Allemaal Uitblinkers KNVB F-PUPILLEN
Veel prikkels In een vereenvoudigde partijvorm moeten de weerstanden aanwezig zijn die een F-pupil ook tegenkomt in de zaterdagwedstrijd van 7 tegen 7. Ben jij als coach niet verantwoordelijk voor de training, praat hier dan met de trainer over. Praat hem na de wedstrijd bij over dingen die al aardig goed gaan en dingen die nog beter kunnen. Een partijtje van 4 tegen 4 zonder keeper is de kleinste vorm waarbij alle belangrijke weerstanden zijn behouden. Het leent zich uitstekend om te leren voetballen. De kleinere teams, het kleinere veld, de kleinere doelen en de versimpelde regels zijn factoren die kinderen dicht bij de essentie van voetbal houden. Elke (verdere) vereenvoudiging van 4 tegen 4 is bij voorkeur een voet balechte vorm, dichtbij de essentie vanvoetbal: nog minder spelers, niet 2 pupillendoelen maar 4 kleine doeltjes, een lang smal veld, een kort breed veld of bijvoorbeeld lijnvoetbal. Op weg naar het doel komen ze in al die varianten minder tegenspelers en medespelers tegen dan in een wedstrijd van 7 tegen 7. Ze belanden vaak in een situatie om voetbalhandelingen te oefenen. Situaties om de bal aan te nemen, te dribbelen, te passeren, te passen en te schieten. Het herhalen van deze handelingen moet ertoe leiden dat spelers vaker kansen creëren en meer doelpunten maken. Elke variatie op 4 tegen 4 is bij voorkeur een voetbalechte vorm, dichtbij de essentie van voetbal: 1 tegen 1 met 4 kleine doeltjes, 2 tegen 2 lijnvoetbal, 2(+keeper) tegen 1(+keeper) met grote doelen. Het draait in alle gevallen om één credo. Voetballen leren F-pupillen door te voetballen. Door veel balcontacten in echte voetbalsituaties. In al die situaties moeten ze zelf kiezen. Kan ik scoren, kan ik dribbelen of is het beter om een ander aan te spelen? Zo ontwikkelt zich het spelinzicht. Het inzicht in zowel de eigen mogelijkheden als de mogelijkheden om hen heen – die medespelers en tegenstanders hen bieden.
122 | F-pupillen De woensdagmiddagtraining
Made with FlippingBook