Allemaal Uitblinkers KNVB D-PUPILLEN

Plaatje, praatje, daadje Het is goed de training van D-pupillen te beginnen met een rustige warming-up zonder bal. Vooral de spieren van tweedejaars D-pupillen, die aan het begin van hun groeispurt staan, kunnen extra doorbloeding gebruiken. Zo’n niet explosieve start voorkomt blessures. De spieren en pezen van veel eerstejaars D-pupillen zijn echter nog zo soepel – zij rennen zo weg. Al met al helpen enkele loopvormen de gehele groep vooral om in de sfeer van de training te komen. De warming-up mét bal die volgt moet een eenvoudige vorm zijn, die je makkelijk kunt uitleggen en organiseren. Kies een vorm die dicht bij de doelstelling zit en recht doet aan de complexiteit van het spel. Niet door elkaar heen dribbelen met afpakken, zoals Paul zijn spelers laat doen, maar 3 tegen 2 met 2 doeltjes, een positiespel 4 tegen 2, 2 tegen 2 lijnvoetbal of een vorm waarbij spelers vaak in een situatie komen om op doel te schieten: 2 tegen 1 + keeper. Na de warming-up volgt een oefenvorm in één van de twee teamfuncties aanvallen of verdedigen. Dit betekent natuurlijk niet dat in een vorm waarin aanvallen centraal staat, het spel stopt als de bal wordt verloren of veroverd. Als het verbeteren van de opbouw centraal staat, lukt dit alleen als de tegenpartij bereid is goed te storen. Je motiveert deze daartoe alleen als ze na het veroveren van de bal ook echt kunnen scoren. Zo oefenen beide teams impliciet toch op omschakelen. Hou tussen de oefen- en partijvormen door rekening met de verhouding arbeid-rust. Ga ervan uit dat spelers zoveel mogelijk moeten bewegen, maar je hoeft ze niet af te matten. Zorg er tijdens de winter voor dat ze geen kou vatten door stil te staan. Moeten ze toch even wachten op hun beurt, leer ze dan ‘actieve rust’ te houden met een bewegingsopdracht (bal hooghouden, bal afkappen, dribbelen op de plaats). Elke oefenvorm begint met jouw uitleg van de bedoeling. Hanteer daarbij de volgorde: plaatje, praatje, daadje. Eerst doe jij het zelf voor, zodat de spelers het ‘plaatje’ voor zich zien. Je uitleg (‘praatje’) hou je daarbij kort, het ‘daadje’ door een speler uit de groep is het belangrijkst. Zo’n demon­ stratie werkt altijd beter dan een lange uitleg van jou. Bovendien maakt het

D-pupillen | 157

Made with