Allemaal Uitblinkers KNVB F-PUPILLEN

Voor beide buitenspelers heeft Johan ook een ontwikkelpunt. Dox haalt te weinig de achterlijn, Sam doet dat juist te veel. Tegen de tijd dat-ie eindelijk eens langs zijn mannetje is, staan ze voor het doel allemaal al gedekt. Wat had je ook kunnen doen? vraagt Johan dan. Precies, terug­ leggen. Toch? Als je tegen zo’n jongen zegt: doe maar lekker wat je wilt, dan ontwikkelt-ie zich toch niet? Maar het moeilijkste is de ouders. Ze snappen Johan soms niet, begrijpen niet waar hij eigenlijk mee bezig is. Voor de huldiging van de F3 als najaarskampioen was de vader van Jesse eens op hem afgestapt. Die verweet Johan dat-ie zijn zoon op steeds weer een andere plek op het veld opstelde. Zo kan zijn zoon zich toch nooit specialiseren? Deze kritiek verbaasde Johan echt. Inderdaad, hij stelt Jesse zowel voorin, in het midden, links, rechts, in de spits als desnoods achterin op. Maar dat doet hij omdat Jesse een van de weinige spelers is die op al die posities goed uit de voeten kan. Hij is juist veelzijdig! Het kampioensfeestje was voor Johan toen al grondig verpest. Ratio en emotie van de vaders van zijn spelers lopen zo door elkaar, valt Johan op. Misschien moet hij ze beter en vaker uitleggen wat hij doet en waarom hij het doet. Maar zoveel wordt er niet op hem gemopperd. Ze winnen toch alles. En zolang er wordt gewonnen, klaagt er verder niemand. Op zijn velletje papier noteert hij: ‘0-8’. Het uitvoeren van voetbalhandelingen Techniek, tactiek, fysiek, mentaliteit – bij het lezen van de wedstrijd denken sommige coaches graag in deze termen. De KNVB onderscheidt deze zaken niet. Het is beter te denken in teamfuncties (aanvallen, omschakelen en verdedigen), teamtaken (opbouwen, scoren, storen en doelpunten voorkomen) en de individuele voetbalhandelingen daarbinnen. Kom je bij het lezen van de wedstrijd tot de conclusie dat bepaalde zaken beter kunnen? Stel jezelf dan de volgende vragen. Waarom lukt het (nog) niet? Wat kan de speler aan de bal beter doen? Wat kunnen de spelers zonder de bal beter doen? Wat is de rol van de tegenstander? Bij elke handeling die je ziet – tijdens het aanvallen én verdedigen – kun je jezelf steeds dezelfde vier vragen stellen. ‘Is de juiste positie gekozen?’

‘Wordt het juiste moment herkend?’ ‘Heeft de actie de juiste snelheid?’ ‘Heeft de actie de juiste richting?’

F-pupillen | 233

Made with