Allemaal Uitblinkers KNVB D-PUPILLEN

De achterhoede: rugnummers (1), (2), (3), (4) en (5) Verdedigen. Als jouw team verdedigt, zorgen de verdedigers ervoor dat ze ‘de ruimte tussen keeper en laatste linie afschermen’. Ze maken en houden de ruimte klein tussen de laatste linie en het middenveld. Ze zakken niet te snel in. Ze herkennen het moment waarop de tegenpartij een lange bal verzendt. Hoe dichter ze bij het eigen doel staan, hoe scherper de nummers 2, 4, en 5 moeten dekken. Verder geven ze elkaar onderling rugdekking – met name de vrije verdediger (nummer 3). Ze maken geen overtredingen en coachen elkaar. Omschakelen. Na balverlies voorkomen de verdedigers, die zich het dichtst in de buurt van de bal bevinden, dat de bal vooruit kan worden gespeeld. Ze houden druk op de bal. Alle verdedigers knijpen – nemen speelruimte van de tegenstander weg. Ze ‘pressen’ op de bal en zorgen dat ze niet worden uitgespeeld. Bij het omschakelen na verovering van de bal kijken verdedigers of direct al een dieptepass mogelijk is op diepgaande spelers. Als die buitenspel staan, zoeken ze naar andere spelers die initiatief tonen. Ze waaieren uit over het veld, spelen positiespel. Aanvallen. Bij het opbouwen van een aanval staan verdedigers voor de keuze het beste afspeelpunt op het middenveld te zoeken – of meteen ‘lang’ te spelen. Dit doen ze met hoge balsnelheid, de ruimte optimaal benuttend, zonder onnodig balverlies, elkaar coachend. Steeds met als doelstelling andere spelers vrij te spelen.

D-pupillen | 229

Made with