CZW20120015

Competentie R: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten (vervolg)

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • het belang van samenwerken en manieren van samenwerken • • de verschillende disciplines en hun taken en bevoegdheden • • de reikwijdte van het beroepsgeheim • • de betekenis van eenzijdige afhankelijkheid van de zorgvrager • • waarden en normen die temaken hebbenmet culturele verschillen • • de verschillende benaderingswijzen • • het begrip ‘hospitalisatie’ en de gevolgen daarvan • • het begrip therapeutisch klimaat • • de invloed van het leefmilieu • • het verschil tussen ‘normaal’ gedrag en ‘afwijkend’ gedrag • • de voortekenen van gezondheidsproblemen, crises en incidenten • • de begrippen draaglast en draagkracht • • de betekenis van eenzijdige afhankelijkheid van de zorgvrager • • de invloed van emoties op het gedrag, bijvoorbeeld agressie • • de diverse theorieën over driften, behoeften enmotivatie • • de begrippen palliatieve en terminale zorg • • theorieën over onthechten • • theorie rondom stervensbegeleiding • • theorie rondom rouwverwerking • • de risicosignalen ten behoeve van de veiligheid van de zorgvrager en zijn omgeving • • voortekenen van gezondheids- problemen, crises en incidenten • • de zorg rondom de pasgeborene • • de zorg rondom de borst- en flesvoeding • • protocollen en werkwijzen ten behoeve van onvoorziene en crisissituaties

• • een omgeving creëren die gestructureerd is en de situatie hierop aanpassen • • ondersteunen bij overbelasting • • de begeleidings- en stimuleringsstrategieën toepassen ten behoeve van de zelfredzaamheid op psychosociaal en maatschappelijk gebied • • de ondersteuningsstrategieën toepassen bij het hanteren van nieuwe gezinsomstandigheden • • reageren op de signalen van overbelasting • • het therapeutische effect van leefmilieu en (groeps)activiteiten bewaken • • vorm en inhoud geven aan leefmilieu of therapeutisch klimaat • • zorgen voor een omgeving waarin de algemene conditie van de zorgvrager stabiel blijft of bevorderd wordt • • een gezellige, veilige en hygiënische ruimte volgens de behoefte van de zorgvrager creëren • • zorgdragen voor een uitdagende omgeving • • een functionele samenwerkingsrelatie onderhoudenmet een zorgvrager enmet diens naasten • • non-verbale en verbale communicatiemethoden en technieken afstemmen op het communicatieniveau van de ander • • aan de hand vanmeerdere technieken controleren of de zorgvrager je boodschap begrijpt • • verschillende ondersteuningsstrategieën toepassen, variërend van begeleiding op afstand tot volledige overname van de zelfzorg • • palliatief–terminale zorg bieden • • ondersteunen van zorgvragers in het rouwproces • • gedragsveranderingen herkennen tijdens de verzorging bij demantelzorger en/of naasten en dit bespreekbaar maken • • de zorgvrager begeleiden bij het behouden van de regie over zijn eigen leven • • gebruik maken van technische ondersteuning en ICT-middelen

• • ...............................................

32

VERZORGENDE-IG - Fase 1, 2 EN 3