Allemaal Uitblinkers KNVB D-PUPILLEN

Teamfuncties en teamtaken Het is zaak kinderen vlak voor de wedstrijd niet te veel te vertellen – laat staan allerlei opdrachten mee te geven. Beperk je tot enkele aanwijzingen die voor iedereen gelden. Pik er niet één individu uit, en stel hem zeker niet als negatief voorbeeld. De kleedkamer moet een veilige omgeving zijn. Straal vooral uit: we hebben er zin in! ‘Jongens, laten we vandaag extra goed ons best doen om het veld groot te houden bij de aanval, en juist klein bij een tegenaanval. Jullie kunnen het, dat weet ik. Drie dingen. Als de verdedigers de bal hebben, moeten de middenvelders goed vrijlopen. Alleen zo kunnen we de bal via het midden­ veld bij de spitsen krijgen. Twee. Speel daarbij de bal zoveel mogelijk met de binnenkant voet naar elkaar toe. Tot slot: nadat we de bal hebben afgespeeld, moeten we ons meteen weer aanspeelbaar maken. Blijf dus altijd meedoen! Doe je best!’ Kinderen leren voetballen door te voetballen. Voetballen is een spel. Kenmerkend voor een spel is dat je keuzes kunt maken. Dat vraagt iets van hun analytische vermogens en creativiteit. Om allerlei redenen is voetbal een ingewikkeld spel. In het spel van 11 tegen 11 nemen alle 22 spelers beslissingen. De speler met de bal moet reageren op al die beslissingen. Daar komt bij dat de bal vrij is. Bij sporten als handbal en basketbal houden spelers de bal vast, bij voetbal kan de bal elk moment worden afgepakt. Daardoor is niet éen situatie hetzelfde. Tegelijk gaat het bij voetbal eigenlijk maar om één ding. Meer doelpunten maken dan de tegenpartij. Om dit voor elkaar te krijgen, zal het team moeten aanvallen, verdedigen en omschakelen. Deze drie functies zijn de zogeheten ‘teamfuncties’.

64 | D-pupillen De zaterdagwedstrijd

Made with