CZW20120035

Competentie C: Begeleiden

Werkprocessen:

2.1 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging (BP 1.4, Proeve fase 2) Componenten: coachen, motiveren, anderen ontwikkelen Eindgedrag:

Je stimuleert de cliënt om gestelde doelen op het gebied van persoonlijke verzorging te bereiken. Je coacht, indien mogelijk, de cliënt om zelf alternatieven in zijn gedrag en persoonlijke verzorging uit te proberen en met oplossingen te komen. Je creëert mogelijkheden voor de cliënt om zich te ontwikkelen op het gebied van persoonlijke verzorging. 2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden (BP 1.2, BP 2.3, Proeve fase 2, Assessmentgesprek fase 2) Componenten: adviseren, motiveren, anderen ontwikkelen Eindgedrag: Je creëert (leer)situaties waarin de cliënt kan oefenen met gedrag dat voor hem wenselijk is. Je geeft heldere adviezen ten aanzien van wonen en huishouden. Je motiveert de cliënt om uitdagingen aan te gaan gericht op zijn ontwikkeling binnen wonen en huishouden. Je motiveert de cliënt zijn eigen waarden en normen te behouden binnen wonen en huishouden. 2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding (BP 1.3, BP 3.1, Proeve fase 3, Assessmentgesprek fase 3) Componenten: coachen, motiveren, anderen ontwikkelen Eindgedrag: Je creëert activiteiten waarin de cliënt kan oefenen met gedrag dat voor hem wenselijk is. Je zet begeleidingsmethodieken in om de cliënt in zijn ontwikkeling te stimuleren. Je stimuleert de sociale ontwikkeling van de cliënt door regelmatig constructieve feedback te geven. Je motiveert de cliënt om moeilijkheden te overwinnen. 2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied (BP 1.2 , BP 2.1, BP 2.2, Proeve fase 2, BP 3.1, Proeve fase 3) Componenten: motiveren, anderen ontwikkelen Eindgedrag: Je schept kansen en mogelijkheden voor de cliënt om zich te ontwikkelen.

Je motiveert de cliënt om zijn doel te bereiken. Je stimuleert de cliënt om uitdagingen aan te gaan. Je geeft feedback op het gedrag van cliënten dat zij in het contact met elkaar hebben. 2.6 Ondersteunt het sociale systeem (BP 2.4, Proeve fase 2, BP 3.3, Proeve fase 3) Componenten: coachen, adviseren Eindgedrag:

Je geeft de personen uit het sociale netwerk van de cliënt advies over de uitvoering van de ondersteuning. Je biedt de personen uit het sociale netwerk de mogelijkheid om de ondersteuning te geven aan hun naasten.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de specifieke kenmerken van de doelgroep • • de regels van de Nederlandse taal op het gebied van spreken, luisteren en gesprekken voeren op niveau 3F • • de ontwikkelingsmogelijkheden van de cliënten • • diverse gesprekstechnieken

• • begeleidingsmethodieken toepassen • • spreken, luisteren en gesprekken voeren op niveau 3F • • je gedrag aanpassen aan de doelgroep • • je gesprekstechnieken aanpassen aan de doelgroep • • verschillende vaardigheden inzetten op het gebied van gedragsbeïnvloeding

• • gemotiveerd • • ontwikkelings- gericht • • inlevend • • betrokken • • respectvol • • communicatief • • empathisch

Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg/specifieke doelgroepen - fase 1, 2 en 3 6

Made with