In de beoordelingsmonitor vind je de competenties die bij deze stap worden ontwikkeld.
KT2 Werkproces
Nr.
Competenties
3.1 Inregelen van componenten van appara- tuur/installatie L Benoemt leerdoelen voor eigen ontwikke- ling J 1.1 LLB
Materialen en middelen inzetten
Formuleren en rapporteren
M Analyseren N Onderzoeken W Gedrevenheid en ambitie tonen
& Activiteiten 1.1
Productanalyse 1 Omschrijf je opdracht met eigen woorden. Denk hierbij aan het volgende: a Wat is het probleem? b Hoe kun je een verkeerde pot detecteren? c Welke actie moet er komen als je een verkeerde pot de- tecteert? d Hoe houd je het een en ander bij op jouw monitor? e Hoeveel tellers ga je inbouwen en wat tellen zij? f Welke tellers kun je straks resetten en welke niet? g Moet je nog noodstops of andere schakelaars inbouwen? h Met welke tellers houd je het procesverloop van de dag bij? i Hoe ziet de dagstaat voor de operator er uit? Schets met lijst Hoe vervaardig je een glijgoot waarin de potten kunnen lopen? 1 Laat zien hoe je dit gaat doen. Maak een schets. 2 Maak een lijst van alle materialen die je daarvoor nodig hebt. 3 Geef per product aan met wie je te maken hebt. 4 Geef per product aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren.
1.2
9
1.3
Lijst van materialen en gereedschappen 1 Geef aan met welke PLC je te maken hebt. 2 Welke sensoren ga je gebruiken? 3 Welke uitstootcilinder ga je gebruiken? 4 Moet de uitstootcilinder geremd zijn? 5 Moet je nog gebruik maken van andere ventielen? 6 Met welk softwareparket ga je werken? 7 Maak een lijst met materialen en gereedschappen. Quick start Voordat je een PLC-programma kunt gaan schrijven, moet je eerst een verbinding maken tussen de PC en de PLC. 1 Maak een korte beschrijving hoe de verbinding tot stand komt tussen de PC en de PLC. 2 Controleer of de verbinding ook daadwerkelijk tot stand komt. 3 Maak een quick-start voorschrift voor het aansluiten van de PLC. Leren 1 Wat ga je hier leren? 2 Welke competenties ga je hiermee ontwikkelen? Evalueren en beoordelen • Controleer of alle punten van de stap correct zijn uitgevoerd. • Houd in de beoordelingsmonitor bij wat wordt beoordeeld. • Je hebt het oriënteren afgerond.
1.4
1.5
De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap.
10
WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES Werkproces: 3.1 Inregelen van componenten van apparatuur/installatie Competenties: L Materialen en middelen inzetten
Werkproces: 1.1 LLB Benoemt leerdoelen voor Competenties: J Formuleren en rapporteren eigen ontwikkeling M Analyseren N Onderzoeken W Gedrevenheid en ambitie tonen
TE BEHANDELEN LESSTOF Vaktechnisch
Rekenen en wiskunde • Logische basisfuncties • Binaire getallen, statistiek Vaktheorie
• Logische basisfuncties • Benaderingsschakelaars • Uitvoerorganen • Inleiding pneumatiek en hydrauliek • Pneumatische en hydraulische schema's • Dubbelwerkende cilinders • Snelheidsregeling en buffering cilinders • Bijzondere cilinders Nederlands • Gebruiksaanwijzing PLC Engels • Vertaling gebruiksaanwijzing PLC ICT • Windows, configuratiescherm (aansluiting com-poorten)
AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Vakdocent • Draagt zorg voor de ondersteunende theorielessen. • Producten die ingeleverd worden, moeten worden beoordeeld. Verwerk dit in de beoordelingsmonitor. • Draagt zorg voor een of meer praktijkopstellingen waarin een leiding kan worden vervangen. Praktijkopleider / Stagebegeleider • Draagt zorg voor geschikte opstelling in het bedrijf. • Stemt af wie welke producten en competenties beoordeelt. Trajectbegeleider • Bepaalt aan het eind van deze stap een Go/No-Go. De leerling • Verzamelt de beoordelingen en competentiescore voor de beoordelingsmonitor.
11
STAP
2 UITVOERING
DOEL VAN DE STAP Voorbereiding op de uitvoering van de werkzaamheden: het opstellen van een activiteitenlijst, een prioriteitenplanning, een materialenlijst en een bestellijst.
Je hebt de oriëntatie afgerond. Je weet nu wat de projecttaak in grote lijnen inhoudt. De antwoorden uit stap 1 gebruik je om een activiteitenplan te maken. De opdracht wordt omgezet in een planning. Je geeft aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren. Hier moet dan ook duidelijk zijn aan welke competenties je gaat werken. Welke kennis en vaardigheden heb je nodig voor deze projecttaak? Waar en wanneer ga je de kennis opdoen en vaardigheden oefenen?
planning en voorbereiding
5
Op te leveren resultaat
• Activiteitenplan
Bronnen • www.leren.nl (zoek op POP en plannen)
12
Competentieontwikkeling bij deze stap
KT2 Werkproces
Nr.
Competenties
1.1 LLB
Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling LLB
J
Formuleren en rapporten
M Analyseren N Onderzoeken W Gedrevenheid en ambitie tonen
3.1 Inregelen van comp.
L
Materialen en middelen inzetten
T
Instructies en procedures opvolgen
& Activiteiten 2.1 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit 1.4 LLB
Q Plannen en organiseren
Activiteitenplan 1 Het activiteitenplan bevat de volgende hoofdstukken: • Voorblad • Opdracht en opdrachtgever • Op te leveren resultaat • Activiteiten • Aanwezige kennis en vaardigheden • Te ontwikkelen kennis en vaardigheden • Faciliteiten • Afronding project • Afspraken en begeleiding • Planning 2 In het format wordt aangegeven wat bij de betreffen- de onderdelen moet worden ingevuld. 3 Vul de hoofdstukken zelf in met de informatie die je al hebt gevonden in stap 1. 4 Bekijk de checklist of je niet iets bent vergeten. 5 Bespreek het concept met je coach, voordat je het definitieve plan inlevert. Voorbereiding In deze activiteit voer je de voorbereiding uit. In het activi- teitenplan heb je onder andere de hoofdstukken ingevuld: • activiteiten • aanwezige kennis • te ontwikkelen kennis Ook heb je aangegeven hoe je dit gaat doen.
2.2
13
Evalueren en beoordelen De werkgever controleert de volgende zaken: • Zijn de juiste activiteiten gepland (is er een juiste analyse van de opdracht gemaakt)? • Is de planning correct? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld? • Is de materialenlijst correct? • Zijn de juiste materialen en middelen ingezet? • Is de bestellijst juist? • Is er creatief en innovatief met de opdracht omgegaan?
WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES Werkproces: 3.1 Inregelen van componenten van apparatuur/installatie Competenties:
L Materialen en middelen inzetten T Instructies en procedures opvolgen
Werkproces: 1.1 LLB Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling Competenties: J Formuleren en rapporteren M Analyseren N Onderzoeken W Gedrevenheid en ambitie tonen Werkproces: 1.4 LLB Plant zijn eigen leerproces en voert dit uit Competenties: Q Plannen en organiseren • Statistiek Vaktheorie • Eindstandventielen • Pneumatische EN-klep en wisselventiel • Bijzondere ventielen • Besturingen • Volgordeprocessen • Veiligheid nauwkeurigheid van hydraulische cilinders • Elektrische besturingen • PLC-besturingen TE BEHANDELEN LESSTOF Wiskunde
LLB • Planning maken • Vastleggen van leerdoelen
AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent • Bespreekt het activiteitenplan met de leerling. • Vult de beoordelingsmonitor in. • Bepaalt Go/No-Go.
14
ACTIVITEITENPLAN VOOR EEN PROJECTTAAK (Beschikbaar op: http://www.consortiumbo.nl/site/Techniek_en_ICT/niveau_3_cgo/downloads.html) 0. Voorblad
Activiteit
Wie
Startdatum Einddatum
4. Aanwezige kennis en vaardigheden
Kennis/vaardigheid Wie
Informatiebron(nen) Activiteit
Competenties
6. Faciliteiten
CHECKLIST ACTIVITEITENPLAN http://www.consortiumbo.nl/site/Techniek_en_ICT/niveau_3_cgo/downloads.html Is het voorblad compleet? F Bevat het de tekst: 'Activiteitenplan'? F Bevat het de naam van de projecttaak? F Bevat het de naam van de organisatie en opdrachtgever? F Bevat het de plaats en datum? F Bevat het de naam van de opdrachtnemer/ groepsleden? F Bevat het de namen van de auteurs? Lay-out F Is er een inhoudsopgave aanwezig? F Zijn de hoofdstukken genummerd? F Zijn de paginanummers op de bladzijden aanwezig? F Zijn de hoofdstukken goed duidelijk aangegeven? Taalgebruik F Is het activiteitenplan goed te begrijpen? F Is de taal zakelijk? Geen ik, jij, jullie, wij! F Worden er niet te lange zinnen gebruikt? De opdracht F Heeft het project een duidelijke, liefst originele, pakkende naam? F Is de opdracht duidelijk omschreven? F Is exact duidelijk wat het eindproduct van dit project zal zijn? (Inclusief de eisen die aan het product worden gesteld!) F Is het duidelijk wie de opdrachtgevende organisatie is? F Is het duidelijk wie de opdrachtgever is? F Is het duidelijk wie de opdrachtnemende organisatie is? F Is het duidelijk wie de opdrachtnemende persoon (projectleider) is? F Is er eventueel een schriftelijke opdracht aanwezig? De activiteiten F Is er een puntsgewijze opsomming van activiteiten? F Zijn er voldoende activiteiten gedefinieerd? F Zijn er geen activiteiten vergeten? F Zijn de activiteiten gegroepeerd? F Zijn de activiteiten binnen een groep van dezelfde 'orde van grootte'? F Is het duidelijk welke procedures en voorschriften worden gehanteerd? F Is het activiteitenplan zelf ook als activiteit opgenomen? F Is de afhandeling van het project niet vergeten? De producten F Zijn er voldoende producten gedefinieerd? F Is het activiteitenplan ook als product gedefinieerd? F Zijn eventuele belangrijke gebeurtenissen ook als product gedefinieerd? F Zijn ontwerpen, rapporten e.d. niet vergeten? F Is het eindproduct niet vergeten? De planning F Klopt de planning met de activiteiten? F Is de planning realistisch?
STAP
uitvoering
3 PLANNING EN VOORBEREIDING
DOEL VAN DE STAP Het doel van deze stap is het uitvoeren van je opdracht, het vervaardigen van een glijgoot waardoor de potten kunnen bewegen. Op deze glijgoot zitten de sensoren die naar de PLC gaan.
Je moet de glijgoot kritisch controleren. Let daarbij op: • Voldoet de glijgoot aan de gestelde eisen? • Werken alle sensoren? • Werkt de uitstootcilinder naar behoren? • Is de PLC aan de PC gekoppeld? • Kun je alles op de PC goed uitlezen? • Werk je opstelling naar behoren?
5
Op te leveren resultaat
• De glijgoot met PLC-besturing • Telling en verwerking van het aantal goede en verkeerde potten • Verwerking van de verkregen cijfers uit de dagstaat
Bronnen • zelfgemaakte handleiding quick-start • bijgeleverde handleiding van de PLC
17
Competentieontwikkeling bij deze stap In de beoordelingsmonitor vind je de competenties die bij deze stap worden ontwikkeld.
KT2 Werkproces
Nr.
Competenties
3.1 Inregelen van componenten van appara- tuur/installaties.
K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten T Instructies en procedures opvolgen
& Activiteiten 3.1 3.3 Vaststellen van uit te voeren werkzaam- heden 3.2 Controleren van de werking van appara- tuur/installaties
K Vakdeskundigheid toepassen
R
Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
De glijgoot met PLC-besturing 1 Vervaardig een glijgoot met uitstootcilinder. 2 Gebruik hiervoor je plan van aanpak als basis. 3 Maak een fotoverslag van de uitvoering van dit pro- ject. 4 Tijdens deze taak word je beoordeeld op de volgende aspecten: • Werkt de glijgoot met PLC-besturing naar behoren. • Werken alle tellers en zijn deze wel of niet te resetten. • Is de monitor goed en duidelijk afleesbaar. • Kun je de lopende band naar de vulmachine resetten. Telling en verwerking van het aantal goede en verkeerde potten 1 Ontwerp een invulformulier voor een dagstaat. 2 Vul een aantal van deze dagstaten in. (Uitlezen van je monitor.) Statistische verwerking van de verkregen cijfers 1 Verwerk je verkregen cijfers van de dagstaat volgens de statische methodieken. Denk hierbij aan: Standaardafwijking, mediaan, gemiddelde enzovoort. 2 Verwerk deze resultaten in een schema.
3.2
3.3
18
Evalueren en beoordelen Tijdens deze taak word je beoordeeld op de volgende aspecten: • Is het formulier urenverantwoording correct ingevuld? • Zijn alle punten van de werkzaamheden- en wensenlijst meegenomen? • Is er correct en veilig gewerkt? • Zijn de juiste testen correct uitgevoerd? • Is er correct geformuleerd en gerapporteerd?
WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES Werkproces: 3.1 Inregelen van componenten van apparatuur/installatie Competenties: K Vakkundigheid toepassen
L materialen en middelen inzetten T Instructies en procedures opvolgen
3.2 Controleren van de werking van apparatuur/installaties Competenties: K Vakkundigheid toepassen 3.3 Rapportage werkzaamheden Competenties: R Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten
TE BEHANDELEN LESSTOF
Rekenen en wiskunde • Stoot en impuls • Druk bij gassen, eenparige en versnelde beweging • Binaire getallen, statistiek
Vaktheorie • Diagrammen • Storingen
• Motoren en hydraulische hulpapparaten • Programmeren in functie blok diagram • Programmeren in (quick)ladderdiagram • Programmeren in instructionlist • Programmeren in structured text • Programmeren in sequential function chart
Nederlands • Doorlopende leerlijn
ICT • Werken met Excel (functies, grafieken)
19
AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent • Vult de beoordelingsmonitor in. • Zorgt voor de uitvoering van deze stap in de werkplaats. • Controleert op voortgang, urenverantwoording, netheid, voorschriften en procedures, toepassing PBM (VCA) en veiligheidsprocedures.
• Controleert het correct gebruik van gereedschap. • Beoordeelt de werking van de lopende band. • Bepaalt Go/No-Go.
20
STAP
4 OPLEVERING EN EVALUATIE
DOEL VAN DE STAP Je hebt de projecttaak uitgevoerd. Nu ga je eerst je eigen werk controleren.
Tijdens de laatste fase, het controleren en evalueren, wordt een krachtig beroep gedaan op jouw kritische houding en reflectievaardigheden. Je product, de lopende band, wordt beoordeeld. Je moet kritische vragen over je producten en het doorlopen proces kunnen beantwoorden. Bijvoorbeeld: • Voldoet de lopende band aan de gestelde eisen? Ook vragen over het eigen leerproces komen aan bod: • Welke competenties zijn ontwikkeld en op welke manier? • Welke werkwijze past bij jou? • Wat ging er goed of niet zo goed? • Wat zou je een volgende keer veranderen?
Oplevering en evaluatie
Tijdens een eindgesprek wordt de beoordeling vastgelegd in de beoordelingsmonitor.
5
Op te leveren resultaat
• Invullen beoordelingsmonitor • Een presentatie van deze opdracht • Bijgewerkt portfolio • Evalueren • Het criteriumgericht interview • Urenverantwoording
21
Bronnen • PowerPoint • methode Nederlands ‘Presentatietechnieken’ Competentieontwikkeling bij deze stap In de beoordelingsmonitor vind je de competenties die bij deze stap worden ontwikkeld.
KT2 Werkproces
Nr.
Competenties
3.3 Rapportage werkzaamheden
J
Formuleren en rapporteren
R
Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
3.4 Overdragen aan de klant
E
Samenwerken en overleggen
R
Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
1.5 LLB
Evalueert de gekozen manier van leren M Analyseren P Leren
& Activiteiten 4.1
Invullen beoordelingsmonitor 1 Zorg voor een correct ingevulde beoordelingsmonitor. 2 Vraag een medeleerling om jou te beoordelen op communicatieve en sociale vaardigheden. Een presentatie van deze opdracht 1 Verzorg een presentatie met: • uitgewerkte dagstaten • uitgewerkte statistieken van de dagstaten. Bijgewerkt portfolio Na deze projecttaak heb je een aantal producten die je moet verwerken in je portfolio. Hierbij horen onder andere de rapporten en verslagen die je hebt gemaakt. Verder kun je denken aan foto’s die je gemaakt hebt van de lopende band. Ook moeten hier alle bewijzen in van bijvoorbeeld het criteriumgericht interview.
4.2
4.3
22
4.4
Evalueren Je hebt deze beroepstaak bijna afgerond. Het is nu tijd om terug te kijken op de uitvoering ervan. Deze laatste stap is een heel leerzame stap. Je kunt de informatie die je hier krijgt, gebruiken om je competenties te verbeteren in een volgende projecttaak.
Gebruik hiervoor onderstaand schema.
Naam: Datum: Projecttaak: Naam begeleider:
Stap
Wat ging goed?
Wat kon beter?
1 Oriëntatie 2 Planning en voorbereiding 3 Uitvoering 4 Oplevering en evaluatie
Samenvatting, beoordeling en conclusies
Wie?
Wat heb ik geleerd? Waar moet ik nog aan werken?
Begeleider Medeleerling Praktijkopleider Vakdocent Zelf
4.5
Het criteriumgericht interview 1 Stel de definitieve datum vast voor het beoordelingsmoment met je beoordelaars. 2 Bereid het criteriumgericht interview heel goed voor. 3 Ook ga je met je praktijkopleider/BPV-docent/ vakdocent terugkijken op:
a Heb je de verschillende competenties gehaald. b Zijn alle producten ingeleverd en voldoende. c Heb ik mijn portfolio compleet. d Zijn alle beoordelingslijsten ingevuld. (Beoordelingsmonitor zie bijlage 1)
23
e Of je volgens de juiste procedures hebt gewerkt. f Of je altijd de juiste oplossingen voor de problemen hebt gekozen. g Hoe je met de materialen bent omgegaan. h Hoe je hebt gewerkt.
4.6
Urenverantwoording Je hebt gedurende deze projecttaak een urenverantwoording bijgehouden.
1 Controleer of het formulier volledig ingevuld is. 2 Lever het formulier Urenverantwoording in.
24
FORMULIER URENVERANTWOORDING (Beschikbaar op: http://www.consortiumbo.nl/site/Techniek_en_ICT/niveau_3_cgo/downloads.html)
Plaats hier het logo
<
Gegevens werknemer: Naam nr
0pdrachtgever:
Naam Adres PC Telefoon Mobiel
Wij bevestigen dat genoemde werknemer nevenstaan- de activiteiten tot tevredenheid voor ons heeft verricht.
paraaf
Omschrijving probleem / te verrichten werkzaamheden:
Lijst gebruikte onderdelen:
Urenstaat: (15 min=0,25 uur, 30 min = 0,5 uur, 45 min = 0,75 uur)
Datum Van
Tot
Gewerkte uren
Gereden km
Omschrijving verrichte werk- zaamheden
Totaal gewerkte uren
WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES De werkprocessen en competenties die aan bod komen zijn: Werkproces: 3.3 Rapportage werkzaamheden Competenties: J Formuleren en rapporteren R Op de behoefte en verwachting van de klant richten 3.4 Overdragen aan de klant E Samenwerken en overleggen R Op de behoefte en verwachting van de klant richten
Werkproces: 1.5 LLB Evalueert de gekozen manier van leren
Competenties: M Analyseren P Leren
TE BEHANDELEN LESSTOF Informatica • Presentatie in PowerPoint.
LLB / Nederlands • Houden van een presentatie. • Uitleg over het geven van een demonstratie. • Voeren van een evaluatiegesprek. • Invullen urenverantwoording.
AANWIJZINGEN BEGELEIDERS Projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent • Plannen van demonstratie en een criteriumgericht interview. • Voeren van het evaluatiegesprek. • Invullen van de beoordelingsmonitor. • Vaststellen van leerdoelen (werkprocessen en competenties) voor de volgende projecttaak. • Bepaalt Go/No-Go. • Beoordeling van de projecttaak voldoende of onvoldoende.
Nederlands / LLB • Beoordeling van de presentatie.
Voorbeeld criteriumgericht interview Het doel van een criteriumgericht interview is om definitief te bepalen of de leerling de competenties beheerst en dus een vrijstelling krijgt. Het interview is in feite een check of de leerling de competenties werkelijk beheerst. Een criteriumgericht interview is een gestructureerde manier van vragen naar specifiek gedrag, houdingen, werksituaties en resultaat. Om te bepalen welke competenties de deelnemer in welke mate beheerst, is een criteriumgericht inter- view volgens het STARR-model zeer geschikt.
Aandachtspunten voor de eindpresentatie Let op de op te leveren bewijsstukken.
26
BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR
verwachte score zelf collega leermeester instructeur vakdocent trajectbegeleider
Beoordelaars
go/no-go Stap 4 Oplevering en evaluatie 3.3 J Formuleren en rapporteren P Ingevulde beoordelingsmonitor IND F V T T 1.5 LLB Rapportage werkzaamheden
werkvorm beoordelings- vorm L Materialen en middelen inzetten R Productanalyse IND F V Producten IND F V PLC, PC, materialen en gereedschappen IND F V Quick start en configueren van de PLC IND PS V N Onderzoeken R Leren IND F V W Gedrevenheid en ambitie tonen R go/no-go Stap 2 Planning en voorbereiding J Formuleren en rapporteren R Activiteitenplan IND CI pro/pra M Analyseren R N Onderzoeken R W Gedrevenheid en ambitie tonen R 3.1 Inregelen van comp. L Materialen en middelen inzetten R Vakkennistoets IND K V Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling LLB 1.1 LLB 3.2 1.4 LLB 3.1 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit LLB Inregelen van componeuur apparatuur/installatie Benoemt leerdoelen voor eigen ontwikkeling J Formuleren en rapporteren R Werkplan IND F V M Analyseren R T Instructies en procedures opvolgen R Q Plannen en organiseren R go/no-go R Stap 3 Uitvoering K Vakkundigheid toepassen T Glijgoot met PLC-besturing IND CI V L Materialen en middelen inzetten R K Vakkundigheid toepassen T P Controleren van de werking van apparatuur/installaties 3.3 Rapportage werkzaamheden Telling die het aantal goede en verkeerde potten bijhoudt IND K V Verwerking van de verkregen cijfers uit de dagstaat IND K V T Instructies en procedures opvolgen R beoordelaars BPV v op produkten GO / NO-GO Stap 1 Oriëntatie
Uitgewerkte dagstaten IND CI pro/n 3.4 Overdragen aan de klant E Samenwerken en overleggen T
Uitgewerkte statistieken van de dagstaten IND CI V Een presentatie van deze opdracht G Ep V(N) Bijgewerkt portfolio IND F pro M Analyseren R Evalueren IND F V P Leren R Het criteriumgericht interview IND CI V Evalueert de gekozen manier van leren
R Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten
R Op de behoefte en verwachting van de klant richten
R Op de behoefte en verwachting van de klant richten
BEOORDELING
Kerntaak Werkproces kerntaak nr. Competenties 3.1 Inregelen van componenten van apparatuur/installatie 1.1
LEERLING:
Projecttaak 8
Procesbesturing
Monitor
Complexiteitsniveau
27
BIJLAGE 2 PROJECTTAAKPLANNER
Introductie - Oriëntatie Planning en voorbereiding Voorbereiding Uitvoering Uitvoering Uitvoering Oplevering en evaluatie · Activiteitenplan · De nieuwe leiding· Controlerapport · Beoordelingsmonitor· Bewijsstukken voor het criteriumgericht interview· Bijgewerkt portfolio· Evalueren· U t di MVT uren Korte inhoud Projecttaak-uren Begeleiding Op te leveren resultaat · Productanalyse· Producten· Materialen en gereedschappen·
Projecttaak 8 Pot op zijn kop Week 1 2 3 4 5 6 7 Datum Stap
LLB doorlopende leerlijn doorlopende leerlijn · Planning maken · Vastleggen van leerdoelen doorlopende leerlijn doorlopende leerlijn doorlopende leerlijn doorlopende leerlijn doorlopende leerlijn Overige Ondersteunende lessen NB
Nederlands doorlopende leerlijn· gebruiksaanwijzing PLC doorlopende leerlijn doorlopende leerlijn doorlopende leerlijn doorlopende leerlijn doorlopende leerlijn doorlopende leerlijn Vaktheorie Vakleer · logische basisfuncties · benaderingsschakelaars · uitvoerorganen Diagrammen Storingen
· stoot en impuls · druk bij gassen, eenparige en versnelde beweging · binaire getallen, statistiek. programmeren in sequential function chart
motoren en hydraulische hulpapparaten programmeren in functie blok diagram programmeren in (quick)ladderdiagram programmeren in instructionlist programmeren in structured text
·statistiek.
Werken met Excel (functies, grafieken)
eindstandventielen pneumatische EN-klep en wisselventiel bijzondere ventielen besturingen volgordeprocessen
veiligheid nauwkeurigheid van hydraulische cillinders elektrische besturingen PLC-besturingen
Werkplan · P&ID · stromingsleer· Leren
Rekenen en wiskunde · logische basisfuncties · binaire getallen, statistiek.
· inleiding pneumatiek en hydrauliek · pneumatische en hydraulische schema's · dubbelwerkende cilinders · snelheidsregeling en buffering cilinders · bijzondere cilinders
Studieloop-begeleiding
28
BIJLAGE 3 BESCHRIJVING VAN R, P EN T
Aan welk niveau moet je gedrag/beroepshouding voldoen? Ook dit niveau staat aangegeven in de beoordelingsmonitor. In de gesprekken met je docenten en begeleiders zal duidelijk naar voren komen welk niveau ze van je verwachten en of je dat echt bereikt hebt. De R, P en T niveaus hebben deze kenmerken: Reproductief (R) gedrag Als je gedrag en houding op R-niveau is bij het uitvoeren van de projecttaak, heeft het deze kenmerken: • Je voert onder begeleiding een taak uit. • De taak voer je uit volgens voorschrift en standaardprocedures. • Hierdoor krijg je kennis en vaardigheid. • Je ontwikkelt een (passende) beroepshouding. Productief (P) gedrag Je gedrag en houding liggen bij P op een hoger niveau: • Je voert op eigen initiatief een taak uit. • Je lost problemen van je projecttaak creatief op. • Je bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen. • Je vraagt advies of de nieuwe oplossingen ook juiste oplossingen zijn. • Je laat zien dat je inzicht hebt. • Je laat zien dat je kennis en vaardigheden kunt toepassen. • Je bent actief. Transfer (T) gedrag Hier zijn je gedrag en houding op het hoogste niveau. Kenmerken: • Je voert de taken uit in zeer uiteenlopende situaties. • Je past kennis, houding en vaardigheden in zeer uiteenlopende situaties toe. • Je ziet verbanden en kunt ze uitleggen. • Je bent proactief: je kunt zelf aan de slag gaan zonder dat een ander je aanspoort. • Je oplossingen zijn origineel en deskundig binnen de grenzen van je beroep.
Bij transfergedrag handel je eigenlijk boven het niveau en de diepgang die de begeleiders van je verwachten.
29
PROJECTTAKEN NIVEAU 3
Voor de studierichting Service apparatuur en installaties worden projecttaken voor niveau 3 ontwikkeld. De projecttaken zijn tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
Basisdocument 1 Introductietaak
2 Elektromotor vervangen 3 Reviseren van appendages 4 Reviseren van pomp 5 Hydrauliek cilinders 6 Pneumatische installatie
7 Lekkende leiding 8 Procesbesturing 9 Aandrijftechnieken 10 BPV in bedrijf 11 Bekabeling
69333505 Bestelnummer 006WTBPT0009
Made with FlippingBook