Allemaal Uitblinkers KNVB D-PUPILLEN

bij voorkeur de bal toch wel diep, maar als die mogelijkheid er niet is, zien ze steeds beter in dat geduldig breedtespel of zelfs een balletje terug goede voorwaarden kunnen zijn voor later, meer gevaarlijk dieptespel. Wat iedereen ook doet, het gaat erom dat elke handeling vanuit de juiste positie, op het juiste moment, in de juiste richting en met de juiste snelheid wordt uitgevoerd. Als nieuw ervaren D-pupillen wel dat elke eigen, aanvallende voetbal­ handeling – met of zonder bal – op dit grote veld veel meer gerelateerd is aan hun rol als keeper, verdediger, middenvelder of aanvaller. Niet elke speler doet meer van alles een beetje. Voortaan is elke handeling ‘taak­ specifiek’ geworden. Een vrije verdediger merkt dat hij op veel momenten in de wedstrijd rugdekking moet geven aan andere verdedigers én dieptepasses verstuurt richting middenvelders of spitsen. Een centrumspits merkt dat hij plots vaak met de rug naar het doel staat en in duels niet één maar twee tegen­ spelers tegenover zich vindt. Hij ontdekt dat het dan beter is een keer niet te passeren en de bal af te spelen aan een vrijlopende medespeler. Zo krijgen spelers steeds meer inzicht in hun taak en wat ze moeten beheersen om deze taak goed uit te voeren. Help ze daarbij. Het afstemmen van die taken onderling is nu nog iets minder van belang en komt nadrukkelijk aan de orde vanaf de C-junioren. Omschakelen Bij een mislukte aanval was het D-pupillen al sinds de E-tjes duidelijk dat ze in zo’n geval allemaal zo snel mogelijk weer moeten meedoen. Dit noem je vanaf de D-pupillen ‘omschakelen’ van aanvallen naar verdedigen. Ze moeten meteen weer betrokken zijn bij de nieuwe situatie en tussen de bal en het eigen doel zien te komen. De dichtstbijzijnde speler moet op het moment van het balverlies proberen de bal zien terug te veroveren – of als dat niet gaat een dieptepass zien te voorkomen.

78 | D-pupillen De zaterdagwedstrijd

Made with