14ZW4DACW
Competentie I: Presenteren
Werkprocessen:
1.2 geeft voorlichting en advies (BP1.2, BP 2.1 , BP 2.2, BP 3.2) Componenten: duidelijk uitleggen en toelichten, betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen Eindgedrag: Je presenteert jezelf als ter zake deskundig. Je wekt vertrouwen op basis van je deskundigheid. Je legt zaken duidelijk en correct uit. Je gebruikt heldere taal. Je hanteert een goed spreektempo. 2.4 begeleidt en informeert de zorgvrager (BP 1.3, BP 2.1, BP 3.1,) Componenten: duidelijk uitleggen en toelichten, betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen Eindgedrag: Je presenteert jezelf als ter zake deskundig. Je wekt vertrouwen op basis van je deskundigheid. Je legt zaken duidelijk en correct uit. Je gebruikt heldere taal. Je hanteert een goed spreektempo. Je controleert of de informatie goed is overgekomen.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
• • de culturele en levensbeschouwelijke verschillen van de zorgvragers • • verschillende gedragsdeterminanten • • verschillende voorlichtings-, advies- en instructiemethoden om • • informatie over te brengen • • verschillende presentatietechnieken • • het medicijngebruik van de zorgvrager • • de behandeling die de zorgvrager moet ondergaan • • de hulpmiddelen • • interventies die ertoe bijdragen de • • gestelde doelen te bereiken • • de rechten en plichten van cliënt en zorgverlener, klachtrecht, inzagerecht • • de regels van de Nederlandse taal • • verbale en non-verbale communicatie • • verschillende audio-visuele hulpmiddelen
• • voorlichting en advies geven aan de zorgvrager, • • een duidelijke, gedetailleerde presentatie houden over relevante onderwerpen • • informatie en advies aanbieden op een aansprekende manier • • communiceren in helder Nederlands of een andere moderne vreemde taal, afgestemd op de doelgroep • • passend communiceren bij de situatie, met of zonder vaktermen • • actief deelnemen aan een discussie en hierin je standpunten uitleggen • • mondeling en schriftelijk verslag doen of informatie doorgeven of redenen aanvoeren vóór of tegen een specifiek standpunt • • op een juiste en correcte wijze de zorgvrager en/of hun naasten aanspreken • • het juiste spreektempo hanteren • • voorlichting en advies geven waarbij hoofd- en bijzaken worden gescheiden • • de rode draad tijdens de presentatie vasthouden, ook na interruptie
• • verzorgd • • representatief • • beleefd
• • zorgvuldig • • open naar anderen
• • klantvriendelijk • • laagdrempelig • • inlevend
• • respectvol • • planmatig • • initiatiefrijk • • motiverend, aanstekelijk • • enthousiast
• • ...................
• • ...............................................
• • .......................................................
12
Zorg & Welzijn serie 2014
Made with FlippingBook