2014-VP4-ZON-EE3

Werkproces 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie

Opdracht 1

Je geeft binnen de uitvoering van je taken aan zorgvragers met hoogcomplexe problematiek,

naasten en/of mantelzorgers duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie.

Je geeft voorlichting en advies ten behoeve van het behouden of vergroten van de zelfstandigheid,

gericht op de mogelijkheden om met ziekte of beperkingen om te gaan. Richt je hierbij op de

mogelijkheden en beperkingen van de zorgvrager.

Maak een plan hoe je de voorlichting of het advies gaat geven.

Geef de voorlichting volgens het gemaakte plan.

Opdracht 2

Maak een instructieplan, voor een groep* zorgvragers, mantelzorgers en/of naasten. Kies een

onderwerp uit de bijlage waarover je instructie gaat geven:

 een instructie over het aanleren van een verpleegtechnische handeling  een instructie over het gebruik van een hulpmiddel  of een instructie over een onderwerp naar eigen keuze.

(*Onder een groep kan ook verstaan worden: gezin of familie)

Instrueer een groep zorgvragers, mantelzorgers en/of naasten volgens het opgestelde

instructieplan.

Lever dit instructieplan in met een onderbouwing hoe je de instructie hebt gegeven.

Resultaat

Je hebt aan de cliënt of doelgroep duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie

gegeven, afgestemd op de cliënt of doelgroep.

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan:

 Volledig ingevulde beoordelingslijst met onderbouwing door de examinator  Een instructieplan met onderbouwing

12

Consortium beroepsonderwijs

Z&W serie 2014-2

Opleiding: Verpleegkundige

2014-vp-4-ee3