CZW20120015
Competentie H: Overtuigen en beïnvloeden
Werkprocessen:
1.1 Stelt (mede) het zorgplan op (BP 1.3, Proeve fase 1, BP 2.3, Assessmentgesprek 1, Proeve fase 2, BP 3.1, Proeve fase 3) Componenten: overeenstemming nastreven, gesprekken richting geven, onderhandelen Eindgedrag: Je verzamelt gegevens om de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de zorgvrager, eventueel met naasten, in kaart te brengen. In de VVT, de GHZ en de GGZ voer je een anamnesegesprek met de zorgvrager, eventueel gesteund door naasten. Jemaakt gebruik van je kennis over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden van zorgcategorieën in de specifieke branche. Je analyseert de verzamelde gegevens, formuleert (mede) zorg- en ondersteuningsdoelen en passende activiteiten en stelt (mede) het zorgplan op. Je bespreekt eventueel het zorgplanmet de zorgvrager en betrokkenen, en vraagt om instemming.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
• • het zorgproces/het zorgplan • • methoden om systematisch gegevens te verzamelen • • relevante standaard vragenlijsten • • relevante open en gesloten vragen • • gangbare observatietechnieken • • de functies van de verschillende overlegvormen en jouw rol daarin • • verschillende communicatievormen • • de theorie van gesprekstechnieken • • het begrip ‘consensus’ • • wegen ommet betrokkenen in de zorg tot overeenstemming te komen • • de eisenm.b.t. Nederlands op 2F niveau • • kennis van stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden van alle zorgcategorieën • • de achtergrond zoals het levensverhaal van de zorgvrager hulpmiddelen bij het formuleren van het zorgprobleem, het zorgdoel en de planning • • gangbare overtuigings- en onderhandelingstechnieken
• • relevante gegevens verzamelen • • een anamnesegesprek voeren en gegevens verzamelen volgens standaardvragenlijsten • • actief en aandachtig luisteren • • samenvatten • • belangen afwegen en een voorstel doen • • onderhandelen over verschillende belangen • • gesprekken voeren op 2F niveau Nederlands: vragen stellen, luisteren, doorvragen en samenvatten • • hulpmiddelen toepassen bij het formuleren van het zorgprobleem, het zorgdoel en de planning • • de zorgvrager betrekken bij het opstellen van het zorgplan • • zorgbelangen afwegen en een voorstel doen • • geleverde zorg evalueren • • indien nodig zorgplannen op- en bijstellen • • onderhandelen over verschillende belangen • • rapporteren op niveau 2F Nederlands • • verschillende rollen hanteren binnen overlegsituaties • • verzamelde gegevens registreren • • verzamelde gegevens analyseren • • hoofd- en bijzaken scheiden
• • zelfbewust • • kritisch • • reflectief • • respectvol • • tolerant • • nauwkeurig • • oplettend • • creatief • • open naar anderen
• • empathisch • • consequent • • motiverend voor anderen • • zelfverzekerd
• • ...................
• • ICT-zorginformatiesystemen • • de verschillende rollen binnen overlegsituaties
• • .......................................................
• • ...............................................
15
COMPETENTIEWIJZER
Made with FlippingBook