
F-pupillen
|
83
Dat snappen ze zelf ook. Hamer evenmin op fouten. Junioren kun je
constructief op een fout wijzen, maar benadruk je bij een F-pupil de fouten,
dan zal hij een volgende keer minder snel geneigd zijn om een bepaalde
actie weer te ondernemen. Fouten maken hoort juist bij het leerproces.
Maak daar een deugd van. Hanteer absolute standaarden – vergelijk
kinderen niet met elkaar. Sla individuele verbeterpunten op in je hoofd en
bedenk hoe je hier de volgende week op kunt trainen.
Maar met loftuitingen alleen ben je er niet. Niet als het spel daar veel
aanleiding toe geeft. Dat werkt juist contraproductief, want kinderen voelen
haarfijn aan of je het meent of niet. Geef behalve enkele concrete
complimenten enkele tips voor de tweede helft die beter kunnen.
‘Probeer als je niet wordt aangevallen de bal te stoppen en dan te
dribbelen naar het doel van de tegenpartij.’
Is de moed ze echter in de schoenen gezonken en komt er geen zinnig
woord meer uit? Geef ze ondersteuning, geef enkele genereuze
complimenten en beperk het aantal tips.
‘Wees niet bang voor die grote jongens. Als jullie goed naar de bal kijken,
pakken jullie hem zo af. Dan snel ermee naar het doel en scoren!’
Bedenk: als je ze duidelijk kunt maken dat ze nooit verliezers zijn als zij zich
maximaal inspannen, dan geef je ze iets onbetaalbaars dat hen ook in de
rest van hun leven helpt. Coaches met deze aanpak zijn vaak succesvoller
dan coaches die koste wat het kost willen scoren.
Sluit af met een oppepper.
‘Wat er ook gebeurt, jullie zijn mijn toppers. Ik weet dat jullie het kunnen.’
Dat is alles. Als je aanvoelt dat één van je spelers erg onzeker is, loop met
hem even apart op naar het veld. Complimenteer hem voor zijn inzet
waarmee hij zijn taak uitvoert, ook al is het resultaat onvoldoende. Schoot
hij de bal zes keer over?
‘Uitstekende acties, probeer de bal met je veters te raken. Dan gaat-ie er
zeker in.’