Allemaal Uitblinkers KNVB D-PUPILLEN

Wil je D-pupillen voetbalvaardigheden, spelregels en sociaal gedrag aanleren, dan kun je het beste kijken naar wat ze al kunnen. De grote uitdaging hierbij is dat je spelers zelf dingen laat ervaren en ontdekken. Als volwassene heb je – bewust of onbewust – een doel voor ogen. Aan het eind van het seizoen moet er een goed functionerend team staan. Iedere speler vervult zijn taak goed. Spelers vullen elkaars kwaliteiten aan, compenseren elkaars zwakke punten. Het team werkt goed samen en speelt ook goed in op de kwaliteiten van de tegenpartij. Als het aan jou ligt, spelen ze straks als mini-volwassenen. Maar het gaat niet om wat een D-pupil moet worden. Het gaat om het hier en nu. Om zijn handelen op het veld. Zijn natuurlijke drang tot bewegen en presteren. Niet gisteren, niet morgen – vandaag. Doelpunten maken en voorkomen, dat is wat een D-pupil wil. In samenwerking met medespelers, omdat hij weet dat dit de kans op scoren en winnen vergroot. Bovendien doet hij dat steeds meer vanuit een vaste positie in het team, zich al goed bewust van de taak die daarbij hoort. Je volgt hem hierin en vertelt hem niet voortdurend wat te doen. Kinderen leren voetballen door te voetballen. Net als vroeger op straat. Tijdens gereguleerde wedstrijden op zaterdag spelen D-pupillen nu 11 tegen 11. Maar partijtjes van 4 tegen 4 – en de vele vereenvoudigingen hiervan – zijn ideaal om het spel tijdens de training te leren. Die vormen passen goed bij kinderen van 11 tot 13 jaar. Zo kunnen ze het spel goed overzien, komen ze veel aan de bal en bevinden ze zich voortdurend in spelsituaties waarin ze problemen moeten oplossen. Zo leren ze het beste hoe ze het doel van voetbal kunnen realiseren. Het doel, dat kinderen én volwassenen zo graag nastreven. Meer doelpunten maken dan de tegen­ partij. Winnen. Toch moet jij als coach iets anders nastreven. Winst bóeken. Spelers beter maken.

20 | D-pupillen De zaterdagwedstrijd

Made with