Allemaal Uitblinkers KNVB D-PUPILLEN

‘Kóm dan, kóm dan!’ Spits Jomme (bijna 11) lokt middenvelder Eva (bijna 13) naar zich toe, in de overtuiging haar met een snelle beweging te verrassen. Maar dan kent hij het enige meisje in dit team nog niet goed. Precies op tijd stapt ze in, zet haar voet achter de bal en draait dan haar kont erin. Een voetbal­ handeling die Paul haar nooit heeft hoeven uitleggen. Ze weet al lang dat je zo tijd wint als je iets minder snel bent dan je tegenstander. Jomme kan er niet meer bij. Maar wat nu te doen? Ze kijkt zoekend om zich heen. Met zijn tweeën speelden ze maar een beetje warm – waar moet ze de bal laten? Anderen doen een rondo of schieten keeper Rik in. Jomme zou het wel geweten hebben. Beetje dollen, een paar overbodige scharen, een akka. De teamjongste heeft zichzelf rugnummer 11 toegekend. Boven het getal liet hij niet gewoon zijn voornaam drukken, maar zijn initialen: J.C. Omdat ze dezelfde zijn als die van De Verlosser? Jommes blik is scherp. We mogen erin lezen wat wij willen, vindt hij. Johan Cruijff, Jezus Christus, Julius Caesar. Dat moet lukken, met zoveel naamheiligen. ‘Dat moet zeker lukken, met mij.’ De D4 bestaat uit drie vriendengroepen die zich in de loop van de jaren soepeltjes mengden. Jomme, voormalig selectiespeler van de hoog aan- geschreven club Zeeburgia, voegde zich pas dit jaar hierbij. Het team nam hem liefdevol op, maar hijzelf is graag bezig met zichzelf. Het contrast met Eva kan niet groter. De teamoudste draagt nummer noch persoonsnaam op de rug. De twee schelen bijna twee jaar. Het streven is om elk team een ‘optimale mix’ te laten zijn, aldus TABA’s Jeugdplan. Elk team moet ‘sterspelers en zwoegers’ kennen, ‘aangevers en afmakers’. Zo ontstaan gemotiveerde, ‘sociaal sterke teams’. Hoewel spelers voortaan op niveau worden inge- deeld, wordt tussen prestatieteams en recreatieteams geen onderscheid gemaakt. Eén of twee topteams per leeftijdsklasse formeren – en de rest het maar laten uitzoeken – vindt TABA te makkelijk.

D-pupillen | 33

Made with