CZW11ZH10007
• Schrijf een persoonlijk activiteitenplan, je PAP. Je PAP kan betrekking hebben op persoonsgerichte leeractiviteiten en op beroepsinhoudelijke leeractiviteiten.
• Je verwerkt de vijf W’s in je PAP. – – Wie? – – Wat? – – Waar? – – Wanneer? – – Welke?
Dit betekent dat je een planmaakt: wie doet wat, waar, wanneer enmet welke hulpmiddelen en begeleiding?
• Als je een GO hebt, ga je door naar stap 3.
• Je werkt aan de prestaties volgens plan. • Controleer regelmatig of je volgens plan werkt. • Je vraagt regelmatig feedback aan de begeleider en medestudenten. • Je stelt zo nodig het plan en de uitvoering bij.
26
ZORGHULP 1
Made with FlippingBook