CZW20120035

Competentie L: Materialen en middelen inzetten

Werkprocessen:

2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden (BP 1.2, BP 2.3, Proeve fase 2) Componenten: materialen en middelen doelmatig gebruiken, materialen en middelen doeltreffend gebruiken Eindgedrag: Je gaat zorgvuldig en netjes om met de materialen en middelen. Je gebruikt hulpmiddelen waarvoor ze bedoeld zijn. 2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding (BP 1.3, BP 3.1, Proeve Fase 3) Componenten: materialen en middelen doelmatig gebruiken, geschikte materialen en middelen kiezen, goed zorg dragen voor materialen en middelen Eindgedrag:

Je kiest de juiste materialen en middelen voor activiteiten die je organiseert. Je gaat zorgvuldig en netjes om met de materialen en middelen die je gebruikt. Je zorgt ervoor dat de materialen en middelen onderhouden zijn.

2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied (BP 1.2, BP 2.2, Proeve fase 2, BP 3.1, Proeve fase 3) Componenten: materialen en middelen doelmatig gebruiken, geschikte materialen en middelen kiezen, goed zorg dragen voor materialen en middelen Eindgedrag:

Je kiest de juiste materialen en middelen voor de activiteiten die je organiseert. Je gaat zorgvuldig en netjes om met de materialen en middelen die je gebruikt. Je zorgt ervoor dat de materialen en middelen onderhouden zijn.

2.7 Voert verpleegtechnische handelingen uit (alleen voor PBGZ) (BP 2.5, Proeve fase 2) Componenten: materialen en middelen doelmatig gebruiken, materialen en middelen doeltreffend gebruiken, geschikte materialen en middelen kiezen, goed zorg dragen voor materialen en middelen Eindgedrag: Je kiest de geschikte materialen, hulpmiddelen en apparatuur voor de uit te voeren verpleegtechnische handelingen. Je gebruikt de materialen, hulpmiddelen en apparatuur op een effectieve, vindingrijke, efficiënte, zorgvuldige en veilige manier.

3.5 Voert beheertaken uit (alleen voor PBGZ) (BP 3.1, Proeve fase 3) Componenten: goed zorg dragen voor materialen en middelen Eindgedrag: Je checkt regelmatig materialen en middelen. Je levert een bijdrage aan het onderhoud van materialen en middelen.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de te gebruiken materialen, apparatuur en middelen in je verpleegtechnische handelen • • de te gebruiken materialen en middelen voor dagbesteding • • de juiste manier waarop hulpmiddelen ingezet dienen te worden

• • nauwkeurig werken • • spreken, luisteren en gesprekken voeren op niveau 3F • • zorgdragen voor juist gebruik van materialen en middelen • • zorgdragen voor juist onderhoud van materialen en middelen

• • nauwkeurig • • deskundig

• • accuraat • • proactief

• • enthousiast • • zorgvuldig • • kostenbewust

17

COMPETENTIEWIJZER

Made with