14ZW4PWJZCW

Competentie B: Aansturen

Werkprocessen:

2.1 Biedt het kind/de jongere opvang (BP 1.3, BP 2.4) Componenten: uitoefenen van gezag Eindgedrag: Je toont overwicht bij het handhaven van afspraken en regels, zodat je het kind/de jongere en de groep duidelijkheid geeft welke grenzen er zijn en dat deze niet overschreden mogen worden.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • ontwikkelingspsychologie (ontwikkeling van kinderen/jongeren op cognitief, motorisch, sociaal en emotioneel gebied) • • (ortho)pedagogische theorieën • • de verschillende doelgroepen

• • adequaat sociale vaardigheden toepassen in verschillende situaties • • verschillende methoden van werkbegeleiding geven • • instructies geven • • op een goed manier regels overbrengen

• • geduldig • • respectvol • • consequent • • doelgericht

• • een doorzetter • • zelfverzekerd • • motiverend • • weerbaar

• • het werkveld • • verschillende begeleidingsmethodieken • • gesprekstechnieken • • de regels van feedback

• • conflicten hanteren • • methodisch werken • • prioriteiten stellen • • observeren en signaleren

• • ...................

• • motiveren • • evalueren • • reflecteren • • vakliteratuur bijhouden • • het functioneren van medewerkers bespreekbaar maken • • overzicht houden • • duidelijke verwachtingen uitspreken

• • groepsprocessen/groepsdynamica • • communicatieve processen en je eigen mogelijkheden daarin • • de methoden van aansturen en coördineren • • het begrip multiculturele samenleving

• • ...............................................

• • .......................................................

5

Competentiewijzer

Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg

Made with