Allemaal Uitblinkers KNVB F-PUPILLEN
‘Jesse, jij erin voor Dani. Dani eruit!’ Dani staat nog geen minuut tussen de mannen langs de lijn als hij aan zijn vader vraagt: ‘Waarom gaat Sam niet naar de bal toe?’
Dani is niets ontgaan. In de kleedkamer zojuist werd Sam door Johan in weinig positieve zin onderscheiden. Langs de lijn valt zijn naam vaker dan die van andere spelers. Zegt iemand ‘kom op’ of zoiets? Dan is er iets niet goed. Arnoud gaat er niet op in. Daarop duikt Dani een paar keer buikschuivend het veld in. ‘Eén minuutje, Dani’, gokt Johan. Waarschijnlijk langer, maar van hem mag Dani er wel weer in. Hij wisselt Dani bij voorkeur in de rust. Dani is namelijk Oost-Indisch doof als hij wordt geroepen om te wisselen. Dan speelt hij vrolijk door. Maar dit keer meldde hij zich snel aan de kant. Dani moet echt heel moe zijn. ‘Dani, buiten de lijnen.’ ‘Johan, hoe lang nog?’
KNVB-tip: concentreer je op voetbalhandelingen
Laat je blik op het spel en je spelers niet vertroebelen door abstracte beelden waar je in de praktijk toch niets mee kunt. ‘Ik heb geen grip op die jongen.’ Redeneer niet vanuit vaste, gekleurde stellingen. ‘Hij is gewoon een maatje te klein.’ Benoem voor jezelf concreet wat je ziet, niet wat je denkt of altijd al dacht. ‘Hij deinst terug voor de bal als er een tegenstander in de buurt is, hoewel hij normaal de bal graag heeft.’ Beïnvloed spelers door te appelleren aan wat zij graag willen. Roep niet: ‘Sam, hou het veld breed!’ Zeg als hij wissel staat: ‘Sam, wat wil jij graag? Dribbelen en voorzetten? Dan kun je het beste aan de zijkant vrij lopen, dan kom je maar één speler tegen in plaats van drie.’
72 | F-pupillen De bekerwedstrijd
Made with FlippingBook