Allemaal Uitblinkers KNVB D-PUPILLEN
De meest logische veldbezetting is die van drie linies met in de achterste linie vier verdedigers. Dat noteer je als 1-4-3-3. Een keeper, vier verde digers, drie middenvelders en drie aanvallers. Omdat eerstejaars D-pupillen het veld nog als zeer groot ervaren, stellen sommige coaches voor de zekerheid meer dan drie middenvelders op. Zo ruilt Paul een aanvaller in voor een middenvelder. Hij stelt zijn team op als 1-4-4-2 in de hoop genoeg spelers ‘achter de bal te hebben’. Andere coaches geven een verdediger op en kiezen voor 1-3-4-3. De KNVB beveelt 1-4-3-3 aan. Dit is de optimale veldbezetting om de taken binnen een team te leren. In het pupillenvoetbal draait het tenslotte om het leren van het spel. Veldbezetting is voor D-pupillen een kapstok om het spel te leren. Wissel ook niet af en toe van formatie. Het spelen in steeds dezelfde formatie verschaft spelers duidelijkheid. In 1-4-3-3 is één van de verdedigers een zogeheten ‘vrije’ verdediger, zonder spits om te dekken. Het driemans middenveld is ‘vlak’, wat wil zeggen dat ze ongeveer op één lijn staan. In de praktijk sluiten bij het aanvallen een of meerdere middenvelders aan bij de spitsen. Bij het verdedigen is elke middenvelder verantwoordelijk voor zijn directe tegenstander.
56 | D-pupillen De zaterdagwedstrijd
Made with FlippingBook