14ZW4DACW
Competentie V: Met druk en tegenslag omgaan
Werkprocessen:
1.1 staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de zorgvraag (BP 1.2, BP 2.2, BP 3.2) Componenten: effectief blijven presteren onder druk Eindgedrag:
Je blijft in stressvolle situaties gericht op het werk. Je richt jezelf op zaken die moeten worden gedaan. Je bewaakt je eigen grenzen.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
• • het verschil tussen belangen en spanningen • • jouw eigen grenzen bij druk en tegenslag • • het verschil tussen macht en onmacht • • de verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van de doktersassistent • • de rechtspositie van de doktersassistent • • de veiligheidsvoorschriften/Arbo- normen • • de functiebeschrijving van de doktersassistent binnen de branche • • manieren om incidenten te melden • • de motivatietechnieken • • de conflicthantering
• • met (tijds)druk en tegenslag omgaan • • je eigen gevoelens goed hanteren • • je eigen grenzen bewaken bij een meningsverschil op basis van afwegingen • • in stressvolle situaties gericht blijven op het werk en de zaken die gedaan moeten worden • • bij spanning naar oplossingen zoeken • • een professionele houding aannemen bij spanning en stress (moeilijk hanteerbaar gedrag van de zorgvrager) • • prioriteiten op basis van gefundeerde keuzes • • collegiale ondersteuning aanvaarden bij spanning en stress • • afstand nemen om stil te staan bij je eigen gedrag • • open staan voor feedback van de zorgvrager • • de grenzen van je bekwaamheid en • • bevoegdheid aangeven en daarbinnen handelen • • bij twijfel over je bevoegdheid en/of bekwaamheid eerst overleg plegen • • je taken, werkzaamheden en bevoegdheden omschrijven • • (functiebeschrijving) • • agressie hanteren • • omgaan met sociale problematiek waaronder armoede en huiselijk geweld • • de motivatietechnieken toepassen • • onder druk vriendelijk blijven en conflicten vermijden • • tegenslag accepteren en direct kijken naar andere middelen om je doel te bereiken • • flexibel zijn
• • alert • • consequent • • planmatig • • initiatiefrijk
• • flexibel • • stabiel • • reflectief • • open
• • coöperatief • • zelfbewust • • stressbestendig • • overtuigend • • aanspreekbaar op je gedrag
• • ...................
• • ...............................................
• • .......................................................
23
Competentiewijzer
Doktersassistent
Made with FlippingBook