Allemaal Uitblinkers KNVB F-PUPILLEN
Natuurlijk moet er wel iets worden gezegd. Of beter: gevraagd. ‘Hoe vinden jullie dat het gaat?’ ‘Wat gaat er goed?’
‘Wat kan er nog beter?’ ‘Hoe gaan we dat doen?’
Je kunt het eerste wedstrijdcommentaar ook door de aanvoerder laten geven, of het wekelijks laten rouleren. Daarna kunnen de andere spelers er nog iets aan toevoegen. Als laatste neemt de coach het woord. Bedenk dat kinderen al een bepaald beeld van zichzelf hebben over hoe goed ze zijn in voetbal. Hoe positiever dat beeld, hoe beter de prestaties, hoe meer plezier, hoe groter de neiging om uitdagingen aan te gaan. Een effect dat zichzelf versterkt. Maar niet bij ieder kind is het zelfbeeld zo positief. Als coach kun jij dat wel beïnvloeden. Begin altijd met een compliment aan iedereen. Maak dit meteen concreet door de goede zaken als eerste te benoemen. ‘Goed gewerkt!’ is te algemeen. ‘Fel gestart’ is beter. Negeer de tussenstand, zeker als jullie achterstaan. Wees vooral opgewekt, de wedstrijd kan nog kantelen. Wijs hen niet op wat er niet goed gaat. ‘Jullie moeten wel scoren!’
82 | F-pupillen De bekerwedstrijd
Made with FlippingBook