Allemaal Uitblinkers KNVB D-PUPILLEN

zacht, te hard, te hoog of met een stuit – Speel simpel, speel met de binnen­ kant van de voet – Speel de bal op een sprintende speler niet te hard – Speel de bal op diens goede been en niet aan de kant van de dekkende tegenstan­ der – Speel de bal als het kan in de loop mee – tot anderhalve meter voor de speler – Als tegenstander direct druk zet, de bal direct doorpassen of kaatsen.’ 4. Positie kiezen en vrijlopen Wat? Zodanig positie kiezen of vrijlopen dat je aangespeeld kunt worden door een medespeler. Zorg er daarbij voor dat er geen speler staat tussen jou en de bal; Waar en wanneer? Spelers in de buurt van de balbezittende medespeler moeten vrijlopen om de bal te ontvangen. Verder van de bal af zijn spelers meer bezig met positie kiezen; Wat ziet de coach en wat zegt hij? ‘Blijf op je eigen plaats spelen – Speel meer uit elkaar, loop elkaar niet in de weg, maak de ruimte groter en bezet de ruimte optimaal – Loop niet in dezelfde lijn of richting als medespeler, kies zo positie dat je makkelijk aanspeelbaar bent, loop niet ‘in de rug’ van de verdediger – Niet allemaal naar de bal toe bewegen – Niet allemaal van de bal af weg bewegen – Bezet de hele ruimte – Zorg voor meer dan één afspeel­ mogelijkheid – Op het juiste moment vrijlopen en aanbieden – Met overtuiging vrijlopen – Op snelheid uit de dekking komen – Maak ruimte voor jezelf om vrij te komen, eerst van de bal af en dan naar de bal toe of omgekeerd – Zorg voor afwisseling in kort en lang spel – De spelers voor de bal moeten het positiespel in de opbouw meelezen en op het juiste moment, wanneer een medespeler de bal goed in bezit heeft (voor het goede been, voldoende ruimte) vragen om de dieptepass – Spelers achter de bal moeten positie kiezen – Keeper, zorg dat de bal teruggespeeld kan worden, speel mee – Actie na de actie, steeds mee blijven doen, ze hebben je weer nodig.’

D-pupillen | 249

Made with