CZW20120022
Geef per opdracht aan: • Wat ga je doen?
• Waar, in welke context? • Wie zijn erbij betrokken? • Wanneer? • Welke hulpmiddelen?
Vragen die je kunnen helpen om je planning temaken van opdracht A . • Welke activiteit gaan jullie doen en wanneer?
• Wie en wat hebben jullie hierbij nodig? • Waar gaan jullie deze activiteit doen? • Wanneer gaan jullie de activiteit doen? • Hoe zorg je voor je eigen aandeel? • Welke afsprakenmaak je hierover in de groep?
Vragen die je kunnen helpen om je planning temaken van opdracht B . • Wat heb je nodig om een samenwerkingscontact op te stellen? • Wanneer hebben jullie de groepsregels en het samenwerkingscontract klaar? Vragen die je kunnen helpen om je planning temaken van opdracht C . • Wanneer maak je afspraken om het werkplan temaken? • Wat moet er in het werkplan komen?
• Wie kan je helpen bij het maken van een werkplan? • Hoe kom je tot een evenredige verdeling van taken?
Vragen die je kunnen helpen om je planning temaken van opdracht D . • Wie houdt het logboek bij? • Wiemaakt de agenda’s en de notulen? • Wat moet er in de notulen staan? • Wanneer moeten de notulen klaar zijn?
Vragen die je kunnen helpen om je planning temaken van opdracht E . • Welke leerervaringen heb je gehad?
• Welke rol heb je hierin gehad? • Wat is de STARRT-methode?
Als jij en je begeleider tevreden zijn over de planning, dan ga je naar de volgende stap.
49
KOMPAS
Made with FlippingBook