Allemaal Uitblinkers KNVB E-PUPILLEN

Wedstrijd lezen De zaterdagwedstrijd: hier gaat het eigenlijk allemaal om. Hier moet alles bij elkaar komen, hier wordt naar gekeken. Het meetpunt. Hoe staat team en spelers ervoor, welke progressie is gemaakt? Wat beheersen ze al wel, wat nog niet? Bij alles wat ze nog niet beheersen, zet jij een keel op. Twee keer 25 minuten lang. Niet dus. Observeer eerst een tijdje in stilte. ‘Lees’ de wedstrijd. Noteer – in je hoofd of op papier – zaken die je opvallen in het aanvallen en verdedigen. Stel jezelf daarbij steeds vragen. Wat zie ik? Niet: wat dénk ik over de snelle 2-0 achterstand. Niet: wat vínd ik van dit matige spel. Wel: we lijden twee keer balverlies in de opbouw door een onzuivere pass, niet met de binnenkant van de voet gegeven. Daardoor pakt de tegenpartij de bal af en maakt een doelpunt. Bedenk je hierbij welke accenten vorige week zaterdag en op de training aan de orde zijn gekomen. Wat stond centraal in de wedstrijd? Waar hebben we eigenlijk op getraind? Wat wilden we bereiken? Is het een beetje gelukt? Hoewel jouw spelers nu hartstochtelijk bezig lijken te zijn met winnen of verliezen, jou mag het daar nooit om gaan. Vergeet tussenstand, eindresultaat, stand op de ranglijst en witte zakdoekjes van ouders. Zelfs de spelers zijn niet langer dan een paar minuten per week bezig met het scorebord. Het gaat erom dat ze zo vaak en doelgericht mogelijk betrokken zijn bij de bal. Laat ze ervaren of de eigen keuze het gewenste resultaat heeft. Dat winnen komt dan vanzelf. De centrale opdracht van jou als coach is dan ook, in alle onvoorspelbare situaties die zich deze zaterdagochtend voor jouw ogen ontwikkelen, spelers te stimuleren steeds weer te proberen de bal richting het doel van de tegenpartij te krijgen. Drib- belend, trappend, rennend, vallend en opstaand. Omdat spelers van de tegenpartij het tegenovergestelde proberen, zijn jouw coachopmerkingen in eerste instantie heel simpel. ‘Probeer de bal weer af te pakken! ‘Doe mee! Zorg ervoor dat je de bal kunt krijgen!’ ‘Schiet de bal niet zomaar weg, probeer hem aan te nemen.’ Heeft het aanvallen of verdedigen niet het gewenste effect? Dan moet je kijken waar dat aan ligt. Het kan zijn dat spelers individuele handelingen die horen bij het opbouwen en scoren onvoldoende goed uitvoeren – aannemen, passen, vrijlopen – of dat in de samenwerking en afstemming dingen verkeerd gaan. Hetzelfde geldt voor het verdedigen – het tegenhouden of afpakken van de bal en het geven van rugdekking.

136 | E-pupillen De zaterdagwedstrijd

Made with