14ZW3SCWCW

Competentie B: Aansturen

Werkprocessen:

2.3 Begeleidt cliënt/groep tijdens activiteiten (BP 1.1, BP 1.4) Componenten: instructies en aanwijzingen geven en diversiteit benutten Eindgedrag: Je kunt de activiteiten helder en duidelijk uitleggen. Je houdt rekening met de verschillen van de deelnemers. 2.4 Zet professionals in bij de uitvoering van activiteiten (BP 2.2, BP 3.2) Componenten: richting geven Eindgedrag: Je maakt concrete afspraken met o.a.(externe) professionals, stagiaires en vrijwilligers. Je zorgt voor duidelijke instructies.

3.3 Voert coördinerende taken uit (BP 2.2, BP 2.3, BP 3.2) Componenten: instructies en aanwijzigen geven en diversiteit benutten Eindgedrag: Je kunt de activiteiten helder en duidelijk uitleggen. Je houdt rekening met de verschillen van de deelnemers.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • verschillende begeleidingsmethodieken • • (ontwikkelings)psychologie in relatie tot de doelgroep • • (ortho)pedagogiek in relatie tot de doelgroep • • communicatieve en sociale processen • • groepsprocessen/groepsdynamica • • de (ontwikkelings)psychologie • • de methoden van aansturen • • coördineren • • verschillende methoden voor werkbegeleiding • • communicatieve en sociale processen • • de verschillende gesprektechnieken en gesprekstypen • • het werkveld en de sociale kaart • • sociale vaardigheden • • vergadertechnieken • • ICT • • de Nederlandse taal op 3F niveau • • een moderne vreemde taal

• • adequaat sociale en communicatieve vaardigheden toepassen in verschillende situaties • • instructies geven • • coördineren • • voorlichting-, advies- en instructievaardigheden toepassen • • richting geven • • diversiteit benutten • • motiveren/stimuleren • • netwerken • • externe professionals inzetten • • talenten benutten • • verschillende gesprekstechnieken toepassen • • een sociale kaart opstellen • • planmatig werken • • op een adequate manier omgaan met het ontvangen en geven van feedback • • gedragsbeïnvloeding en/of begeleidingsmethoden • • je mondeling en schriftelijk in de Nederlandse taal uitdrukken op 3F niveau

• • respectvol • • ondersteunend • • betrouwbaar • • communicatief • • reflectief • • doelgericht • • planmatig • • helder/duidelijk • • initiatiefrijk

• • ...................

• • je mondeling en schriftelijk in een moderne vreemde taal uitdrukken • • ICT-vaardigheden toepassen

• • ..............................................

• • .......................................................

5

Competentiewijzer

Sociaal-cultureel werker

Made with