14ZW3SCWFB2

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie De sociaal-cultureel werker ondersteunt doelgroepen bij het bereiken van hun doelen. Hij spreekt met individuele cliënten en groepen af op welke manier zij daarbij ondersteuning kunnen krijgen. Hij begeleidt groepsprocessen waarbij hij bijvoorbeeld bemiddelt tussen individuen, groepen en instanties. Bij conflicten of belangentegenstellingen brengt hij de individuen of groepen tot elkaar en helpt hen tot een oplossing te komen. Hij reageert op agressie en treedt regelend op bij ongewenst gedrag in de groep. Door gesprekken met individuen en groepen werkt hij aan hun individuele en sociale zelfredzaamheid. Hij begeleidt mensen bij het formuleren van hun leervragen. Ook biedt hij ondersteuning door informatie en advies te geven. Hij biedt kennis en inzichten aan over het functioneren van de samenleving en hoe men vorm kan geven aan actief burgerschap. Hij informeert over het gebruik van voorzieningen, zoals accommodaties en informatievoorzieningen en dergelijke, en maakt deze voorzieningen toegankelijk. Daan is straathoekwerker in een wijk in Arnhem-Zuid. Hij heeft als taak om met de jongeren op straat in contact te komen en hun behoeftes en problemen te signaleren. De wijk heeft de afgelopen jaren veel overlast van groepen jongeren die rondhangen bij het winkelcentrum, in het park, in portieken en in speeltuintjes. Daan heeft contact met een paar jongens van 15-17 jaar. Ze hangen elke avond in het portiek van hun flat en zorgen voor behoorlijk wat overlast. Daan heeft hierover klachten ontvangen van de bewoners. Daan investeert veel in het contact met de jongeren. Pas wanneer je een vertrouwensband hebt, kun je wat voor elkaar betekenen. Uit een gesprek met de jongeren blijkt al snel dat ze zich vervelen en graag een eigen ontmoetingsplek willen hebben. Daan is met de jongens de mogelijkheden gaan verkennen om een ontmoetingsplek te creëren, maar de jongens verwachten niet dat dit ooit zal lukken. Daan helpt ze met het leggen van de nodige contacten om dit doel te bereiken. Daarnaast bespreekt hij alles met de verontruste bewoners. Je moet namelijk wel met elkaar in een buurt kunnen leven en zelfs door dezelfde portiekdeur kunnen! Binnen een half jaar hebben ze resultaat geboekt: een eigen ruimte in het wijkcentrum. De jongens krijgen de verantwoordelijkheid voor het inrichten van hun eigen ruimte. Gretig nemen zij dit aanbod aan. Het vergt de nodige discussie over de keuze van spullen, welke kleuren en hoe ze het in gaan richten, maar ze komen er uit. Het wordt ’the place to be‘ waar ze super trots op zijn. En trots mogen ze zijn want het wordt een plek waar veel jongeren uit de buurt zich thuis voelen. Er wordt veel georganiseerd op het gebied van urban culture en er blijkt veel talent in de jongeren uit deze wijk te schuilen!

5

Fase 2

Sociaal-cultureel werker

Made with