14ZW4DACW

Competentie A: Beslissen en activiteiten initiëren

Werkprocessen:

1.1 staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de zorgvraag (BP 2.2, BP 3.2) Componenten: beslissingen nemen Eindgedrag: Je kiest binnen de gestelde kaders en passend binnen het protocol, een passende vervolgstap. Je zorgt voor een juiste afhandeling van de zorgvraag.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de behoefte en verwachtingen van de zorgvrager • • de bronnen waar aanvullende informatie over de zorgvrager te vinden is • • triage (NHG) standaarden en procedures • • de (minder complexe) ziektebeelden, beperkingen en • • handicaps van de zorgvragers • • de benodigde informatie over geneesmiddelen • • medische terminologie • • het medisch zorgaanbod • • de Nederlandse taal • • een moderne vreemde taal • • aspecten van de beroepshouding • • verschillende observatietechnieken • • de technieken voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie • • de taken, verantwoordelijkheden en grenzen van het beroep • • de wet- en regelgeving • • de complexe en gecombineerde

• • actief luisteren • • uitvragen volgens de (NHG) standaarden en procedures • • doorvragen als de boodschap onduidelijk is • • de Nederlandse en moderne vreemde taal toepassen • • non-verbale en verbale communicatiemethoden en • • - technieken toepassen en afstemmen op het communicatieniveau van de ander • • rekening houden met de positie van de cliënt • • controleren aan de hand van meerdere technieken of de cliënt de boodschap begrijpt • • je communicatie afstemmen op het niveau van de cliënt • • je verplaatsen in het standpunt van de zorgvrager en diens autonomie centraal stellen • • gerichte observatietechnieken toepassen • • een open gespreksituatie creëren en controleren aan de hand van meerdere technieken of de zorgvrager de boodschap begrijpt • • overleggen • • kort samenvatten en rapporteren • • de communicatie afstemmen op de zorgvrager en in je handelen rekening houden met de verschillen in leeftijd, leefstijl, cultuur en sekse

• • planmatig • • consequent • • (klant)vrien- delijk • • besluitvaardig • • alert • • accuraat • • laagdrempelig • • respectvol • • reflectief • • motiverend • • stimulerend • • proactief bij dilemma’s • • betrouwbaar • • waakzaam • • verantwoor- delijk

• • ...................

ziektebeelden, beperkingen en handicaps van de zorgvragers

• • ...............................................

5

Competentiewijzer

Doktersassistent

Made with